Over Anne-Marie Wegh

De auteur van dit boek, Anne-Marie Wegh, woont en werkt in de veertiende-eeuwse Sint Bonifatiuskerk in Horssen. Hier begeleidt zij onder andere retraites. In haar boeken combineert zij haar kennis van beeldtaal in het algemeen en haar eigen spirituele ervaringen met de beeldtaal van de bijbel en die van andere wereldreligies.

Haal die vingers uit je oren!

Haal die vingers uit je oren!

De kennis van de aanwezigheid van een mysterieuze bron van goddelijke energie in ons bekken, is wat alle religies met elkaar verbindt. Alle bekende profeten en verlichte leermeesters zijn er op een bepaald moment tijdens hun zoektocht naar de Grotere Werkelijkheid achter gekomen dat deze energiebron, in de yogatraditie kundalini-shakti genaamd, de sleutel is naar God, Allah, JHWH, de Tao, en het Nirwana. Het bewijs hiervan is terug te vinden in de heilige geschriften en iconografieën van de wereldreligies, meestal in de vorm van symboliek en beeldtaal.

 

Maar niet alleen in religies, ook in talrijke sprookjes, mythes en legendes wordt ons op een indirecte manier verteld dat er zich in ons een touwladder bevindt naar de hemel, en wel bij het heiligbeen (os sacrum). De naam van dit bot doet al vermoeden dat wij al lange tijd weten dat er iets bijzonders aan de hand is op deze plaats in ons bekken.

Innerlijke engelen

In het Oude Testament lezen we over de droom van aartsvader Jakob waarin hij engelen via een ladder ziet opklimmen naar, en neerdalen van, de hemel (1). Deze engelen symboliseren de ontwaakte kundalini-energie die door de wervelkolom (ladder) van de slapende Jakob stroomt. God spreekt tot hem in de droom en doet hem beloftes van bescherming en nageslacht. Bij het wakker worden is hij diep onder de indruk, en Jakob beseft dat hij zijn weg nu zal gaan met God. (2)

Aartsvader Jakob droomt over een ladder naar de hemel

Het lange haar van Rapunzel hangt uit het raam van de toren waarin zij opgesloten zit

Het Boeddhisme kent ook een vrouw met lang haar: de godin Phra Mae Thorani. Op de illustratie (rechts) zien we haar afgebeeld onder de mediterende Boeddha. Er komt een waterstroom uit haar paardenstaart. Dit water symboliseert de ontwaakte kundalini-energie in de Boeddha zelf. Volgens de mythes helpt Phra Mae Thorani de Boeddha met het overwinnen van de demon Mara, die hem wil weerhouden van het bereiken van de staat van verlichting.

Mara staat voor alles wat de spirituele aspirant af houdt van de spirituele weg: gehechtheid, verleiding, onwetendheid, etcetera. De illustratie toont hoe Mara, zittend op een grote olifant (symbool voor de enorme kracht van de demon), tezamen met zijn volgelingen (verschillende demonische aspecten), verdrinkt in het water dat uit de haren van de godin stroomt.

Lange haren

De ontwaakte kundalini-energie wordt in de beeldtaal ook wel gesymboliseerd door lange haren. Rapunzel laat, in het gelijknamige sprookje, opgetekend door de gebroeders Grimm, haar enorm lange haren hangen uit het raam van de toren (wervelkolom) waarin zij is opgesloten door een heks (symbool voor de materie). Een prins klimt via de haren omhoog en het uiteindelijke huwelijk van het verliefde stel is een metafoor voor het innerlijke heilige huwelijk: de versmelting van de mannelijke en vrouwelijke energieën; een onderdeel van het proces van spiritueel ontwaken.(3)

De Boeddha roept de godin Phra Mae Thorani aan om demonen weg te spoelen in een vloed

Geopend kruinchakra

Het ontwaken van de kundalini-energie in het bekken leidt niet automatisch tot een staat van heiligheid of verlichting. Hier gaat een intensief proces van zuivering en heling aan vooraf, aangestuurd door de goddelijke energie, waarmee de meeste spirituele aspiranten ettelijke decennia zoet zijn. Dat de Boeddha deze moeizame en pijnlijke weg met succes heeft voltooid mogen we afleiden uit zijn volledig geopende kruinchakra.

