Zalig de zachtmoedigen…

… want zij zullen de aarde beërven. Zo luidt de derde zaligspreking uit de befaamde Bergrede van Jezus. Dat God de deuren van Zijn Koninkrijk voor zachtmoedigen opent zal niemand bevreemden, maar: de aarde beërven…? Is dit een realistisch toekomstvisioen? We zijn nu tweeduizend jaar verder en het zijn nog steeds voornamelijk de hardvochtigen die de dienst uitmaken op onze planeet. Was Jezus een naïeve pacifist en moeten we zijn woorden niet te letterlijk opvatten, of weerspiegelen ze wellicht een spirituele waarheid, die iets laat zien van Gods plan met de mensheid?

Ook in het Oude Testament vinden we woorden van gelijke strekking terug:

Want de kwaaddoeners zullen uitgeroeid worden,
maar wie de HEERE verwachten,
die zullen de aarde bezitten.
Nog even, en de goddeloze zal er niet meer zijn;
u zult op zijn plaats letten, maar hij zal er niet wezen.
Maar de zachtmoedigen zullen de aarde bezitten
en vreugde scheppen in grote vrede. (1)

Een nogal paradoxale tekst: de kwaaddoeners zullen uitgeroeid worden en de zachtmoedigen zullen de aarde bezitten… De God van de joden, JHWH, komt überhaupt niet erg zachtzinnig over als je de verhalen letterlijk neemt. Hele volksstammen worden op Zijn bevel om zeep geholpen, om nog maar niet te spreken van Zijn zondvloed die, op Noach en zijn familie na, alle mensen op aarde doodde. Het bloed van mensen en dieren druipt van het papier van het Oude Testament af.

Toch is ook het Oude Testament een prachtige, fascinerende en zeer leerzame verzameling mythes, poëzie en profetieën. De diepere betekenis van de teksten wordt alleen al eeuwen lang niet begrepen. Zowel het Oude als het Nieuwe testament is voor het grootste deel geschreven in beeldtaal. De verhalen zijn metaforen die ons iets moeten vertellen over onze innerlijke wereld en over de weg naar God.

Innerlijk spanningsveld

Een centraal thema hierbij is onze tweeledige natuur. Wij worden deels gestuurd door dierlijke driften, onze lagere natuur genoemd; een logisch uitvloeisel van onze dierlijke afkomst. En wij hebben bij onze geboorte op aarde ook een Goddelijk potentieel meegekregen. Deze tweedeling geeft een continu innerlijk spanningsveld, of wij dit nu beseffen of niet. De impulsen van onze dierlijke instincten, die geworteld zijn in ons lichaam, staan vaak haaks op de verlangens van onze ziel, die verbonden is met het Goddelijke.

Als Adam en Eva gedwongen worden het paradijs te verlaten, kleedt God hen met dierenhuiden (2). Dit symboliseert wat er gebeurt als wij incarneren op aarde. De mens verliest het contact met zijn hogere natuur (het paradijs, God) en krijgt hiervoor in de plaats een lichaam met dierlijke instincten. Vrijwel alle Bijbelverhalen over oorlogen, tirannieke koningen, wrede bezetters en heroïsche helden zijn beschrijvingen van de universele strijd in ieder mens: die tussen de hypnotische krachten van zijn lagere natuur en de roep van zijn Goddelijke natuur.

Het dierlijke versus het goddelijke

Dieren, hoe lief en prachtig soms ook, zijn in staat tot grote wreedheid. Zwakkere soortgenoten worden verstoten, rivalen verwond, onvolmaakte kinderen gedood. We kunnen ze het echter niet kwalijk nemen. Hun gedrag is instinctief en ten behoeve van het voortbestaan van de soort, niet het resultaat van een vrije keuze. Wij mensen hebben echter wel het vermogen om goed en kwaad van elkaar te onderscheiden, ons in te leven in anderen en barmhartigheid te tonen. Wij zien onszelf dan ook als de kroon op de schepping, ver verheven boven het primitieve dierenrijk. Toch is heel veel van ons gedrag te herleiden naar onze dierlijke afkomst.

Wie een willekeurig tijdschrift openslaat, ziet dat wij gepreoccupeerd zijn door vooral ons uiterlijk (het pronken en poetsen van dieren), seks en voedsel. Wie naar sport kijkt, ziet gesublimeerde territoriumdrift en wedijver. Ook eigenschappen als hebberigheid, agressie, jaloezie en egoïsme zijn dierlijke neigingen. En niet te vergeten ons kuddegedrag. Wie zich daar niet aan schuldig maakt, die werpe de eerste steen!

En tussen die chaos van dierlijke neigingen door roept de zachte stem van onze hogere natuur, die zetelt in ons hart, ons op tot zachtmoedigheid, vergeving, rechtvaardigheid en delen met anderen.

