De omhelzing van Jezus en Maria Magdalena

In een themanummer over relaties mag een stuk over DE relatie aller tijden niet ontbreken: die van Jezus en Maria Magdalena… Het is een onderwerp dat tot onze verbeelding spreekt en al vele verhitte discussies heeft opgeleverd. Hadden ze nu een intieme relatie of niet? Een aantal jaar geleden harkte de fictieschrijver Dan Brown links en rechts wat losse feiten en geruchten bij elkaar, en maakte er met zijn bedreven pen een spannend verhaal van: Jezus en Maria Magdalena waren getrouwd en hadden zelfs een kind! Het boek werd een wereldwijde bestseller en er volgde zelfs een bioscoopfilm. De Da Vinci Code is met zijn oppervlakkigheid en sensatiezucht niets voor de serieuze spirituele zoeker, maar het is wel Dan Browns verdienste dat hij ons op het schilderij van Het laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci heeft gewezen, waarin zich inderdaad een verborgen ‘code’ bevindt, alleen die wijst in een volledig andere richting dan Browns conclusies!

Voor we naar het schilderij van Da Vinci gaan kijken, hoe waarschijnlijk is het dat Jezus überhaupt een intieme relatie had met een vrouw? De Bijbel zegt niets over een echtgenote, maar dat wil nog niet zeggen dat deze er niet was. Wel kunnen we er in lezen hoe Jezus dacht over het hebben van een seksuele relatie. Als zijn leerlingen hem vragen of het beter is om niet te trouwen, is zijn antwoord:

Niet allen vatten dit woord, maar alleen zij aan wie het gegeven is. Want er zijn ontmanden die uit de moederschoot zo geboren zijn; en er zijn ontmanden die door de mensen ontmand zijn; en er zijn ontmanden die zichzelf ontmand hebben om het Koninkrijk der hemelen. Wie dit vatten kan, laat die het vatten. (1)

Het woord dat Jezus in de bovenstaande tekst gebruikt voor een ontmande is eunuch (Grieks: eunouchos). De eunuchs waren gecastreerde mannen die de vrouwen bewaakten van welgestelde machthebbers. Jezus bedoelt deze ontmanning het niet letterlijk, maar gebruikt het als een metafoor voor het celibaat, dat hij aanbeveelt aan degenen die het Koninkrijk der Hemelen willen verwezenlijken.

De centrale boodschap in Jezus’ predikingen was die van het Koninkrijk van God. Uit zijn woorden mogen we afleiden dat hij zelf leefde vanuit God en hij wilde ons leren hoe ook wij deze bewustzijnsstaat kunnen bereiken. Hoe ook wij ons ego, dat gericht is op de materie en verbonden is met onze dierlijke natuur, kunnen overwinnen. Door de eeuwen heen zijn er echter maar weinigen geweest die dit begrepen.

Jezus verpakte veel van zijn lessen in parabels en gelijkenissen, maar ook de evangelisten zelf hebben veel van wat zij van hem hebben geleerd over het goddelijke, verborgen in metaforen en woordspelingen, bedoeld voor de serieuze zoeker naar God. Wie zich in deze diepere laag van de Bijbel verdiept, gaat begrijpen dat Jezus zich op een bewustzijnsniveau bevond dat niet meer verbonden was met seksuele verlangens. Of zoals hij zelf zei:

‘In deze wereld trouwen mensen,’ antwoordde Jezus, ‘maar wie waardig gekeurd worden om deel te hebben aan de andere wereld en aan de opstanding uit de dood, trouwen niet. Ze sterven toch ook niet meer; ze zijn als de engelen. Ze zijn kinderen van God, omdat ze uit de dood zijn opgestaan.(2)

Maria Magdalena

Het is echter niet onlogisch dat er vraagtekens zijn ontstaan rond Maria Magdalena. Op cruciale momenten in Jezus’ leven is zij aanwezig. Zij is degene die hem zalft. Als zijn leerlingen op de vlucht zijn geslagen, staat zij bij Jezus onder het kruis. Zij is bij degenen die als eerste bij het graf van Jezus zijn, om te ontdekken dat hij daar niet meer ligt. In het evangelie van Johannes en Marcus is zij zelfs de eerste aan wie hij verschijnt na zijn verrijzenis.

