Maria Magdalena, bezeten of spiritueel ontwaakt?

Maria Magdalena

Bezeten of spiritueel ontwaakt?

Zij was bij de kruisiging van Jezus aanwezig, toen alle andere leerlingen waren gevlucht. Zij was degene aan wie hij voor het eerst verscheen na zijn dood. In de Bijbel staat geschreven dat ze van zeven demonen was bevrijd. Wie was die vrouw die zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in het leven van Jezus? Was ze inderdaad een bezetene?

Gevallen vrouw

Eeuwenlang heeft men Maria magdalena gezien als een bekeerde prostituee, hoewel dit nergens in de evangeliën staat. Dit imago van de gevallen vrouw is ontstaan omdat zij door velen werd gezien als de niet bij name genoemde ‘zondares’ die Jezus’ voeten zalft in het huis van Simon de Farizeeër. De reden waarom men aanneemt dat de zonden van deze vrouw verband houden met prostitutie, is dat Jezus na de zalving over haar zegt:

Daarom zeg Ik u: Haar zonden, die veel waren, zijn haar vergeven, want zij heeft veel liefgehad;
maar aan wie weinig vergeven wordt, die heeft weinig lief.

Een vrouw ‘die veel heeft liefgehad’ zien sommigen als een verwijzing naar een leven van lichte zeden. Een onlogische redenering, want dit zou betekenen dat de vrouw wordt vergeven omdat ze een onzedelijk leven heeft geleid. Waarschijnlijker is dat Jezus het bedoelt zoals het er staat: wie veel heeft liefgehad, wordt veel vergeven. Hoe dan ook, de Bijbel zegt niet dat deze zondares Maria Magdalena is.

Demonen

Wat er wel over Maria Magdalena in de evangeliën staat, is dat Jezus zeven demonen uit haar had gedreven. Gelukkig beseffen steeds meer mensen dat de Bijbelverhalen niet altijd letterlijk genomen moeten worden. Het Oude en het Nieuwe Testament staan vol met symboliek die esoterische wijsheid wil overbrengen aan de spirituele zoeker die hier aan toe is (‘Wie oren heeft die hore…’).

Demonen staan voor egoaspecten die ons beletten het goddelijke te ervaren. Een uitdrijving van zeven demonen staat voor een spiritueel zuiveringsproces. Zeven verwijst naar de chakra’s van Maria Magdalena, die werden ontdaan van psychisch vuil en blokkades. Zij was geen bezetene, maar zij had een proces van spiritueel ontwaken doorgemaakt!

Het proces van kundalini-ontwaken
Klik hier

De pijnappelklier dankt zijn naam aan zijn dennenappel-/ pijnappel-vorm.

Dopen met de Heilige Geest

Haar leraar Jezus heeft haar waardig bevonden om ingewijd te worden in de geheimen van het Koninkrijk van God. De Bijbel zegt dat Jezus doopte met het vuur van de Heilige Geest. In de yogatraditie wordt dit vuur de kundalini-shakti genoemd: de goddelijke energie die zich in ons bekken, bij het heiligbeen, bevindt en die bij het ontwaken een spiritueel proces in gang zet.

Terwijl de energie langzaam (een proces van jaren) opstijgt door de wervelkolom worden de chakra’s één voor één gezuiverd en geactiveerd. Bij het kruinchakra aangekomen wordt de pijnappelklier gestimuleerd om hormonen en opiaat-achtige stoffen aan het hersenvocht af te geven. Deze zorgen voor een bewustzijnsverruiming. De pijnappelklier is onze innerlijke antenne om het goddelijke te ervaren.

Deze ‘doop’ heeft Maria van Jezus ontvangen. Door haar wervelkolom stroomde het vuur van Gods Geest. Haar hoge spirituele niveau is altijd bekend geweest  bij ingewijden. Maria stond op een voetstuk bij de Tempeliers, bijvoorbeeld, de ridderorde van monniken, die tevens wisten dat het geheim van het Koninkrijk van God zich in ons bekken bevindt. Dit kunnen we afleiden uit de graffiti die zij hebben achtergelaten op de muren van de kerkers waar zij gevangen hebben gezeten (zie ook mijn artikel De Tempeliers en de Heilige Graal). Ook de Katharen vereerden Maria Magdalena. In hun ogen had zij dezelfde spirituele status als Jezus.

Via esoterische groeperingen als de Vrijmetselaars en de Rozenkruisers waren vele kunstenaars op de hoogte van de geheimen rond Maria Magdalena. Op talrijke schilderijen en glas-en-lood ramen in kerken is symboliek terug te vinden die hier naar verwijst. Meestal verhuld, omdat het in ging tegen de leer van de kerk in die tijd. In mijn boek over Maria Magdalena heb ik hiervan vele voorbeelden opgenomen.

