De Tempeliers en de Heilige Graal
De legendarische Orde van Tempeliers was actief tijdens de kruistochten in de 12e en 13e eeuw. De christelijke ridder-monniken zouden volgens de legendes in het Heilige Land allerlei mythische voorwerpen hebben buitgemaakt, waaronder de Heilige Graal, de beker waarin tijdens de kruisiging het bloed van Jezus was opgevangen. Ook werden zij verdacht van gnostische sympathieën. Dit is nooit bewezen. Niettemin eindigden vele Tempeliers op de brandstapel wegens ‘ketterij’. Tijdens hun gevangenschap hebben de Tempeliers religieuze afbeeldingen gekrast op de muren van hun kerkers. Historici denken dat ze niets bijzonders betekenen. De zeven eeuwen oude reliëf-tekeningen blijken ons echter te leiden naar het geheim van de Heilige Graal!
Opkomst en ondergang
De Orde van de Tempeliers werd in 1118 opgericht door de Franse edelman Hugo van Payns en bestond aanvankelijk uit negen mannen. Het doel van de orde was pelgrims te beschermen tegen overvallers op hun reis naar Jeruzalem. De ridders wilden tevens leven in navolging van Christus en legden de monastieke geloftes af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid.
De voor die tijd volledig nieuwe combinatie van militair en monnik sprak tot de verbeelding van de Fransen. De orde groeide al gauw in aantal, rijkdom en macht. Ze ontvingen geld, goederen en land van burgers en machthebbers. Hun moed was legendarisch. De goed getrainde ridder-monniken vochten door tot de dood. Ze gaven zich alleen over als hun bevelhebber dit besliste en dat gebeurde niet snel. Naast het beschermen van pelgrims namen zij ook deel aan kruistochten tegen de moslims, om Jeruzalem te behouden voor de christenen.
Rond 1300 werd Jeruzalem veroverd door de moslims. De Tempeliers trokken zich definitief terug uit het Heilige Land. De Franse koning Filips IV verkeerde in geldnood en bedacht een complot om de rijkdommen van de Tempeliers te vergaren. Op 13 oktober 1307 werden in het hele land Tempeliers opgepakt wegens beschuldiging van ketterij, homoseksualiteit en corruptie. Filip had geen bewijzen voor deze aantijgingen, maar de martelmethodes van de Inquisitie leverden hem de ‘bekentenissen’ die hij nodig had om de bezittingen van de orde te confisqueren. Veel Tempeliers eindigden op de brandstapel. In 1312 werd de orde door de paus officieel ontbonden.
In 2007 zijn de Tempeliers alsnog vrijgepleit en in ere hersteld door paus Benedictus. Dit naar aanleiding van de vondst van documenten waaruit onder andere blijkt op welke wijze de bekentenissen tot stand waren gekomen.
Gnostische opvattingen
Veel van de beschuldigingen tegen de Tempeliers kwamen uit de duim van koning Filip, maar de geruchten over gnostische opvattingen zijn nooit verdwenen, mede gevoed door de waas van geheimzinnigheid die rond de initiaties en rituelen van de orde hing. Was hier misschien toch iets van waar?
Als we het schaarse materiaal dat bewaard is gebleven van de Tempeliers nader bestuderen, valt op dat er een thema lijkt van (goddelijke) eenheid tegenover (aardse) dualiteit: een mystiek concept dat we ook in de gnostiek terugvinden. Een voorbeeld is het befaamde Tempelierzegel met twee ruiters op één paard (illustratie 1). De betekenis hiervan is niet bekend. Is het een uiting van verbondenheid en broederschap, of een teken van armoede? Had niet elke ridder een eigen paard? Er zijn diverse argumenten die beide antwoorden onwaarschijnlijk maken.
4. Graf van een Tempelier (Temple Church, Londen)
Aannemelijker lijkt dat de twee ruiters op één paard een metafoor zijn voor het innerlijk versmelten van de polariteiten, als de weg naar een Godservaring. Zeker als we andere voorwerpen naast dit zegel plaatsen. Het wapenschild van de Tempeliers, bijvoorbeeld, is een rood kruis op een zwart met witte achtergrond (illustratie 2). Het gelijkarmige, of Griekse, kruis is een klassiek symbool voor de versmelting van de tegenstellingen. De esoterische betekenis van het kruis wordt bevestigd en versterkt door de strategische plaats in het midden van de zwart-witte (yin en yang) achtergrond. De zwart-witte vlag van de Tempeliers, de Beauceant genaamd, sluit qua symboliek naadloos bij het zegel en wapenschild aan (illustratie 3).
