Van Aapmens tot Godmens

Twee geniën uit de menselijke geschiedenis, Michelangelo en Leonardo Da Vinci, hebben ons willen wijzen op een groot geheim dat verborgen zit in de mens. In ons bekken bevindt zich een energiebron die ons kan leiden naar een volgende stap in de evolutie: de transformatie van aapmens tot godmens. Een mogelijkheid tot bewustzijnsverruiming die ons voorstellingsvermogen te boven gaat. Een potentieel van onsterfelijkheid.

In mijn vorige bijdrage voor Mantra (thema Relaties) ben ik dieper ingegaan op de esoterische symboliek die Leonardo Da Vinci heeft verborgen in zijn schilderij Het Laatste Avondmaal. Niet alleen het heilige huwelijk, uitgebeeld door Jezus en Maria Magdalena, kunnen we erin terugvinden, ook de blauwdruk van een kundalini-ontwaken is onmiskenbaar in de laatste maaltijd van Jezus met zijn apostelen verwerkt. Een verrassende ontdekking, omdat deze mystieke kennis van oudsher wordt toegeschreven aan oosterse tradities.

Land- en tijdgenoot Michelangelo beschikte over dezelfde kennis. Ook in zijn schilder- en beeldhouwwerken vinden we verwijzingen naar kundalini terug. Laten we eerst eens kijken naar zijn wereldberoemde fresco De Schepping van Adam, op het plafond van de Sixtijnse kapel in Vaticaanstad.

In 1990 publiceerde de arts Frank Lynn Meshberger zijn ontdekking dat in deze voorstelling, waarbij God zijn hand uitstrekt naar Adam, een dwarsdoorsnede van de menselijke hersenen lijkt verwerkt. Wie nauwkeurig en met verstand van zaken kijkt naar het rozerode doek met God en zijn engelen herkent inderdaad in het lijnenspel een anatomische weergave van de hersenen. Meshbergers eigen conclusie was dat de kunstenaar wellicht op deze wijze de schepping van het intellect van de mens wilde benadrukken. Ik zou zelf graag een lans breken voor een andere interpretatie.

Een luie Adam

Het fresco heet De Schepping van Adam, maar wat we zien is een mens die al geschapen is en met wie God probeert contact te maken. De lichaamstaal van Adam drukt echter niet het verlangen naar aanraking uit dat we wel zien bij zijn Schepper. Hij maakt zelfs een tamelijk ongeïnteresseerde en luie indruk.

Wat Michelangelo mijns inziens ons wil vertellen is dat wij God kunnen ervaren (aanraken) via onze hersenen; dat God hier ook naar verlangt, maar dat de mens hier maar amper interesse voor toont; hiervoor niet veel moeite wil doen. De lichaamshouding van Adam drukt de spiritueel ‘slapende’ of onbewuste toestand uit waarin de meeste mensen zich bevinden.

God heeft zijn linkerarm om een volwassen vrouwenfiguur geslagen. Zij vertegenwoordigt het vrouwelijke aspect van God: de Shekinah van de joden, Shakti van de hindoes, de Heilige Geest (God de Moeder) van de christenen, Sophia van de gnostici, de kundalini van de yogi’s.

Het kundalini-proces

Als de kundalini-energie (Shakti, Shekinah, Sophia, God de Moeder, et cetera) ontwaakt in het bekken en via de wervelkolom opstijgt naar het kruinchakra, waar de mannelijke pool van God (Shiva, JHWH, God de Vader) wacht op een hereniging met zijn gade, worden de pijnappelklier (epifyse), hypofyse en hypothalamus gestimuleerd om stoffen aan te maken die bijdragen aan een Godservaring en algehele vitalisering van het lichaam.

In de oosterse tradities noemt men de hormonen en endogene opiaatachtigen die op dat moment vrijkomen amrita, dat onsterflijkheid betekent. Deze transformatie van het hersenvocht is de diepere betekenis van zalvingsrituelen. Als koningen en priesters worden gezalfd met olie symboliseert dit het innerlijke spirituele proces waarbij de mens een gezalfde wordt door de veranderingen in de cerebrale spinale vloeistof (CSV). Een ritueel dat een overblijfsel is uit de tijd dat voor de functie van koning(in) en priester(es) nog mannen en vrouwen werden gekozen die daadwerkelijk verbonden waren met het Goddelijke.