Maria’s zalfpot heeft de vorm van de pijnappelklier. Dit is een verborgen verwijzing naar haar spirituele niveau.

Meer diepgang

In een tijd dat de kerken leeglopen is deze nieuwe informatie over Maria Magdalena heel inspirerend. De huidige generatie spirituele zoekers wil niet meer horen wat ze moeten geloven. Ze willen zelf vorm geven aan hun spiritualiteit. Zelf ontdekken en ervaren wat er nog meer is dan de wereld om ons heen. We hoeven hiervoor niet meteen onze toevlucht te zoeken in oosterse tradities als het boeddhisme en yoga. De Bijbel en Maria Magdalena laten ons zien dat er een prachtig groeiproces op ons wacht, als wij er klaar voor zijn. Als we alle pleziertjes in de buitenwereld hebben nagejaagd en we erachter zijn gekomen dat dit ons niet gelukkig maakt. Als we gaan verlangen naar meer diepgang en nieuwsgierig worden naar de spirituele weg.

Dit artikel is gepubliceerd in Bloom magazine (juli/aug ’20)
Copyright Anne-Marie Wegh 2020

Deel dit artikel

Anne-Marie heeft het boek geschreven:
Maria Magdalena,
auteur van het vierde evangelie

Door |2022-04-18T07:43:00+00:00juli 1st, 2020|Bloom magazine|Reacties uitgeschakeld voor Maria Magdalena, bezeten of spiritueel ontwaakt?

Het geheim van de paardenfluisteraar

Het geheim van de paardenfluisteraar

Veel mensen zijn bang voor paarden. Ze worden gezien als gevaarlijke, onberekenbare dieren die je kunnen bijten of trappen. Maar wat zou jij doen als iemand recht op je af komt stappen en je ongevraagd begint aan te raken?!
Je zou het als erg onbeleefd en beangstigend ervaren. Het zou bij jou waarschijnlijk ook een heftige reactie uitlokken, toch?

Paarden zijn prachtige, gevoelige, sociale dieren, die normaal gesproken aandacht van een mens heel fijn vinden. Ze worden graag geaaid, als je eerst even rustig kennis maakt en rekening houdt met een aantal ‘omgangsregels’ die in de dierenwereld gelden.

1. Gedraag je niet als een roofdier

Een paard is misschien wel groot en sterk – veel groter en sterker dan jij – maar hij is bang voor jou! Paarden zijn prooidieren. In de vrije natuur dienen ze als voedsel voor roofdieren. Ze zijn daarom altijd op hun hoede, ook al zijn ze gedomesticeerd en leven ze bij de mens al vanaf hun geboorte in relatieve veiligheid. Met hun ogen en oren speuren ze voortdurend de omgeving af op onraad en ze zijn bang voor alles wat ze niet kennen.

De eerste vraag van een paard bij een ontmoeting met jou is: ga jij mij pijn doen? Ga jij mij opeten? Als hij maar het geringste vermoeden heeft dat jouw intenties niet goed zijn, dan zal hij vluchten, en als dat niet kan, dan zal hij vechten, lees: bijten of trappen.

Benader een paard rustig en vriendelijk.

Benader een paard daarom rustig en vriendelijk. Gebruik je inlevingsvermogen en zorg dat het dier zich veilig te voelt, in plaats van te reageren vanuit je eigen onzekerheden en angsten. Een paard moet je eerst vertrouwen alvorens hij contact aangaat met jou. Is dat bij mensen ook niet zo?

Praat met zachte stem tegen hem en draai je borst een beetje weg. Recht op een paard aflopen, frontaal voor hem gaan staan en hem aanstaren, is het gedrag van een roofdier. Dat zal een vluchtreactie bij hem oproepen. Kom liever ontspannen ‘aansjokken’, laat je schouders zakken, en kijk af en toe even weg. Geef het dier de tijd om de situatie in te schatten en let op zijn lichaamstaal. Zolang zijn hoofd hoog is, is hij in een staat van hoge alertheid en weet hij nog niet hoe hij zal gaan reageren op jou. Laat hij zijn hoofd langzaam zakken, dan is dit een eerste teken van ontspanning en een voorzichtige uitnodiging tot verder contact.