Eeuwenlang is zij afgeschilderd als een zondares, een prostituee. Dit beeld is vooral ontstaan doordat de Bijbel zegt dat uit haar zeven demonen waren gedreven. (3) We mogen dit echter zien als een kundalini-inwijding. De zeven uitgedreven demonen zijn een metafoor voor de uitzuivering van haar zeven chakra’s. Ze was geen gevallen vrouw dus, maar een hoge ingewijde, en waarschijnlijk een vertrouwelinge van Jezus.

De evangelieschrijvers gebruiken haar aanwezigheid om in hun teksten de symboliek van het heilig huwelijk tot uitdrukking te brengen. Jezus en Maria staan in een aantal verhalen voor respectievelijk het mannelijke en het vrouwelijke in de mens, waarbij de verborgen boodschap is dat de versmelting van beiden – ter hoogte van het zesde chakra – leidt tot een hereniging met God. We zullen hiervan  straks een prachtig voorbeeld uit het Johannes-evangelie zien.

Maar nu eerst terug naar het schilderij van Leonardo Da Vinci. Alles wijst erop dat Da Vinci niet alleen wist welke symbolische rol Maria Magdalena speelde in de evangeliën, maar grondige kennis bezat over de innerlijke processen die samenhangen met een kundalini-ontwaken. In zijn schilderij het Laatste Avondmaal zijn verwijzingen naar energetische, fysiologische, en mystieke aspecten van dit transformatieproces verwerkt.

Het Laatste Avondmaal, Leonardo da Vinci

De Kundalini Code

In mijn vorige bijdrage voor Mantra (themanummer Yoga) heb ik het energetische principe van een kundalini-ontwaken uiteengezet. Samengevat, bevinden zich links en rechts langs onze wervelkolom twee belangrijke energiebanen: deze worden ida en pingala-nadi genoemd in de Yogatraditie. Zij zijn als het ware de energetische blauwdruk van de dualiteit in ons lichaam. Zij vertegenwoordigen de tegenstellingen, vergelijkbaar met yin en yang uit het Taoïsme. Ida-nadi staat daarbij voor het vrouwelijke, pingala-nadi voor het mannelijke.

In ons bekken, ter hoogte van het heilig been, bevindt zich ‘slapend’ een krachtige energiebron van goddelijke oorsprong. In de oosterse tradities heet zij kundalini, in de Bijbel wordt zij de Heilige Geest genoemd. Als de spirituele aspirant het vrouwelijke en mannelijke in zichzelf (ida- en pingala-nadi) in volmaakt evenwicht heeft gebracht – én als God het wil – ontwaakt de kundalini en stijgt zij op vanuit het bekken door de sushumna-nadi, de centrale energiebaan die door de wervelkolom loopt.

Op weg naar het kruinchakra – het zevende chakra – worden alle andere chakra’s langs de wervelkolom gezuiverd en geactiveerd door het transcendente vuur van de kundalini. Bij het zesde chakra aangekomen, versmelten de ida- en pingala-nadi’s. De vereniging van de mens en zijn Schepper vindt plaats.

Dit energetische proces heeft ook een belangrijke fysieke component. In de hersenen worden de pijnappelklier, hypofyse en hypothalamus gestimuleerd om stoffen aan te maken die zorgen voor een Godservaring en vitalisering van het lichaam. In de oosterse traditie heten deze endogene opiaatachtigen en hormonen die vrijkomen amrita, wat ‘onsterfelijkheid’ betekent. In christelijke termen ondergaat de mens een innerlijke zalving door de Heilige Geest.