In de iconografie van het Boeddhisme wordt de Boeddha afgebeeld met iets wat lijkt op kroeshaar, door sommigen ‘slakkenhaar’ genoemd. Een zoektocht op het internet levert geen uitsluitsel over de exacte betekenis van deze krulletjes. Waarschijnlijk omdat maar weinigen volgelingen de ervaring kennen van een volledig geopend kruinchakra. Dit voelt namelijk als allemaal kleine energiewervelingen (‘spiraaltjes’) op de bovenste helft van je hoofd.

Het kruinchakra van de Boeddha is volledig geopend. De vlam op zijn hoofd verwijst naar het ontwaakte kundalini-vuur.

Farao Amenhotep III met een Uraeus-cobra (symbool voor de kundalini) op zijn hoofdtooi. De kleine cirkeltjes verwijzen naar een geopend kruinchakra.

Het spiraalvormige haar van de apostel Johannes verwijst naar een geopend kruinchakra en een proces van kundalini-ontwaken.

In de iconografie van het christendom wordt een volledig geopend kruinchakra gesymboliseerd door een aureool, of een bloemenkrans, om het hoofd van heiligen.

Ook de bodhiboom waaronder de Boeddha zijn staat van verlichting bereikt symboliseert de ontwaakte kundalini-energie die door zijn wervelkolom naar het kruinchakra stroomt. In veel spirituele tradities vinden we een (levens)boom terug met bijzondere eigenschappen of vruchten, die verwijzen naar de ervaring van het goddelijke en een verruimd (verlicht) bewustzijn. (4)

Tijdens zijn beroemde nachtreis (mi’rāj) met de aartsengel Gabriël komt de profeet Mohammed aan bij de boom Sidratoel Moentaha, die staat op de grens van de zevende hemel (het zevende-, of kruinchakra), waar hij goddelijke instructies ontvangt. In de Hadith (mondelinge overlevering) wordt Sidratoel Moentaha genoemd als de boom die zich onder de Troon van God (Allah) bevindt. (5)

Lopende bomen

Ook het Nieuwe Testament staat vol met beeldtaal die verwijst naar de kundalini-energie. De lichamelijke genezingen die Jezus verricht tijdens zijn reizen door Judea mogen we lezen als de geestelijke processen van zuivering en heling die onderdeel zijn van een kundalini-proces (6). In het evangelie van Marcus wordt een blinde man bij Jezus gebracht:

Hij nam de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Toen raakte hij met speeksel de ogen van de man aan en hij legde hem de handen op. ‘Ziet u al iets?’ vroeg hij. De man keek rond en antwoordde: ‘Ik zie bomen – nee, het moeten mensen zijn, want ze lopen.’ Jezus legde nog eens de handen op zijn ogen. Nu zag hij scherp, zijn ogen waren weer goed en hij kon alles duidelijk zien. (7)

Mensen die in medisch opzicht prima kunnen zien, kunnen toch volgens de Bijbelse normen blind zijn als zij in spiritueel opzicht nog in een staat van duisternis en onwetendheid verkeren. Blindheid is dan Gods aanwezigheid ontkennen en in plaats daarvan gericht zijn op de materie. Dat het hier gaat om spirituele blindheid mogen we opmaken uit de merkwaardige vermelding dat de blinde tijdens de heling in eerste instantie bomen ziet in plaats van mensen.

De evangelist wil ons hiermee laten weten dat de man ‘ziende’ wordt door het ontwaken van zijn kundalini-energie. Zijn derde oog wordt geopend. Jezus brengt hiervoor eerst zijn speeksel aan op de ogen van de man. Dit symboliseert de overdracht van de goddelijke energie van Jezus naar de blinde.