Ook zien we op het fresco van Michelangelo dat Gods linkerwijsvinger nadrukkelijk ligt op het kind dat naast zijn gezellin zit. Dit is het Christuskind, dat geboren wordt in ons hart nadat zich het heilige huwelijk in ons heeft voltrokken. De mens die dit spirituele proces ondergaat wordt zelf een Christus, een gezalfde, een zoon of dochter van God. Hij of zij keert terug naar het paradijs waaruit Adam en Eva zijn verdreven.

De Hof van Eden

Het Genesis-verhaal van Adam en Eva is een metafoor voor het innerlijke proces dat ertoe heeft geleid dat de ‘kundalini-slang’ terecht is gekomen in het bekken (‘op uw buik zult u voortaan gaan’). In mijn boek Kundalini-ontwaken onderbouw ik deze stelling.

In den beginne vormt God Adam – Hebreeuws voor mens – uit het stof van de aarde, blaast hem zijn levensadem in en plaatst hem in de Hof van Eden, een naam die genoegen betekent (1). Eden symboliseert de bewustzijnsstaat van de mens die (nog) een directe verbinding met God ervaart, iets wat zich maar moeilijk in woorden laat uitdrukken. Met de Hof van Eden verschijnt in onze verbeelding een wereld van schoonheid, overvloed en zorgeloosheid.

Een opmerkelijke illustratie uit het 10e eeuwse manuscript Escorial Beatus. De energiebanen die betrokken zijn bij een kundalini-ontwaken zijn verwerkt in de boom van Adam en Eva.

Van een naar twee

Als de mens nog verwijlt bij God is er geen onderscheid tussen man en vrouw. Deze staat van androgynie verandert bij het incarneren op aarde en het leven in de dualiteit. In het Genesis-verhaal wordt de androgyne eerste mens opgesplitst in man en vrouw: God schept Eva uit de tesla van Adam. De Bijbelvertalers hebben gekozen voor rib, maar het Hebreeuwse woord tesla kan ook betekenen kant, zijde.

Hoewel zijde als vertaling een evenwichtiger beeld zou geven van dit scheppingsmoment, namelijk dat Adam verdeeld wordt in twee helften, blijft ook als we uitgaan van rib het resultaat dat er van één (mens) twee (mensen) wordt gemaakt. Een beschrijving in beelden van een overgang van de dimensie van de eenheid (bij God) naar de dimensie van de dualiteit (op aarde).

Deze overgang heeft niet alleen gevolgen voor de uiterlijke belevingswereld van de mens, ook innerlijk wordt de mens verdeeld in tweeën: in een vrouwelijke en een mannelijke helft. Dit kunnen we terugvinden op het lichamelijke niveau (twee hersenhelften met verschillende functies), op het geestelijke niveau ( archetypische karaktereigenschappen) en het energetische niveau (de energiebanen ida en pingala).

De boom der dualiteit

Om deze voor de mens nieuwe ervaring van leven in de dualiteit uit te drukken gebruikt Genesis de metafoor van het eten van de boom van inzicht in goed en kwaad. ‘Goed en kwaad’ is een voorbeeld van een der uitersten waarmee de mens nu wordt geconfronteerd. We zouden deze boom ook kunnen noemen: de boom der dualiteit. De mens maakt kennis met de materie en het spanningsveld tussen de uitersten. De mogelijkheid tot het maken van keuzes is ontstaan en daarmee de mogelijkheid om te leren, om inzicht te verwerven.

De mens ontdekt ook het verschil tussen man en vrouw en de aantrekkingskracht die hiermee gepaard gaat. De puurheid en onschuld van Adam en Eva maken plaats voor schaamte en ze bedekken hun naaktheid met vijgenbladeren. (3)

Spirituele onbewustheid

Eenmaal op aarde vergeet de mens zijn Goddelijke herkomst. In de Bijbel wordt dit beschreven als een diepe slaap waarin Adam door God wordt gebracht. (4) Slapen is net als sterven in de Bijbel een metafoor voor spirituele onbewustheid. Dit brengt ons meteen naar de diepere betekenis van Gods overbekende waarschuwing: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven. (5)

Dat we dit sterven niet letterlijk moeten nemen blijkt wel uit het feit dat Adam en Eva nog heel lang leefden nadat zij toch hadden gegeten van de verboden boom. Het resultaat van hun daad was echter wel dat ze het paradijs moesten verlaten. De verbinding met God werd verbroken. Ze ‘stierven’ in spiritueel opzicht.

De slang die Eva verleidde was de vurige kundalini-slang (William Blake, 1800).

