KUNDALINI SYMBOLEN
De mens heeft altijd geprobeerd het onbeschrijfelijke in beeldtaal uit te drukken. Het onzichtbare, goddelijke, werd begrijpelijk gemaakt met gebruik van wezens of objecten uit de zichtbare wereld. De kundalini-energie in het ons bekken wordt in de meeste tradities gepersonifieerd door een godin (Shakti, Isis, Artemis, Sophia, etc.). Vrijwel alle godinnen staan voor een aspect van de transformerende kundalini.
Ook beelden uit de natuur komen veel voor. De yogi ziet de bron van goddelijke energie als een opgerolde slang, die wakker kan worden gemaakt en zich dan langs de wervelkolom omhoog beweegt. Voor de alchemist lijkt dezelfde bron van energie op een kreeft die uit het water omhoog komt. In de Bijbel vinden we de metafoor van een (wal)vis, die je kan opslokken en weer levend uitspuwt. De lijst van symbolen en metaforen voor de kundalini-energie is schier oneindig; net zo groot als het verbeeldingsvermogen van de mens.
Het proces van kundalini-ontwaken
Links en rechts langs onze wervelkolom stromen twee belangrijke energiebanen: ida-nadi en pingala-nadi genaamd in de yogatraditie. Deze energiebanen verbinden ons met de tegenstellingen (dualiteit) van de schepping. Waar ida-nadi staat voor bijvoorbeeld het vrouwelijke, donker, koude, passiviteit, de maan, en het gevoel, staat pingala-nadi voor het mannelijke, licht, warmte, activiteit, de zon, en de ratio.
Als de kundalini ontwaakt en vanuit het bekken opstijgt door de sushumna-nadi – de energiebaan die door de wervelkolom loopt – naar het kruinchakra, worden alle andere chakra’s langs de wervelkolom gezuiverd en geactiveerd.
Bij het zesde chakra aangekomen, versmelten ida- en pingala-nadi, waardoor op het voorhoofd van de spirituele aspirant het zogenaamde ‘derde oog’ wordt geopend. De innerlijke dualiteit maakt plaats voor de eenheid van het goddelijke. Deze versmelting wordt ook wel het heilige huwelijk genoemd, omdat het leidt tot een vereniging met God.
Tegelijkertijd activeert de kundalini de pijnappelklier, midden in ons hoofd, die op haar beurt weer de hypothalamus en de hypofyse stimuleert om hormonen aan te maken. De stoffen die hiermee vrijkomen in de hersenen zorgen voor een ervaring van extase, tijdloosheid en eenheid. De yogatraditie noemt deze toevloed van hormonen en opiaatachtigen amrita, de drank der onsterfelijkheid.
Tijdens dit proces ontstaat er een overdruk in de hersenen en kan er vocht via een opening in de neusholte achter in de keel komen. Dit hersenvocht is zoet (honingachtig) van smaak. In de godenmythes van onder andere de hindoes, de Grieken en de Noorse traditie, vinden we verwijzingen terug naar een mysterieuze honingdrank of nectar, die zorgt voor de onsterfelijkheid van de goden.
Voorafgaand aan deze mystieke voltooiing heeft de kundalini het ego gezuiverd van alle overtollige ballast (een proces van jaren). Tijdens het heilige huwelijk verlaat het ego voorgoed het toneel; de nieuwe godmens wordt geboren (de ‘wedergeboorte’).
Links: de caduceus, de staf van de god Hermes, het klassieke symbool voor
een kundalini-ontwaken. De twee slangen staan voor de polaire energiebanen.
De staf zelf staat voor de wervelkolom met de ontwaakte kundalini-energie.
De vleugels symboliseren een verruimd bewustzijn.