De drie energiebanen die betrokken
zijn bij een kundalini-ontwaken

Het Laatste Avondmaal

Al het bovenstaande kunnen we terugvinden in Da Vinci’s schilderij. Laten we eerst kijken naar de persoon die – voor de kijker –  links naast Jezus zit. Is dit de apostel Johannes (de traditionele opvatting) of is dit Maria Magdalena (het boek van Dan Brown)?

Alles wijst er naar mijn mening op dat het Maria is. Niet alleen haar uiterlijk, maar ook de symboliek. Jezus en Maria complementeren elkaar in dit schilderij in alle opzichten. Zoals bijvoorbeeld het feit dat de kleuren rood en blauw van hun kleding gespiegeld zijn. Da Vinci gebruikt haar aanwezigheid – net als de evangelisten – om het heilig huwelijk in beeld uit te drukken, als onderdeel van een nog grotere boodschap die we zo dadelijk zullen zien.

Terwijl alle apostelen in een overduidelijke staat van opwinding verkeren – ze hebben net gehoord dat iemand van hen Jezus gaat verraden – zit Maria er, met haar ogen neergeslagen, als het ware gericht op haar binnenwereld, net zo sereen bij als Jezus. Waar Jezus met zijn open armen een duidelijke driehoek met de punt naar boven uitbeeldt, symbool voor het goddelijke, drukt Maria subtiel met haar gevouwen handen een driehoek met de punt naar beneden uit. Daarmee vormen ze tezamen een hexagram (zespuntige ster), het klassieke symbool voor het versmelten van de tegenstellingen.

Met hun lichaamshouding vormen ze de letter M, van matrimonium, het Latijns voor huwelijk. Dan Brown zag dit ook en trok meteen zijn conclusies. Het gaat hier echter niet om een huwelijk in de traditionele zin, maar om een geestelijk, een goddelijk huwelijk; alle overige symboliek bevestigt dit.

Een hexagram

Als we Maria verplaatsen naar de andere kant van Jezus, dan passen hun lichamen precies tegen elkaar, zodanig dat het ontroerende beeld ontstaat van een innig stel. Rechts naast hen wordt dit nader toegelicht. Een van de apostelen steekt op de achtergrond zijn wijsvinger omhoog richting de hemel en een andere wijst met twee handen naar zijn hart: Jezus en Maria vormen een Goddelijk stel en hun woonplaats is ons hart.

Een extra bevestiging dat het Maria Magdalena is naast Jezus, komt van een ander schilderij dat Da Vinci tien jaar eerder vervaardigde:  de Madonna in de Grot (hiernaast). Het gezicht van de madonna, en de wijze waarop ze haar hoofd houdt, is bijna identiek aan dat van de mysterieuze persoon aan tafel bij de apostelen.

Adembenemend is echter dat het energetische principe van een kundalini-ontwaken ook in het schilderij is terug te vinden. Op de achtergrond zien we drie ramen. Deze staan voor de drie energiekanalen: ida-, pingala-, en sushumna-nadi. Jezus, als de verpersoonlijking van God, zit precies voor het middelste raam: de sushumna-nadi, waardoor de goddelijke kundalini-energie naar de kruin stroomt. Ook Maria Magdalena voor het linkerraam (de ida-nadi) en een mannelijke leerling voor het rechterraam (de pingala-nadi), klopt met de ligging van de energiebanen ten opzichte van de wervelkolom.

Als je vervolgens rechte lijnen doortrekt langs de bovenkant van de donkere vlakken op de zijmuren en de balken in het plafond, dan komen al deze lijnen tezamen ter hoogte van het voorhoofd van Jezus: de plaats waar de ida- en pingala-nadi  in de mens versmelten en het heilig huwelijk plaatsvindt. Buiten, achter het hoofd van Jezus, loopt ook precies hier de horizon; de plaats waar hemel en aarde elkaar ontmoeten.  Opnieuw een verwijzing naar een vereniging van de polariteiten, maar ook een beeld van de mens (het aardse) die wordt aangeraakt door het goddelijke (de hemel).