God kleedt hen vervolgens met dierenhuiden (6), hetgeen de dierlijke natuur symboliseert waar zij nu mee zijn verbonden. In plaats van het paradijs met zijn overvloed en zorgeloosheid worden zij nu geconfronteerd met het harde leven op aarde. Met zwoegen en zweten voor voedsel, en met (barens)pijn. (7)

Straf of opdracht?

De Bijbel spreekt van een vervloeking en de christelijke kerk van een zondeval. Wie echter Genesis op voorgaande wijze interpreteert, ziet tussen de beelden van het verhaal door eerder een Goddelijk plan opdoemen dan een Goddelijke vervloeking; de aarde die door God geschapen is voor de mens om een groeiproces door te maken. Het leven in de dualiteit maakt dat wij inzicht krijgen in goed en kwaad, waardoor wij de mogelijkheid krijgen om vanuit een vrije keuze steeds meer te worden zoals Hij ons heeft bedoeld: naar Zijn beeld en gelijkenis. (8) Of zoals de slang het formuleert: zodat wij als God zullen zijn, goed en kwaad kennend. (9)

God kleedt Adam en Eva met dierenhuiden, dat doen zij niet zelf. Het is iets wat aan hen gebeurt. De mens wordt door God in een staat van onbewustheid (diepe slaap) gebracht, verliest het contact met zijn hogere natuur (God) en krijgt hiervoor in de plaats een lichaam met dierlijke instincten.

Wie liever gelooft in een liefdevolle, alwetende God dan in een wraakzuchtige, feilbare God zal in het Genesis-verhaal eerder een opdracht willen zien dan een straf; de opdracht om met onze moeizaam verkregen levenswijsheid de weg terug te vinden naar het verloren paradijs. Om te stoppen met eten van de boom van goed en kwaad, dat willen zeggen de dualiteit te overstijgen en te zoeken naar de boom des levens, waarvan de vruchten ons weer verbinden met God.

Met twee vingers van zijn linkerhand maakt Adam het (geheime) teken van het heilige huwelijk (2=1). Deze hand ligt op de (kundalini-)slang, die ons kan verbinden met óf de dualiteit, óf de eenheid van het goddelijke. (William Blake, 1810)

De boom des levens

In het midden van het paradijs staat de boom des levens – oftewel de boom der eenheid – waarvan de vruchten de mens eeuwig leven geven. (10) Deze boom is een metafoor voor de wervelkolom met daarin de sushumna-nadi waardoor de kundalini-energie stroomt.

Ook de boom van inzicht in goed en kwaad staat in het midden van de Hof van Eden. Op het energetische niveau staat deze boom voor de ida- en pingala-nadi, de twee energiebanen die aan weerszijde van de wervelkolom stromen en die ons de dualiteit laten ervaren.

De moraal van het Genesis-verhaal is dat, zolang de mens bezig is met ervaringen opdoen op aarde en als gevolg daarvan nog eet van de boom van inzicht in goed en kwaad (de ida– en pingala-energieën), hem de toegang tot de boom des levens (de sushumna-nadi) wordt geweigerd. De mens kan maar van één boom tegelijk eten.

Wat de kerk een zondeval noemt, is een val in de materie. We zijn in slaap gevallen en zijn vergeten waar we vandaan zijn gekomen. Ook de kundalini-slang in ons is ‘gevallen’ in het bekken en in diepe slaap. Dit alles zodat we inzicht krijgen in goed en kwaad. En we mogen in alle vrijheid keuzes hierin maken, elk moment van de dag opnieuw. Maar alleen de weg van het goede leidt terug naar het paradijs.

Michelangelo en de drie nadi’s

Kort en bondig zou je kunnen zeggen dat wij worden geroepen om van de twee weer een te maken. Een ander kunstwerk van Michelangelo beeldt deze goddelijke opdracht uit: zijn wereldberoemde beeld van Mozes, dat zich bevindt in de basiliek San Pietro in Vincoli in Rome.

Al vele eeuwen wordt geprobeerd een positieve uitleg te verbinden aan de twee hoorns op het hoofd van Mozes. Geen gemakkelijke opgave, omdat van oudsher de satan wordt afgebeeld met twee hoorns.

De hoorns staan in beide gevallen voor de ida- en pingala-nadi. Alleen waar de satan – die staat voor onze lagere natuur – leeft in de dualiteit, heeft Mozes van de twee een gemaakt. Michelangelo heeft dit op ingenieuze wijze verwerkt in het beeld. Met zijn handen houdt Mozes twee slierten van zijn baard tot één streng, verwijzend naar de innerlijke versmelting en de sushumna-nadi, die op deze plaats in zijn bovenlichaam stroomt.