En dan zijn er nog de graven van de Tempeliers. Op een aantal hiervan is de overledene afgebeeld met gekruiste benen (illustratie 4), een merkwaardig detail waarvoor historici geen verklaring hebben. Eén van de theorieën is dat de gekruiste benen verwijzen naar deelname aan een kruistocht, maar deze verklaring is niet sluitend voor alle gevallen waarbij een ridder op dergelijke wijze is afgebeeld. In de esoterische tradities staan gekruiste benen symbool voor de versmelting van de tegenstellingen tot een goddelijke eenheid.
Op het zegel met de twee ruiters op één paard (illustratie 1) vinden we nog twee verwijzingen naar de versmelting der tegenstellingen: de twee speren naast elkaar en het dubbele kruis op de wapenschilden van de ruiters. De twee kruisen op elkaar vormen een achtpuntige ster, de zogenaamde Morgenster, een oeroud symbool voor het goddelijke.
De Morgenster
De achtpuntige ster is een symbool van de Soemerische godin Inanna en haar Akkadische tegenhangster Ishtar. Deze godinnen werden tevens geassocieerd met de planeet Venus, die de Morgenster wordt genoemd omdat Venus, na de zon en de maan, de helderste is van alle hemellichamen en kort voor zonsopgang zichtbaar is in het oosten. Venus kondigt als het ware de zon aan en werd daarom al in de verre oudheid geassocieerd met het goddelijke. In het verlengde hiervan staat de achtpuntige ster in esoterische tradities voor de sluimerende goddelijke energie in het bekken van de mens; de kundalini-shakti genoemd door de yogi (illustratie 5). Zie ook mijn artikel over tarotkaart De Ster.
5. (rechts) Alle symbolen op deze alchemistische illustratie verwijzen naar de kundalini-energie: de slang, de vrouw op de maan (Sophia) en de achtpuntige ster. Uit: Clavis Artis, laat 17e/begin 18e eeuw.
6. Fresco Tempelierkapel van Cressac-Saint-Genis
De Tempeliers hebben de achtpuntige Morgenster geplaatst op munten, op zegels en op muren in door hen gebouwde kerken en kathedralen. Een intrigerend voorbeeld vinden we tussen de diverse fresco’s in de Tempelierkapel van Cressac-Saint-Genis, in Frankrijk (illustratie 6). Mijn interpretatie is dat alle symbolen in de cirkel verwijzen naar het goddelijke in de mens, oftewel de kundalini-energie. De kleine cirkel met een punt in het midden is het symbool voor de zon en voor goud. De A(lpha) is de eerste letter van het alfabet en verwijst naar het goddelijke beginsel van onze schepping. De mysterieuze kronkellijn op de bovenkant van de A is de (slangen)beweging van de kundalini-energie, opstijgend door de wervelkolom.
Een tweede esoterisch symbool, ook veelvuldig gebruikt door de Tempeliers, is de Roos van Venus. Tijdens een cyclus van acht jaar maakt de planeet Venus een baan om de aarde die het patroon heeft van een vijfbladige bloem (illustratie 7). Deze Roos van Venus is sinds oudsher een symbool voor het vrouwelijk aspect van God. Het patroon kan ook gezien worden als een pentagram. Zowel de Roos van Venus, als het pentagram, vinden we terug bij de Tempeliers. Illustratie 8 en 9 zijn voorbeelden hiervan.
8. Het ornament boven de ingang van Tempelierkerk Santa Maria dos Olivais in Tomar, Portugal.
De Coudray Toren in Chinon
Een van de plaatsen waar de Tempeliers gevangen hebben gezeten, voorafgaand aan hun veroordeling en terechtstelling, is de Toren van Coudray in de Franse plaats Chinon. Op de muren van de toren hebben de mannen religieuze tekeningen achtergelaten (illustratie 10). Deze verschaffen ons veel duidelijkheid over de gnostische kennis die zij bezaten. De monniken hebben aan de kalkstenen muren van hun gevangenis toevertrouwd waarover ze tijdens de folteringen door de Inquisitie hebben gezwegen. De ruwe tekeningen bevatten symboliek waarvan alleen ‘ingewijden’ de betekenis begrijpen.
