Cobra
KLIK OP DE AFBEELDINGEN VOOR EEN VERGROTING
De SLANG is een universele metafoor voor de kundalini-energie. Het Sanskritische woord kundalini betekent opgerold, hierbij verwijzend naar een slang die opgerold ligt te slapen. Het beeld van een slang, met zijn vermogen om zich te VERNIEUWEN door zijn huid af te werpen, weerspiegelt ook het TRANSFORMERENDE en HELENDE aspect van de kundalini.
Wat waarschijnlijk ook zal hebben meegespeeld, in het diep verankerde beeld in de geschiedenis van de mensheid, van een slang als metafoor voor deze bron van goddelijke energie, is dat onze WERVELKOLOM, vanaf de zijkant gezien, de vorm heeft van een voortbewegende SLANG.
De COBRA speelde een centrale rol bij de OUDE EGYPTENAREN. Als er één cultuur is waarvan we met zekerheid kunnen zeggen dat deze diepgaande kennis bezat over het goddelijke mysterie in ons bekken dan is het wel die van het Oude Egypte. Vrijwel alles wat wij nu nog weten en is overgebleven van deze hoogstaande beschaving is doortrokken van kundalini-symboliek. Lees meer hierover in mijn boek Kundalini-ontwaken.
Goden en farao’s droegen op hun KROON een URAEUS: een gestileerde, opstaande Egyptische cobra. De kroon zelf van de farao heeft de vorm van de opengespreide KAP VAN EEN COBRA. De typische valse BAARD verbeeldt het lijf van de uraeus. Zelfs koningin Hatshepsut werd afgebeeld met zo’n langgerekte baard!
In het BOEDDHISME speelt een COBRA de hoofdrol in een bekende legende. De boeddha zou na zijn verlichting, mediterend onder de bodhiboom, beschermd zijn tegen een hevige storm door de cobra Mucalinda. Deze rees achter hem op uit de wortels van de boom en spreidde zijn ‘kap’ boven hem uit.
Het is niet moeilijk om uit dit verhaal KUNDALINI-SYMBOLIEK te filteren. De BOOM staat voor de wervelkolom van de Boeddha zelf en de COBRA verbeeldt de kundalini-energie die door de sushumna-nadi omhoog stroomt.
Deze legende maakt ook in mooie, kernachtige beelden duidelijk wat het resultaat is van een kundalini-zuiveringsproces. De hevige storm die opsteekt is een metafoor voor heftige emoties. De boodschap voor ons is dat de Boeddha weliswaar emoties heeft, maar hij wordt er niet meer door overspoeld, ze raken hem niet meer wezenlijk. Terwijl de storm om hem heen woedt, zit hij droog en uit de wind onder de kap van de cobra. Vanuit een innerlijke plek van stilte neemt hij deze emoties in zichzelf waar en laat ze voor wat ze zijn.
De BRILCOBRA ontleent zijn naam aan de specifieke tekening op zijn huid die doet denken aan een bril. Dit heeft ertoe geleid dat in de loop van de eeuwen de BRIL een WESTERS ESOTERISCH SYMBOOL is geworden dat verwijst naar het proces van kundalini-ontwaken.
Voorbeelden uit de Christelijke kunst
KLIK OP DEAFBEELDINGEN VOOR EEN VERGROTING
Door de eeuwen heen zijn er altijd ingewijden, kunstenaars en mystici geweest die wisten dat Jezus niet geboren was als ‘de Zoon van God’, maar een kundalini-ontwaken had doorgemaakt, waarna hij één was met zijn Goddelijke Vader. De evangelieschrijvers hebben deze spirituele waarheid op inventieve wijze, met onder andere gebruik van beeldtaal en woordspelingen, verborgen in hun teksten (zie mijn boeken). Door de rigide houding van de kerk kon de waarheid niet hardop worden uitgesproken, maar ondergronds, via esoterische groeperingen als de Vrijmetselaars, vond zij haar weg naar het schildersdoek.
HET TEKEN VAN HET HEILIGE HUWELIJK (twee vingers tegen elkaar: 2=1) zien we op veel schilderijen, in een of andere vorm, terug, vaak in combinatie met andere esoterische symboliek. Dit handgebaar verwijst naar een versmelting van de polaire energieën/dualiteit, en hiermee naar een proces van kundalini-ontwaken.
Het geld van de keizer, Antonio Arias Fernández. De kleuren ZWART, WIT, GEEL EN ROOD van de kleding van de drie mannen verwijzen naar het MAGNUM OPUS (klik hier) van de alchemist. De TWEE MUNTEN die half over elkaar liggen verwijzen naar de VESICA PISCIS (klik hier), een symbool voor het HEILIGE HUWELIJK (2=1). De TWEE MANNEN op de achtergrond verbeelden de REBIS (klik hier).