Jezus stopt zijn vingers in de oren van een dove man

Spiritueel doof

Jezus gebruikt zijn speeksel ook bij het genezen van een doofstomme man. Wederom bevat het verhaal een merkwaardig element. Jezus stopt zijn vingers in de oren van de dove:

En ze brachten hem een dove die ook bijna niet kon praten, en vroegen hem de man de hand op te leggen. Jezus nam hem apart, op een afstand van de mensen. Hij stopte zijn vingers in de oren van de man en raakte met wat speeksel zijn tong aan. Toen sloeg hij zijn ogen op naar de hemel, haalde diep adem en zei tegen hem: ‘Effata’; dat betekent: Ga open. En zijn oren gingen open, zijn tong kwam los en hij kon normaal spreken. (8)

Waarom heeft de Zoon van God, die een storm tot bedaren kan brengen, en doden weer tot leven wekt, zijn vingers hierbij nodig? Dit is beeldtaal om ons te vertellen waar de man aan lijdt: hij staat niet open voor de spirituele dimensie van het leven. Hij heeft zijn vingers in zijn oren gestopt en wil niet luisteren naar God. Hij is doof in spiritueel opzicht.

Jezus slaat tijdens de genezing zijn ogen op naar de hemel. Dit symboliseert het opstijgen van de kundalini-energie naar het zesde en zevende chakra. De tong van de man komt los, hij kan weer spreken: eenieder die geraakt wordt door het goddelijke kan niet anders dan erover vertellen. Waar het hart vol van is loopt de mond van over.

De kundalini is geduldig

Wie oog krijgt voor de kundalini-symboliek die in spirituele tradities over de hele wereld is terug te vinden, raakt zo enthousiast dat ook hij of zij, net als ik, niet anders kan dan anderen erover vertellen. “Haal je vingers uit je oren!”, zou ik soms willen roepen tegen mensen die overduidelijk opgesloten zitten in hun ego en alleen maar belang hechten aan materiële zaken. Tegelijkertijd weet ik dat gras niet harder gaat groeien door eraan te trekken. De kundalini wacht geduldig in het bekken van ieder mens. Zij zal ontwaken op het moment dat de tijd er rijp voor is.

Noten:
(1) Gen. 28:10-22
(2) Zie voor een analyse van de volledige droom van Jakob mijn boek Kundalini-ontwaken
(3) Voor meer analyses van de betekenis van sprookjes klik hier
(4) Meer over de Boeddha en de kundalini in mijn boek Kundalini-ontwaken
(5) Meer over de profeet Mohammed in mijn boek Kundalini-ontwaken
(6) Zie mijn boeken Ecce Homo en Kundalini-ontwaken
(7) Marcus 8:23-25
(8) Marcus 7:32-35

Dit artikel is gepubliceerd in Paravisie magazine (okt ’23)
Copyright Anne-Marie Wegh 2023

Deel dit artikel

Anne-Marie is auteur van het boek: Kundalini-ontwaken

Door |2023-10-27T17:36:46+00:00augustus 3rd, 2023|Paravisie|Reacties uitgeschakeld voor Haal die vingers uit je oren!

De weg van meditatie

De weg van meditatie

Het temmen van de wilde olifant

Mindfulness (met aandacht in het hier en nu zijn) en meditatie, zijn ingeburgerde begrippen geworden in onze gehaaste en overprikkelde samenleving. Echter, iedereen die wel eens heeft geprobeerd rust te brengen in een overvolle geest weet dat dit niet zo eenvoudig is. Het boeddhisme vergelijkt dit met het temmen van een wilde olifant. Een zware, maar noodzakelijke klus: een olifant die je niet onder controle hebt, kan veel schade toebrengen.

Het pad van de monnik

De Tibetaanse thangka hiernaast is een beeldend verslag van deze queeste. Rechtsonder op de afbeelding zien we een monnik die met een touw en een haak achter een olifant en een aap aan rent. De olifant staat voor onze geest en de aap staat voor de onhandelbare, geagiteerde natuur van onze gedachtewereld, ook wel genoemd de ‘monkey-mind’. Een aap springt opgewonden van hot naar her en vindt alles interessant. Op de thangka volgt de olifant in eerste instantie niet de monnik, maar de aap. Dit is het beeld van een ongeoefende geest die alle kanten uit gaat, zonder dat je er iets over te zeggen hebt.