2. Houd rekening met de persoonlijk ruimte

Net als mensen hebben paarden een ‘persoonlijke ruimte’, een bepaalde afstand tot het lichaam, waarin ze onbekenden niet zomaar zullen toelaten. We kennen het gevoel allemaal wel; dat iemand veel te dicht bij je gaat staan in een gesprek. Het voelt heel oncomfortabel en bedreigend. Je hoort al niet eens meer wat deze persoon precies zegt. In plaats daarvan zoek je koortsachtig naar mogelijkheden om meer ruimte tussen jullie te creëren. Vluchten, dat is wat je wil!

Ook dieren hebben zo’n persoonlijk ruimte. Bij paarden is dit ongeveer een paardlengte, zo’n twee meter; mede afhankelijk van zijn karakter en wat hij heeft meegemaakt in het verleden. Is het een bang paard met slechte herinneringen aan mensen, dan zal zijn behoefte aan afstand groter zijn dan een managepaard dat dagelijks nieuwe mensen ontmoet en goed in zijn vel zit.

Eerst even laten ruiken

Door te letten op de lichaamstaal van het paard wordt zijn persoonlijke ruimte al snel duidelijk. Als je te dicht bij komt zal hij zijn hoofd wegdraaien of naar achteren stappen. Het is belangrijk om op dat moment te blijven staan, of nog beter: een stapje terug te doen. Hiermee laat je aan het paard zien dat je zijn persoonlijke ruimte respecteert. Dit is een cruciaal moment in het contact. Als je zijn lichaamstaal zou negeren, en brutaalweg in zijn persoonlijke ruimte zou stappen, zal hij in de vecht-vlucht modus schieten. Bijten of trappen wordt nu een optie voor het paard. Blijf je echter op gepaste afstand ontspannen staan, dan zal je zijn vertrouwen en nieuwsgierigheid wekken.

Wacht nu op een eerste teken van toenadering van het paard. Hij zal zijn hoofd naar je toebrengen om de zaak te verkennen. Veel mensen zien dit als een uitnodiging om het paard over zijn neus te aaien, maar dit werkt averechts: het paard zal zijn hoofd weer wegdraaien. Hij wil eerst ruiken en is nog niet klaar om aangeraakt te worden, en zeker niet aan zijn gevoelige neus!

Steek rustig je hand uit naar het dier en geef het de tijd om je lichaamsgeur te analyseren. Beweeg langzaam en ontspannen. Snelle bewegingen zullen het paard laten schrikken. Er zullen nu meer tekenen van ontspanning volgen: het hoofd gaat nog wat meer omlaag, de oren draaien een beetje opzij, de oogleden zakken, zijn blik wordt ontspannen. Kauwen of likken is ook een goed teken.

Nu doe je voorzichtig een stapje dichterbij, ondertussen lettend op zijn lichaamstaal. Als het paard ontspannen en naar je toegedraaid blijft kun je hem nu aanraken. De hals is hiervoor een geschikte plek.

3. Gebruik paardentaal

Het geheim van de paardenfluisteraar is dat hij precies weet hoe een paard communiceert en wat zijn behoeften zijn. Een paardenfluisteraar bezit geen ‘magische’ eigenschappen die een ander mens niet heeft. Hij is net zo alert op de kleinste signalen als een paard zelf en speelt hierop in met zijn eigen lichaamstaal.

Wat paarden fijn vinden is aaien of met je nagels lekker stevig krabbelen. Hiermee boots je na wat paarden ook bij elkaar doen als ze elkaar aardig vinden: likken, of met de tanden ‘krabben’. Klopjes geven, wat je overal ziet in de paardenwereld, is geen paardentaal, en niet iets wat een paard prettig vindt. Kloppen met je hand op zijn lijf, hoe goed bedoeld ook, kan – zeker bij een angstig paard – ervaren worden als een teken van agressie. Paarden wennen wel aan klopjes, net zoals aan andere onhebbelijkheden van mensen, maar je doet ze er geen plezier mee.

Lekker krabbelen achter de oren, waar ze zelf niet bij kunnen, vinden ze heerlijk!

Kortom

Het is eigenlijk heel logisch allemaal. Er is weinig verschil tussen mensen of dieren als het gaat om het positief laten verlopen van het eerste contact. Wees vriendelijk en beleefd. Zomaar aanraken, zonder eerst kennis te maken, is ongepast, altijd en overal. Gebruik je inlevingsvermogen en let op de lichaamstaal van de ander. Ik wens je mooie ontmoetingen en heel veel paardenvrienden toe!

Dit artikel is gepubliceerd in Bloom magazine (okt ’19)
Copyright Anne-Marie Wegh 2020

Anne-Marie Wegh geeft cursusdagen Paardenfluisteren.