De Maagd op de rotsen, Leonardo da Vinci

Bij Maria zien we op de achtergrond bergen, symbool voor een verruimd bewustzijn. Ook zit zij aan de rechterhand van Jezus. Da Vinci heeft hiermee willen bijdragen aan haar eerherstel als apostola apostolorum; de hoogst ingewijde onder de apostelen.

Vesica piscis

Op de tafel zien we twee borden met vis. Een detail dat niet afkomstig is uit de Bijbel. Daarin wordt slechts gesproken over brood en wijn. Het past in de rest van de symboliek als Da Vinci hiermee de vesica piscis heeft willen afbeelden: de twee gestileerde vissen die zichtbaar zijn in het patroon van twee elkaar gedeeltelijk overlappende cirkels. Een oud mystiek symbool dat ook weer de vereniging van de tegenstellingen verbeeldt.

Een van de vele vraagtekens rond dit schilderij is waarom Jezus niet is afgebeeld met de traditionele wijnbeker – de heilige graal – waar tot op de dag van vandaag nog naar wordt gezocht, en die centraal staat in bijvoorbeeld de Koning Arthur legende. De conclusie die Dan Brown heeft getrokken uit dit schilderij is dat de baarmoeder van Maria Magdalena de heilige graal is, omdat hier Jezus’ nageslacht uit is voortgekomen.

Alles in dit schilderij wijst er echter op dat Da Vinci ons wilde vertellen dat de legendarische drinkbeker zich ten diepste bevindt in ons hoofd. Als in de mens de versmelting der tegenstellingen plaatsvindt, en de eenheid met God wordt hersteld, verandert het hersenvocht in amrita, in ‘het bloed van Christus’, dat eeuwig leven geeft.

Geen geheime baarmoeder dus, maar een boodschap die al door alle tijden heen, en vanuit alle uithoeken van de wereld, tot ons klinkt: mens, ontwaak! De heilige graal bevindt zich in jou. Keer naar binnen en ontdek je goddelijke potentieel!

De opstanding

Dit is ook wat de gehele Bijbel, van kaft tot kaft, verpakt in beeldtaal, tot ons roept. Passend bij het onderwerp van dit stuk, wil ik hier graag één prachtig voorbeeld van geven. In de gebeurtenissen rondom de kruisiging van Jezus hebben de evangelisten veel symboliek verwerkt die ons moet vertellen dat Jezus’ dood en opstanding, op een dieper niveau, staan voor processen in de mens: het sterven van de ‘oude mens’ (het ego) en de wedergeboorte van de ‘nieuwe mens’ die leeft vanuit God.

In het Johannes-evangelie wordt de legendarische ontmoeting van de verrezen Jezus met Maria Magdalena bij het lege graf beschreven. Op geraffineerde wijze is hierin een verwijzing naar het heilige huwelijk (de innerlijke versmelting van het mannelijke en het vrouwelijke) verwerkt:

‘Waarom huilt u?’ vroeg Jezus haar. ‘Wie zoekt u?’ Zij dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Meneer, als u hem hebt weggehaald, vertel me dan waar u hem hebt neergelegd, dan haal ik hem daar weg.’
‘Maria!’ zei Jezus tegen haar. Zij draaide zich om en zei in het Aramees: ‘Rabboeni!’ Dat betekent: ‘Meester!’
‘Houd me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet naar de Vader opgestegen. Ga naar mijn broeders, en vertel hun: Ik stijg op naar mijn Vader die ook jullie Vader is, naar mijn God die ook jullie God is.’
Maria van Magdala ging de leerlingen vertellen dat ze de Heer had gezien en wat hij tegen haar gezegd had. (4)

Waarom wil Jezus niet dat Maria hem vasthoudt? Het is één van de grote raadsels rond zijn opstanding. Ik denk dat het Johannes’ bedoeling is dat wij door de beroemde woorden Noli me tangere (houd me niet vast) júíst het beeld op ons netvlies krijgen van een man en een vrouw die elkaar kortstondig, maar hartstochtelijk, vasthouden. Iets wat hij niet rechtstreeks kon opschrijven omdat het in die tijd als ongepast zou worden gezien: een ongebonden vrouw die in het openbaar een man om de hals valt. Het zou afbreuk hebben gedaan aan het glorieuze beeld van de opgestane Christus.