Het touw en de haak in de handen van de monnik zijn de traditionele middelen om een wilde olifant te vangen en tot gehoorzaamheid te dwingen. Vertaald naar het temmen van de geest staan deze gereedschappen voor mindfulness en waakzaamheid. Met het touw van mindfulness bindt je de geest vast aan het object van de meditatie, met de corrigerende haak van waakzaamheid zorg je ervoor dat de geest alert en gefocust blijft op het gekozen object.

De wilde olifant wordt met touwen vastgebonden en met een haak tot gehoorzaamheid gedwongen.

Aan het begin van de reis zijn de olifant en de aap zwart van kleur: het bewustzijn en de gedachtewereld van de beginnende mediteerder zijn troebel, vervuild en lethargisch. Gaandeweg verdwijnt de aap en wordt de olifant steeds witter: het beeld van een heldere, zuivere, kalme geest.

De vijf objecten die zich langs de weg bevinden, staan voor de vijf zintuigen, en symboliseren de vijf bronnen van mentale agitatie: smaak (vruchten), aanraking (zijde), geluid (cimbalen), geur (schelp) en zicht (spiegel). Zintuiglijke prikkeling stimuleert verlangens, en deze vormen in het boeddhisme een hindernis op de weg naar verstilling en onthechting.

Nadat de monnik er in is geslaagd om zijn touw vast te maken aan de olifant, voegt zich een konijntje bij het drietal. Dit dier staat voor een subtielere vorm van rusteloosheid die de mediteerder pas bemerkt als hij al enige grip op zijn geest heeft gekregen. Het vuur langs de weg symboliseert de hoeveelheid inspanning die nodig is om de geest onder controle te krijgen. Gaandeweg wordt het steeds makkelijker om de focus vast te houden. Linksboven op de thangka zit de monnik in een grot op een berg en de witte olifant ligt naast hem te rusten. De aap en het konijn zijn definitief weg. Hij verblijft moeiteloos in een staat van gelijkmoedigheid, verstilling en innerlijke vrede.

Uit het hart van de monnik komt een regenboog met drie afbeeldingen die staan voor wat zich afspeelt in zijn innerlijke wereld. Hij kan, rijdend op de olifant, zijn geest verplaatsen waarheen hij maar wil. Het vuur, rechtsboven, en het vlammende zwaard staan voor een nieuw doel in zijn meditaties: het verkrijgen van inzicht in de ware natuur van de werkelijkheid. De vliegende monnik staat voor de extase die hij ervaart.

De moderne mens: vol en vast

De op deze thangka geschetste weg van de monnik naar het nirwana is niet zonder meer van toepassing op de moderne westerse mens. Een monnik leidt een teruggetrokken, eenvoudig bestaan, zonder veel bezittingen, verantwoordelijkheden, stress en zintuigelijke prikkels. Een afbeelding van de weg van de westerse mens naar een verstilde, vredige geest zou aangevuld moeten worden met hindernissen als een kantoorgebouw, collega’s, kinderen, een wasmachine, computer, supermarkt, aanrecht, televisie, radio, stofzuiger, smartphone, drukke wegen en een file, om maar een paar voorbeelden te noemen.

In het Hindoeïsme personifieert de halfgod Hanuman een gezuiverde en verstilde geest (‘monkey-mind’). Hanuman is volledig toegewijd aan het goddelijke echtpaar Rama en Sita, rechtsboven op de afbeelding, die zich bevinden in zijn hart. Zij symboliseren het ‘heilige huwelijk’: het versmelten van het mannelijke en vrouwelijke (de dualiteit) in de mens, een proces dat leidt tot een vereniging met God. Hanuman vertegenwoordigt het succesvol afleggen van de weg naar God via meditatie en mindfulness.