Deel dit artikel

Door |2022-03-13T22:26:17+00:00januari 13th, 2020|Bloom magazine|Reacties uitgeschakeld voor Het geheim van de paardenfluisteraar

Alchemie, de weg naar het innerlijke goud

Alchemie, de weg naar het innerlijke goud

Welk beeld heb jij bij een alchemist? Een stoffige amateur-scheikundige die zijn leven slijt in een obscure ruimte vol met kolven, pipetjes en oliebranders, tevergeefs proberend lood in goud te veranderen? Dan moet dit beeld nodig bijgesteld worden! Laat je meenemen in de wonderlijke wereld van sprookjesachtige illustraties, Latijnse benamingen, en mysterieuze scheikundige formules. Volg het witte konijn!

De alchemie is een relatief onbekende spirituele traditie. Deels omdat voor het grote publiek niet duidelijk is waar de alchemist zich nou precies mee bezig hield, en deels omdat alchemistische geschriften niet bepaald toegankelijk zijn voor ’de beginner’. Maar met een beetje kennis van symbooltaal, blijkt alchemie juist heel begrijpelijk en verrassend universeel!

Magnum Opus

Alchemisten droegen hun kennis vooral over door middel van illustraties vol met archetypes, symbolen en intrigerende, geheime tekens. Dat maakt deze traditie een lust voor het oog. En verslavend! Want als je de code van één illustratie hebt gekraakt, dan smaakt dat naar meer!

Om te beginnen: de meeste alchemisten waren op zoek naar het innerlijke goud; naar het ervaren van God. Ze gingen hierbij de weg van de noeste arbeid: van zelfonderzoek, ontlediging, zuivering en onthechting. Deze weg, en het resultaat ervan, noemden ze het Magnum Opus (Grote Werk). Op de illustratie hiernaast: De Grot der Ouden van Stefan Michelspacher, uit 1616, zien we een dergelijk Magnum Opus afgebeeld.

De berg

Centraal op de afbeelding staat een berg met allemaal figuren erin en erop, en een trap er naar toe. Al deze elementen gaan over de innerlijke wereld van de alchemist. Het zijn allemaal aspecten en fases van het spirituele proces van ontwaken. Een berg staat voor een bewustzijnsverruiming. Staand op een berg ben je dichter bij God. De weg naar de top van de berg staat beschreven op de zeven traptreden: calcineren, sublimeren, oplossen, verrotten, destilleren, coaguleren en tinctuur.

De Grot der Ouden, uit Cabala Spiegel der Kunst und Natur in Alchymia, Stefan Michelspacher, 1616.

Moeilijke woorden voor een proces van zuivering en vernieuwing, dat boven de trap op een eenvoudigere manier in beelden is weergegeven. We zien een ruimte met een naakte koning en koningin, en achter in de ruimte een potkachel. Een rode koning en de witte koningin staan in de alchemie voor hetzelfde als de tekens van de zon en de maan boven hun hoofden: voor het mannelijke en het vrouwelijke in de mens.

Het Magnum Opus
(The Rosarium philosophorum, 1550)

De potkachel

Onze werkelijkheid is opgebouwd uit polariteiten, uit tegenstellingen: warm-koud, dag-nacht, man-vrouw, etcetera. Het goddelijke kenmerkt zich door eenheid en eeuwigheid. Ook het innerlijk van de mens is opgedeeld in tweeën: we hebben allemaal een vrouwelijke en een mannelijke helft. Om het goddelijke te verwezenlijken moet deze innerlijke dualiteit versmelten. Een proces dat neerkomt op het in balans brengen van al je aspecten. In de alchemie wordt dit uitgebeeld door een vereniging van de koning en koningin.

Het koninklijke paar is naakt. Dit is het resultaat van het zuiveringsproces waarbij alle overtollige psychische ballast en egostukken zijn afgelegd. De potkachel (vuur) staat symbool voor deze uitzuivering. De plant met de drie bloemen die de koningin in haar hand houdt, staat voor het energetische stuk van dit groeiproces, waarbij drie energiebanen zijn betrokken.

Innerlijke planeten

Op het energetische niveau worden door het Grote Werk alle chakra’s geactiveerd en gezuiverd. De zeven figuren die op de berg staan zijn de zeven planeten van ons zonnestelsel die in die tijd bekend waren: Saturnus, Jupiter, Mars, Venus, Mercurius, de maan en de zon. Deze planeten staan in de alchemie voor de zeven hoofdchakra’s, die langs de wervelkolom lopen. Een begrijpelijke keuze qua symboliek, want planeten zijn, net als chakra’s, rond van vorm en vertegenwoordigen bepaalde krachten.