Op illustratie 11 staat links de heilige Catharina afgebeeld, herkenbaar aan haar attribuut: het wiel waarop zij is gemarteld. Het wiel op deze gevangenismuur heeft acht spaken, die duidelijker zijn uitgewerkt dan de heilige zelf. Dat we dit mogen zien als een verwijzing naar de achtpuntige Morgenster, en daarmee naar de kundalini-energie, kunnen we afleiden uit de planeet Venus (cirkel met kruis eronder), links naast Catharina.
10. Graffiti achtergelaten door de Tempeliers in de Toren van Coudray in Chinon.
Illustratie 12 sluit prachtig aan bij de symboliek van 11. Rechts zien we het hoofd van een monnik met een aureool. Dit aureool is het gevolg van de activering van de pijnappelklier, die is afgebeeld links naast de man, als een grote uitholling met stralen er omheen. De fleur-de-lys onder de uitholling, bevestigt onze interpretatie. De fleur-de-lys is een oeroud symbool van de pijnappelklier. Tussen de fleur-de-lys en de monnik is een trap met zes treden gekerfd: dit zijn de de zes chakra’s die de kundalini doorloopt om bij de pijnappelklier te komen.
Innerlijke kruisiging
Uit de achtergelaten graffiti in torens van de Franse Bastide-stad Domme, waar ook Tempeliers gevangen zaten in afwachting van hun proces, kunnen we afleiden dat zij wisten dat veel verhalen in de Bijbel een symbolische laag hebben. Zo staat de kruisiging van Jezus op het symbolische niveau voor het sterven van het ego tijdens het proces van spiritueel ontwaken. Op illustratie 13 (hieronder) staat een kruisingsscène uit de gevangenis van Domme afgebeeld. Wat opvalt is dat om het kruis en de twee bijstanders heen een huis is gekerfd. De boodschap hiervan is dat de kruisiging, op een dieper niveau, zich afspeelt in de mens.
13. Kruisigingsscène, Domme.
Op het hoofd van de gekruisigde Jezus is een klein kruisje geplaatst. Dit is een tweede aanwijzing, achtergelaten voor ons, dat de dood van Jezus staat voor een innerlijk proces. Het ego sterft als de kundalini-energie is opgestegen tot in het hoofd, en de mannelijke en vrouwelijke energieën (de innerlijke dualiteit) versmelten tot een eenheid. Dit zogenaamde heilige huwelijk wordt op illustratie 13 uitgebeeld door de man en de vrouw (de apostel Johannes en Maria) naast het kruis.
Op de gevangenismuur van Chinon is deze innerlijke betekenis van de kruisiging op een andere wijze uitgebeeld. Naast de heilige Catharina zien we op illustratie 11 de berg van Golgotha met een kruis erop. De stapel stenen, waaruit de berg bestaat, lijkt veel op hersenen. Het kruis bevindt zich in een uitholling, hetgeen we mogen zien als een tweede aanwijzing dat de kruisiging zich in het hoofd afspeelt. Deze symboliek is geheel in overeenstemming met de Bijbeltekst, die expliciet zegt dat Golgotha ‘Schedelplaats‘ betekent: En zij brachten Hem naar de plaats Golgotha, dat is vertaald: Schedelplaats. (Marcus 15:22)
Voor een uitgebreidere uitleg, met onderbouwing, van de kruisigingssymboliek in de Bijbel verwijs ik de lezer graag naar mijn boek Ecce Homo, de beeldtaal van de Bijbel.
Heilige Graal
Op de muren in Domme staat ook illustratie 14: een afbeelding van de Heilige Graal. Mijn interpretatie is dat dit een beker met een levensboom voorstelt, en dat dit een metafoor is voor het bekken van de mens (de beker), met de ontwaakte kundalini die omhoog stroomt naar het kruinchakra (de levensboom).