De innerlijke ezel

Onze de spirituele opdracht als mens is het overwinnen van het dierlijke en ons Goddelijke potentieel te realiseren. Overwinnen is hier een belangrijk en zorgvuldig gekozen woord. Niet onderdrukken of ontkennen – een grote valkuil op deze weg – maar meesterschap verwerven. Deze dierlijke oerkrachten kunnen ons namelijk – gezuiverd en gesublimeerd – juist helpen om het hogere te verwezenlijken.

Een prachtige metafoor hiervan in de evangeliën is Jezus die, aan de vooravond van zijn kruisiging, Jeruzalem binnentrekt gezeten op een ezel.  Hij wordt door een juichende menigte als een koning onthaald. Jeruzalem is de hoofdstad, het centrum van het land, en staat symbool voor het hart van de mens. Jezus die op een ezel zit, moet ons laten zien dat voor deze Goddelijke intocht onze dierlijke krachten nodig zijn. De uitzinnige menigte verbeeldt onze innerlijke wereld, waarin een grote vreugde en gelukzaligheid voelbaar is als het Goddelijke ons hart binnenkomt. Mattheüs schrijft: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin… (3)

De intocht in Jeruzalem

Het Lam van God

Armageddon

Hoe onwaarschijnlijk het misschien ook lijkt als je dagelijks het wereldnieuws volgt, toch is het Gods plan dat uiteindelijk onze hogere natuur het wint van onze dierlijke impulsen. In de Bijbel wordt deze innerlijke eindstrijd verbeeld door het Armageddon uit het boek Openbaringen. In deze opgetekende visoenen van de apostel Johannes, wordt in indrukwekkende beelden geschetst hoe het Lam van God zegeviert over een enorme vuurrode draak en twee ontzagwekkende beesten.

Deze drie beesten staan voor verschillende aspecten van onze dierlijke natuur. Ze zijn overweldigend groot, machtig en krachtig. Met één zwiep van zijn staart veegt de draak een derde deel van de sterren van het firmament (4). En toch zal het Lam, symbool van kwetsbaarheid, puurheid en zachtheid, volgens dit visioen het van hen winnen:

Zij zullen oorlog voeren tegen het Lam, maar het Lam – want Heere der heren is Hij en Koning der koningen – zal hen overwinnen, en zij die samen met Hem zijn, geroepenen, uitverkorenen en gelovigen. (5)

666

Vertaald naar het innerlijk van de mens houdt de deze overwinning een transformatie van bewustzijn in. In de Bijbelse symboliek is dit een verschuiving van het getal zes naar het getal zeven. In het boek Genesis schept God op de zesde dag de landdieren en de mens. De zevende dag neemt Hij rust en Hij zegent deze dag, die daarom een bijzondere dag is voor joden (de sabbat) en voor christenen (de zondag). Gebaseerd op deze Genesis-passage (6) staat het getal zes voor de onvolmaakte mens die leeft vanuit zijn lagere, dierlijke natuur, en het getal zeven voor de voltooide mens die leeft vanuit zijn hogere, Goddelijke natuur.

Over het beest zegt de auteur van het boek Openbaring: Hier is de wijsheid. Wie verstand heeft, laat hij het getal van het beest berekenen, want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderdzesenzestig. (7) Al tweeduizend jaar wordt er gespeculeerd wie of wat Johannes bedoelt met het getal zeshonderdzesenzestig. Het staat er echter onomwonden: 666 is het getal van een mens. Of beter gezegd: van het beest in de mens, van de mens die leeft vanuit zijn lagere natuur. De drievoudige zes staat voor de drie aspecten van de mens waarmee deze dierlijke natuur zich heeft verbonden: lichaam, gevoel en denken.

De prins op het witte paard

Dat het een onderdeel van Gods plan met Zijn schepping is dat wij meesterschap verwerven over onze dierlijke natuur, mag blijken uit het feit dat we dit thema in vrijwel elke spirituele traditie terug vinden. Van de yogi die wordt afgebeeld mediterend op een tijgervel, en de hindoegod Shiva die de witte stier Nandi tot zijn beschikking heeft als rijdier, tot de joodse Elia die een mantel droeg van dierenhaar en een leren gordel om zijn middel gebonden.

Universeel is ook het beeld van de spirituele held zittend op een wit paard. Het witte paard symboliseert de uitgezuiverde dierlijke driften en goed in het zadel zitten verwijst naar meesterschap over deze krachten. De Boeddha bezat het witte paard Kanthaka. Mohammed maakte zijn beroemde Meraj (hemelreis) op Al Buraq, een wit gevleugeld paard met het hoofd van een vrouw. De gevechtswagen van Arjuna in de Bhagavad Gita werd getrokken door witte paarden. In het boek Openbaring keert Christus terug op aarde op een wit paard:

En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard, en Hij Die daarop zat, werd getrouw en waarachtig genoemd. En Hij oordeelt en voert oorlog in gerechtigheid … En de legers in de hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed in fijn linnen, wit en smetteloos. (8)

Een yogi mediterend op een tijgervel

Kalki, een incarnatie van de hindoegod Vishnoe wordt, evenals Christus, aan het einde der tijden terugverwacht als een ruiter op een wit paard. Dit archetype is zo doorgedrongen in het collectieve onbewuste van de mensheid, dat het een ideaal is geworden van iedere vrouw, zonder dat zij er de diepere betekenis van beseft: de prins op het witte paard. De ideale man heeft zijn driften gezuiverd en onder controle.