Rechts: Mozes door Michelangelo (circa 1516)

Het is wonderlijk dat deze symboliek in al die tijd, voor zover ik weet, nog nooit door iemand is opgemerkt. Enigszins pijnlijk zelfs gezien het feit dat dit beeld zich bevindt in het hart van Rome, waar het jaarlijks wordt bewonderd door miljoenen gelovigen en spirituele zoekers, maar niemand die beseft dat het beeld hun wil vertellen hoe God gevonden kan worden.

In de schilderkunst zien we dat Mozes regelmatig staat afgebeeld met twee lichtstralen die uit zijn hoofd komen. Ook hierover tasten experts in het duister. De lezer van dit stuk kan hierop nu het eenvoudige antwoord geven.

Links:
Mozes door Gustave Doré (1866)

Terug naar Eden

We mogen niet alleen leren, maar ook genieten van het leven in de dualiteit. De vruchten van de boom des levens komen echter alleen binnen ons bereik als we stoppen met eten van de boom van goed en kwaad. We worden geroepen om uiteindelijk de dualiteit te overstijgen. Daarom leggen veel spirituele tradities de nadruk op alles accepteren zoals het is. Oordelen trekt je in het krachtenveld van de tegenstellingen: leuk of niet-leuk, mooi of lelijk, enzovoorts.

Onze ogen die door het eten van de verboden vruchten zijn opengegaan voor het materiële moeten we weer sluiten. Blind worden voor de verlokkingen in de buitenwereld en oog krijgen voor de weg naar God. Dat is wat Jezus bedoelt met zijn raadselachtige uitspraak in het evangelie van Johannes: Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen blind worden. (11)

Dat is niet altijd even eenvoudig. Zolang de kundalini-slang nog in het bekken woont en de lagere chakra’s voedt, is hij de verleider uit het Genesis-verhaal. Met zijn hypnotiserende stem haalt hij ons over om te kiezen voor kortstondig, zintuiglijk plezier. Ontsnappen aan het krachtenveld van de begeertes vraagt moed, discipline en vooral motivatie van de spirituele aspirant.

In de Koran vinden we een prachtig equivalent van de boom van goed en kwaad: Zaqqoem. De gelovigen worden gewaarschuwd voor de bittere vruchten van deze boom, die een hevige brand veroorzaken in de buik van degene die ze eet. Sommige van de vruchten lijken op dieren: draken, beren, leeuwen, kamelen, enzovoorts.

De boom van Zaqqoem,
Zal het voedsel voor de zondaar zijn,
Als gesmolten koper zal het in de buik koken,
Gelijk het koken van ziedend water.
(Koran 44:43-46)

Sprekende beelden die beschrijven hoe lust en begeerte onze buik in brand kunnen zetten en ons verbonden houden met onze dierlijke natuur; ons aanzetten tot het kiezen voor de weg die dieper de materie in leidt en weg van God.

Eva neemt een verboden vrucht aan van de
slang. Adam’s hand ligt op de borst van Eva. De afbeelding suggereert een verband tussen seksualiteit en het eten van de verboden vruchten. (Lambert Hopfer, 16e eeuw)

Het is echter geen onmogelijke opgave. Wie zich begeeft op dit pad zal worden geholpen door God zelf. Hij strekt zijn arm al verlangend naar ons uit. Aan ons de keuze: God of de wereld. Er is geen middenweg.

Heb de wereld niet lief en ook niet wat in de wereld is. Als iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem. Want al wat in de wereld is: de begeerte van het vlees, de begeerte van de ogen en de hoogmoed van het leven, is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij met haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid.(12)

Noten:
(1) Gen. 2:6-9
(2) Gen. 2:8
(3) Gen. 3:7
(4) Gen. 2:21
(5) Gen. 2:17
(6) Gen. 3:21


(7) Gen. 3:16-19
(8) Gen. 1:27
(9) Gen. 3:5
(10) Gen. 2:9
(11) Joh. 9:39
(12) 1 Joh. 2:15-17

Dit artikel is gepubliceerd in Mantra magazine (dec ’15)
Copyright Anne-Marie Wegh 2015

Deel dit artikel

Anne-Marie is auteur van het boek:
Kundalini-ontwaken

Door |2022-03-13T22:33:48+00:00september 3rd, 2015|Mantra|0 Reacties
Ga naar de bovenkant