De beker is octogonaal (achthoekig), een verwijzing naar de Morgenster. De boom heeft zeven takken: dit zijn de zeven chakra’s die gereinigd en geactiveerd worden door de kundalini. Een bevestiging van deze interpretatie kunnen we vinden in de Tempelierkerk van Montsaunès: de levensboom die is afgebeeld op een van de muren is op precies dezelfde wijze uitgevoerd (illustratie 15)!
14. Graffiti in de gevangenis van Domme.
15. Fresco van levensboom in de Tempelierkerk van Montsaunès.
De Tempeliers wisten dus dat de mythische Heilige Graal geen fysiek voorwerp is, maar een metafoor voor de goddelijke energie in ons bekken. Volgens de legendes zou drinken uit de Heilige Graal genezing en eeuwig leven geven. Dit zijn eigenschappen van de kundalini-energie die, als zij ontwaakt, de mens zuivert, heelt en herenigt met God.
Rechts: Jezus hangend aan een (levens)boom. De zeven ‘takken’ verwijzen naar de zeven chakra’s. Gravure uit: Hermetische schriften, Vincentius Koffsky, 1786.
Spiritueel testament
De Tempeliers spreken nog altijd zeer tot de verbeelding. Regelmatig verschijnen er goedverkopende boeken met de meest ongeloofwaardige en ongefundeerde hypotheses en complottheorieën. Al deze eeuwen is de waarheid over de spiritualiteit van de Tempeliers zichtbaar geweest op Franse gevangenismuren: door historici niet op waarde geschat en onbekend bij een groot deel van de wereld. Een ontroerend spiritueel testament, voor ons achter gelaten door heldhaftige mannen, die gemarteld en gedood werden door dezelfde paus en koning die ze zo trouw en gepassioneerd hadden gediend.
De Tempeliers hadden een grote verering voor Johannes de Doper en Maria Magdalena.
Zij waren op de hoogte van de geheimen rond Jezus, waarover ik mijn vier boeken heb geschreven.
Zij wisten dat Johannes de Doper, nadat hij een proces van Godsrealisatie had doorgemaakt, de Messias was geworden waarop de Joden al zoveel eeuwen wachtten. De evangelieschrijvers gaven hem postuum een nieuwe naam en identiteit: Jezus de Nazoreeër. Lees hierover in mijn boek: Johannes de Doper die Jezus de Christus werd.
Zij wisten ook dat Maria Magdalena de geheimzinnige, onbekende schrijver is van het Johannes Evangelie, en dat zij een centrale rol heeft gespeeld in het leven van Jezus. Hierover heb ik het boek geschreven: Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie.
Aanvullende illustraties
De innerlijke betekenis van de Heilige Graal was niet alleen bekend bij de Tempeliers. Hieronder een aantal voorbeelden uit de christelijke schilderkunst waarin (verhuld) een verband wordt gelegd tussen de HEILIGE GRAAL en het proces van kundalini-ontwaken.
Onder: op beide onderstaande afbeeldingen maakt Jezus met zijn rechterhand – waaruit ook bloed stroomt dat wordt opgevangen in een beker – het teken van het heilige huwelijk (2=1, de versmelting van de polariteiten).
Rechts: dit schilderij legt op inventieve wijze een verband tussen de duif van de Heilige Geest (de christelijke benaming voor de kundalini-emergie), de opstijgende kundalini-slang, de opstanding van Jezus, en de Heilige Graal. Ook de doorzichtige sjaal die – nauwelijks zichtbaar – om het kruis gewikkeld is, vanaf het bekken tot het hoofd van Jezus, verwijst naar de kundalini-slang. (Bartolomeo Passarotti, 16e eeuw)
Met zijn linkerhand wijst Jezus naar zijn bekken, de plaats in de mens waar zich de Heilige Graal bevindt. Precies vóór de beker (Heilige Graal) naast Jezus wordt een brandende kaars gehouden. Deze kaars verwijst naar het goddelijke vuur (kundalini) in de wervelkolom. (Bernardino di Mariotto dello Stagno, circa 1520)
De apostel Johannes houdt een beker (Heilige Graal) bij het hoofd van het kindje Jezus: de plek waar de opgestegen kundalini-energie een Godservaring geeft. Zowel Johannes als het kindje Jezus maakt met zijn hand het teken van het innerlijke heilige huwelijk (2=1). (Boccaccio Boccaccino, circa 1507)