De Boeddha en zijn paard Kanthaka

Kalki, een incarnatie van de hindoegod Vishnoe

Het brute versus het zachte

De apostel Paulus zet de brute oerkrachten van het dierlijke (‘het vlees’) onversneden tegenover de zachte krachten van de Geest in zijn brief aan de christenen in Galatië:

Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven. De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.(9)

Paulus zegt dat wie de dingen van het vlees doet, het Koninkrijk van God niet zal beërven. De boodschap van Jezus was dat dit Koninkrijk zich niet ergens in een andere dimensie bevindt, maar binnen in ons (10), en hier op aarde al kan worden verwezenlijkt.

De wolf zal liggen met het lam

Ook in het bekende visioen van de profeet Jesaja belooft God ons het zegevieren van het hogere:

En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven. De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen te zamen nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os. En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk. Men zal nergens leed doen noch verderven op den gansen berg Mijner heiligheid; want de aarde zal vol van kennis des HEEREN zijn, gelijk de wateren den bodem der zee bedekken. (11)

Deze overwinning zal ons echter niet zomaar in de schoot worden geworpen. We moeten hiervoor het noodzakelijke innerlijke werk verrichten en de juiste keuzes te maken. Eenvoudig is het niet om van zes naar zeven te gaan. Een lange weg die moed en doorzettingsvermogen vraagt. Onze dierlijke instincten zijn diep geworteld. Niet kiezen voor kortstondig zintuiglijk genot in het hier en nu, in de hoop dat je er in de toekomst iets anders moois voor terug krijgt, is niet altijd makkelijk.

Dat een transformatie van het dierlijke een cruciale stap is in geestelijk ontwaken, horen we maar weinig terug in de hedendaagse spirituele literatuur. Vaak is men eenzijdig gericht op het hogere. Meditatie, yoga, of je ego doorzien c.q. loslaten, is echter niet voldoende. We moeten ook de confrontatie aan met het beest in ons.

De tien geboden van Mozes weerspiegelen dit op een heldere wijze. Deze geboden zijn volgens het boek Exodus door God geschreven op twee stenen tafelen (tabletten), verwijzend naar de tweedeling in de mens. De eerste vijf geboden houden verband met onze hogere natuur, de tweede vijf zijn onmiskenbaar bedoeld om onze lagere natuur te beteugelen.

1. Ik ben de eeuwige, uw God, die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heeft.
2. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
3. Gij zult de naam van de Eeuwige, uw God, niet ijdel gebruiken.
4. Gedenk de Sjabbat, dat gij die heiligt.
5. Eert uw vader en uw moeder.
6. Gij zult niet moorden.
7. Gij zult niet echtbreken.
8. Gij zult niet stelen.
9. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
10. Gij zult niets begeren dat van uw naaste is.
(Indeling volgens de joodse traditie) (12)

Samen met God

De weg naar God is vol valkuilen en vaak eenzaam. Het is de smalle weg met de nauwe poort, die maar weinigen vinden:

Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden. (13)

Maar God en Zijn engelen zullen je bijstaan. Neem je Zijn juk op je, dan zul je hulp ervaren op onverwachte manieren en momenten.

Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. (14)

Je zult gaandeweg een rust en vrede gaan ervaren die de dingen van de wereld je niet kunnen geven. Een zachtmoedige geest geeft grote innerlijke rijkdom en is kostbaar voor God:

Uw sieraad moet niet bestaan in iets uiterlijks: het vlechten van het haar, het dragen van gouden sieraden of het aantrekken van mooie kleren; maar uw sieraad moet zijn de verborgen mens van het hart, met het onvergankelijke sieraad van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is voor God. (15)

Kies de smalle weg met de nauwe poort

Noten:
(1) Psalmen 37:9-11
(2) Genesis 3:21
(3) Mattheüs 21:5
(4) Openbaring 12:4
(5) Openbaring 17:14
(6) Genesis 2:2-3
(7) Openbaring 13:18
(8) Openbaring 19:11+14


(9) Galaten 5:19-22
(10) Lucas 17:21
(11) Jesaja 11:6-9
(12) https://nl.wikipedia.org/wiki/Tien_geboden
(13) Matt. 7:13-14
(14) Mattheüs 11:28-30
(15) 1 Petrus 3:3-4

Dit artikel is gepubliceerd in Mantra magazine (dec ’14)
Copyright Anne-Marie Wegh 2014

Deel dit artikel

Anne-Marie is auteur van het boek:
Ecce Homo, de beeldtaal van de Bijbel

Door |2022-03-13T22:33:20+00:00maart 8th, 2016|Mantra|0 Reacties
Ga naar de bovenkant