Jan van Eyck, 1436, Groeningemuseum, Brugge, België. De man rechts wijst naar de BRIL. Ook de ACHTPUNTIGE MORGENSTER (klik hier) op het tapijt is een kundalini-symbool.
Maria van Salomé met echtgenoot Zebedeüs en kinderen Johannes en Jakobus, Sint-Servaasbasiliek, Maastricht, ca. 1480. Met de hand waarmee hij zijn BRIL vasthoudt maakt Zebedeüs het TEKEN VAN HET HEILIGE HUWELIJK (2=1). De kleuren ZWART, WIT, GEEL EN ROOD van zijn kleding verwijzen naar het MAGNUM OPUS (klik hier) van de alchemist. De lichaamshouding van het kindje Jezus verwijst naar kundalini-symbool de DRIE HAZEN (klik hier).
Jan Mostaert. De versiering op de TUNIEK van de man links is een verwijzing naar de BRILCOBRA. De kleuren ZWART, WIT, GEEL EN ROOD van Jezus’ kleding zijn een verwijzing naar het MAGNUM OPUS (klik hier) van de alchemist. De twee stokken op het hoofd van Jezus hebben de vorm van een Y (klik hier); een symbool dat verwijst naar het HEILIGE HUWELIJK (2=1). De man rechts wijst naar zijn hoofd: de stokslagen vinden INNERLIJK plaats en zijn een onderdeel van het kundalini-proces (opening van het 7e chakra). De WITTE DOEK verwijst naar de KNOOP VAN ISIS (klik hier).
Markus en Lukas, Michael Pacher, Wallfahrtskirche St. Wolfgang, 1480. De man met de BRIL maakt het TEKEN VAN HET HEILIGE HUWELIJK (2=1). De kleuren ROOD EN WIT van zijn hoofddeksel staan in de alchemie voor de polaire energieën, en hiermee dus ook voor het HEILIGE HUWELIJK (klik hier).
De roeping van Mattheüs, Jan van Bijlert, 1630, Catharijne Convent, Utrecht.
De besnijdenis van Christus, Friedrich Herlin, St.Jakob Hoogaltaar. De kleuren ZWART, WIT, GEEL EN ROOD van de kleding van de priester, die een BRIL draagt, en de twee BOEKEN, verwijzen naar het MAGNUM OPUS (klik hier) van de alchemist. De ronde schijf op het voorhoofd van de priester heeft de vorm van een DUBBELE CIRKEL (klik hier) een alchemistisch symbool voor het HEILIGE HUWELIJK (2=1). De lichaamshouding van het kindje Jezus verwijst naar kundalini-symbool de DRIE HAZEN (klik hier).
Tiziaan (Tiziano Vecelli). De KALE PLEK op het hoofd van de man rechts verwijst naar de DUBBELE CIRKEL (klik hier): een alchemistisch symbool voor het HEILIGE HUWELIJK (2=1). De LICHAAMSHOUDING van de gestorven Christus lijkt op een SLANG.
De Lachende Nar, Jacob Cornelisz van Oostsanen, Davis Museum in Wellesley, Massachusetts, USA, circa 1500. De nar wijst met TWEE VINGERS naar zijn hoofd, de plaats waar het HEILIGE HUWELIJK (2=1) plaats vindt. De wijze waarop zijn kleding is dicht geknoopt verwijst naar de CADUCEUS (klik hier): de staf van Hermes/Mercurius. De kleuren ZWART, WIT, GEEL EN ROOD vertegenwoordigen de vier fases van het MAGNUM OPUS (klik hier). Het kan niet anders of er is een verband tussen dit schilderij en de eerste kaart van de grote arcana van de TAROT: DE DWAAS (klik hier). Het eerste TAROT deck, dat ook in die tijd al een voertuig was voor esoterische symboliek, zag het licht rond 1450.
De Dormition van de Maagd, Hans Holbein de Oudere. De PALMTAK (klik hier) die in het verlengde wordt gehouden van de WERVELKOLOM van de man met de BRIL verwijst naar de ontwaakte kundalini-energie. De DENNENAPPEL (klik hier) op de deken van Maria symboliseert de PIJNAPPELKLIER.
De Dood van de Maagd, Meester van het Heiligenkruis, circa 1400. Het RODE HAAR, tot aan het BEKKEN, van Maria – een ongewoon beeld in de iconografie – verwijst naar het kundalini-VUUR in de WERVELKOLOM. Het KUSSEN op de voorgrond heeft de vorm van een VESICA PISCIS (klik hier), een symbool voor het HEILIGE HUWELIJK.