Jezus wijst op het voorhoofd van Maria Magdalena: hun ontmoeting vindt plaats in het hoofd!
(Jacopo dal Ponte, 1546)

Jezus wijst op het voorhoofd van Maria Magdalena: hier vindt het samengaan van het mannelijke en het vrouwelijke plaats. (Albrecht Dürer, 1509-1511)

Zowel Jezus als Maria Magdalena maakt met twee vingers het teken van het heilige huwelijk (2=1): een verhulde verwijzing naar de werkelijke betekenis van hun ontmoeting in de Bijbel.
(Sperindio Cagnoli, 16e eeuw)

Deze interpretatie wordt ondersteund door het evangelie van Mattheüs, dat een andere versie geeft van de ontmoeting tussen Jezus en Maria Magdalena, na zijn verrijzenis. In dit verhaal is Maria niet alleen, maar bezoekt ze samen met een andere vrouw het graf. Ze horen van een engel dat Jezus uit de dood is opgewekt:

En zij gingen haastig van het graf weg, met vrees en grote blijdschap, en zij snelden weg om het Zijn discipelen te berichten. Toen zij weggingen om het aan Zijn discipelen bekend te maken, zie, Jezus kwam hun tegemoet en zei: Wees gegroet! Zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn voeten en aanbaden Hem. Toen zei Jezus tegen hen: Wees niet bevreesd; ga heen, bericht Mijn broeders dat zij naar Galilea moeten gaan, en daar zullen zij Mij zien. (5)

Nu mag Maria blijkbaar wel Jezus vasthouden, want de vrouwen grijpen zijn voeten, zegt de tekst, en hij lijkt het goed te vinden. Deze schijnbare inconsequentie past echter geheel in de bovenstaande redenatie. Het vasthouden van voeten is een gebaar van onderdanigheid en aanbidding. Een aanraking die volledig gepast is onder de omstandigheden. Als metafoor voor het heilig huwelijk voldoet het echter niet. Johannes had een krachtiger, intiemer beeld nodig dan vrouwen die aan Jezus’ voeten liggen. Hij suggereert daarom een omhelzing die er niet expliciet staat. Alleen degenen voor wie de symboliek ook is bedoeld zullen het begrijpen. Geniaal!

Conclusie

Maria Magdalena en Jezus hebben een belangrijke rol gespeeld in elkaars leven. Het is echter heel onwaarschijnlijk dat zij een intieme relatie hadden. Het is mijns inziens het onvermogen de bewustzijnsstaat van Jezus te bevatten, dat maakt dat hieraan wordt getwijfeld. De evangelisten hebben Maria Magdalena en Jezus willen afbeelden als archetypen die in ieder mens aanwezig zijn. In ons klinkt de stem van Jezus die roept: Maria! In ons roept Maria: Rabboeni! Ze verlangen er naar elkaar te omhelzen. Om op te gaan in elkaar en nooit meer los te laten. In ons.

Noten:
(1) Mattheüs 19:11-12
(2) Lukas 20:34-36
(3) Lukas 8:2 en Markus 16:9
(4) Joh 20:15-18
(5) Mattheüs 28:8-10
Alle bovengenoemde citaten zijn afkomstig uit de Herziene Statenvertaling.

Sperindio Cagnoli, 16e eeuw.

Dit artikel is gepubliceerd in Mantra magazine (sept ’15)
Copyright Anne-Marie Wegh 2015

Deel dit artikel

Anne-Marie heeft het boek geschreven:
Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie

Door |2022-03-13T22:34:10+00:00juni 20th, 2015|Mantra|0 Reacties
Ga naar de bovenkant