Met onze levensstijl is het helaas geen kwestie van alleen consequent toepassen van meditatie en mindfulness. Daarvoor zitten we te vol en te vast. ’Vol zitten’ wil zeggen: overprikkeld zijn, en vol met gedachten en onrust. Je innerlijke wereld voelt ‘vol’ met alle indrukken en emoties van de dag. Hierdoor is er nauwelijks ruimte voor voelen en weinig momenten van rust in je hoofd.

‘Vast zitten’ wil zeggen dat de levensenergie niet vrij stroomt doordat onverwerkte spanningen en emoties zich hebben vastgezet en blokkades vormen in de meridianen. In eerste instantie ervaar je dit als een vage onrust, veel piekeren, en je voelt je uit balans. Als hier geen verandering in komt, kan dit resulteren in een lichamelijke en geestelijke ‘verstarring’.

In ons zijn voortdurend krachten werkzaam die ons willen terugbrengen naar een staat van heelheid en balans. Dit krachtenveld zet wonden aan tot genezen, zorgt ervoor dat afvalstoffen worden verwijderd uit ons lichaam en dat het fysiologisch evenwicht (homeostase) wordt hersteld.

Ook op het geestelijke niveau zijn deze krachten zijn werkzaam: de emoties en indrukken van de dag worden verwerkt. Het hart wordt geheeld, de geest komt weer tot rust. Deze algehele zuivering en genezing vindt met name ’s nachts plaats, als we slapen en er maar heel weinig energie nodig is om het lichaam te laten functioneren.

Dat we collectief vol en vast zitten komt omdat de hoeveelheid indrukken op een dag groter is dan onze capaciteit om deze te verwerken. En door onze jachtige leefstijl is er onvoldoende rust en ruimte om emoties goed te doorvoelen. Het is vergelijkbaar met onze spijsvertering: alles wat we eten en drinken moet verteerd worden. Zo moet ook alles wat we aan zintuiglijke indrukken ervaren en aan informatie binnen krijgen verwerkt worden.

Alles wat niet verwerkt wordt verdwijnt in het moeras van het onderbewuste, waar het een eigen leven gaat leiden en gaat ‘gisten’, als het ware. Als luchtbellen borrelen de hele dag gedachten en gevoelens op uit dit moeras, schijnbaar uit het niets, en zonder dat we het kunnen stoppen.

Meditatie ondersteunt ons vermogen om te verwerken. Voor een monnik kan dagelijks mediteren voldoende zijn om op de langere termijn steeds leger te worden, maar met onze levensstijl zullen we ook de hoeveelheid indrukken die we binnen krijgen drastisch moeten verminderen. Minder tv kijken, bijvoorbeeld, minder muziek luisteren, niet alles maar lezen wat los en vast zit, meer zwijgen.

Saai? Helemaal niet! Dit is een weg waarbij élke stap die je zet ook al een beloning in zich heeft. Elke keer dat je bewust ervoor kiest om de radio uit te laten, of een gesprek niet te beginnen, ontvang je een moment van vredige stilte. Een moment van verbinding met jezelf.

De witte olifant die naast de monnik ligt te rusten is in feite het beeld van een opgeschoond onderbewuste. Daarom is in deze fase de innerlijke verstilling ook moeiteloos. De monnik hoeft zich niet te concentreren of op een andere wijze in te spannen. Er komen simpelweg geen gedachten meer opborrelen. Zijn hoofd is leeg en zijn hart gaat open. Hij is in het hier en nu met al zijn schoonheid en vreugde.

Dit artikel is gepubliceerd in Paravisie magazine (november ’22)
Copyright Anne-Marie Wegh 2022

Deel dit artikel

Anne-Marie is auteur van het boek: Kundalini-ontwaken

Door |2022-10-20T12:47:59+00:00augustus 11th, 2022|Paravisie|Reacties uitgeschakeld voor De weg van meditatie

Het einde der tijden?

Het einde der tijden?