Mercurius staat bovenop de berg met een zogenaamde caduceus en een hexagram in zijn handen. Dit zijn twee klassieke symbolen die de versmelting van de polariteit uitdrukken. Bij de caduceus zijn het de twee slangen, die om de staf kronkelen, die versmelten, en bij het hexagram worden twee driehoeken tot een zespuntige ster. Mercurius staat op een fontein. Dit is de ‘fontein der eeuwige jeugd’: goddelijke energieën stromen door de mens en zorgen voor een totale vitalisering en ervaring van gelukzaligheid.

Een caduceus

Een hexagram

Een feniks

De feniks

Het eindresultaat van het hele proces is een spirituele ‘wedergeboorte’. Het ego is afgelegd en de mens leeft vanuit God. De feniks, de mythische vogel die uit haar as verrijst – boven de koning en koningin – staat voor deze vernieuwing. In spirituele tradities wordt dit als een ‘voltooiing’ van de mens gezien. Deze voltooiing wordt tot uitdrukking gebracht door de zodiak boven de berg. Een complete dierenriem staat voor vervolmaking en heelheid.

In de vier hoeken van het embleem staan de Latijnse benamingen voor de vier elementen: vuur, aarde, lucht en water. Deze elementen werden in die tijd gezien als de componenten van de fysieke schepping. Het werk van de alchemist was het goddelijke destilleren uit het aardse (gesymboliseerd door de vier elementen).

Het konijn

Dit klinkt natuurlijk prachtig allemaal, maar hoe begin je deze weg, concreet? En wat zijn de vervolgstappen? Dat weet een alchemist nooit. Het is een individuele weg, die voor niemand hetzelfde verloopt. Een weg van vallen en opstaan. Er is geen algemene formule die voor iedereen werkt. Deze onduidelijkheid wordt op het embleem gesymboliseerd door de man met de blinddoek.

Wat hij moet doen is het konijn volgen, net zoals de vos, ook op de voorgrond. Een konijnenhol in gaan staat voor een reis in je binnenwereld en het onderbewuste. Je reist door het duister, maar het konijn zal je leiden. Je krijgt vanzelf ervaringen en intuïtieve ingevingen die je verder zullen helpen. Ieder die met de juiste intenties deze weg gaat wordt gesteund en geleid vanuit de andere dimensies.

KLIK HIER voor ALCHEMISTISCHE SYMBOLEN die verwijzen naar de kundalini-energie

De Alchemie wordt gezien als een voorloper van de scheikunde. Niet onterecht, want alchemisten hielden zich bezig met transformatie op meerdere gebieden; ook op het gebied van de metalen en andere elementen. Maar wie oude alchemistische traktaten weet te ontcijferen komt er al gauw achter dat het gedoe met stofjes en planeten vooral een dekmantel was voor – verboden – mystieke praktijken.

Als spirituele traditie is de alchemie bijna zo oud als de mensheid zelf en spreidt zich uit over meerdere continenten: er zijn alchemistische teksten en illustraties teruggevonden in Azië, Afrika en Europa. Taoïsten houden zich ermee bezig, op zoek naar het elixer dat onsterfelijk maakt. In het Oude Egypte waren er alchemisten. In het Soefisme, de mystieke tak van de Islam, werd alchemie bedreven. En ook in de geschriften van westerse esoterische broederschappen als de Rozenkruisers en de Vrijmetselarij vinden we alchemistische invloeden terug.

Veel alchemisten bleven anoniem en werkten onder fictieve namen. Bekende alchemisten zijn Isaac Newton en Thomas van Aquino. In beroemde werken van onder andere Goethe (Faust), Shakespeare (King Lear) en Mozart (Die Zauberflöte) kunnen we alchemie terugvinden. Een hedendaags voorbeeld is de Harry Potter-reeks van J.K.Rowling, die doordrenkt is met alchemie.

Houtsnede uit het Taoïsme van interne alchemie (1615). Net als op de illustratie van Stefan Michelspacher, zien we ook hier het symbool van de potkachel.

Dit artikel is gepubliceerd in Bloom magazine (mei ’19)
Copyright Anne-Marie Wegh 2019

Anne-Marie Wegh is auteur van o.a. het boek Johannes de Doper die Jezus de Christus werd.

Deel dit artikel

Door |2022-07-08T09:12:35+00:00juni 5th, 2019|Bloom magazine|Reacties uitgeschakeld voor Alchemie, de weg naar het innerlijke goud
Ga naar de bovenkant