De vier ruiters van de Apocalyps

Vanaf het moment dat ziekte en oorlog het dagelijks nieuws zijn gaan domineren, klinken er stemmen die roepen dat dit tekenen zijn. Tekenen beschreven in het Bijbelboek Openbaring, met de visioenen van Johannes, dat het einde van de wereld nabij is. De surrealistische beelden van vernietiging en dood die in Openbaring worden geschetst, zijn echter niet van de laatste stuiptrekkingen van onze planeet, maar van een spiritueel ontwaken, waarbij de ‘oude wereld’ van de mens vergaat en plaatsmaakt voor het ‘Nieuwe Jeruzalem’ van God.

De natuurrampen, ziektes, oorlogen en weerzinwekkende monsters in Openbaring staan voor de innerlijke turbulentie en strijd die voorafgaat aan de ultieme mystieke ervaring: de hereniging met onze Schepper. De befaamde vier ruiters van de Apocalyps, die in de visioenen het einde der tijden inluiden, laten zien dat alle aspecten van ons wezen betrokken zijn bij deze innerlijke transformatie.

Het witte paard

Over de eerste ruiter schrijft Johannes:

‘En ik zag en zie, een wit paard, en Hij Die erop zat, had een boog. En Hem was een kroon gegeven en Hij trok uit, overwinnend en om te overwinnen.’

Dit is het beeld van de gezuiverde ziel van de mens die zijn dierlijke driften (het paard) heeft overwonnen (de kroon). Deze symbolische betekenis klinkt ook door in onze bekende uitdrukking de ‘prins op het witte paard’: de ideale man is zuiver (wit) van hart en heeft zijn primitieve driften (het paard) onder controle. De handboog was in de tijd van Christus het wapen waarmee dieren werden bejaagd en gedood.

Het rode paard

De tweede ruiter zit op een rood paard:

‘…en aan hem die erop zat, werd macht gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, en te maken dat men elkaar zou afslachten. En hem werd een groot zwaard gegeven.’

Deze ruiter staat voor ons gevoelsleven. Rood is de kleur van de hartstocht, maar ook van woede. Heftige emoties nemen onze innerlijke vrede weg en zijn verantwoordelijk voor bloedige conflicten overal ter wereld.

Het zwarte paard

Daarna verschijnt een zwart paard:

‘…en hij die erop zat, had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde te midden van de vier dieren een stem zeggen: Een maat tarwe voor een penning + en drie maten gerst voor een penning. En breng de olie en de wijn geen schade toe.’

Deze ruiter staat voor onze gedachten. In ons hoofd wordt alles wat de zintuigen ervaren overwogen en afgewogen. In spirituele terminologie: het denken beweegt zich tussen de uitersten van de dualiteit (de weegschaal). En is gericht op geld verdienen. Olie en wijn zijn in de Bijbel metaforen voor het Goddelijke. Iedere mysticus is zich er (pijnlijk) van bewust dat zijn gedachten, die in direct verband staan met zijn emoties, een grote hindernis kunnen vormen om het Goddelijke te ervaren.

Het grauwe paard

Het vierde paard is grauw van kleur:

‘…en die erop zat, zijn naam was de dood, en het rijk van de dood volgde hem. En hun werd macht gegeven over het vierde deel van de aarde om te doden met het zwaard, met honger, met de dood en door de wilde dieren van de aarde.’

Dit is een beschrijving van ons lichaam, het vierde aspect van de mens. Het lichaam wordt geteisterd door honger, dood, verderf, en primitieve driften (de wilde dieren). Grauw is de kleur van een lijk. Het lichaam heeft ons niets te bieden in spiritueel opzicht, zegt het visioen.

Volg je ziel

Nergens in de Bijbel staat dat de wereld zal worden vernietigd door God. Dit zal hooguit een gevolg zijn van onze eigen materialistische, genotzuchtige levenswijze en territoriumdrift. Het boek Openbaring waarschuwt juist niet de ruiters te kronen die verantwoordelijk zijn voor oorlog, lijden en de dood, maar de eerste ruiter, onze ziel, de leiding te laten nemen, en de andere drie te laten volgen.

Dit artikel is gepubliceerd in Paravisie magazine (september ’22)
Copyright Anne-Marie Wegh 2022

Deel dit artikel

Anne-Marie is auteur van het boek: Ecce Homo, de beeldtaal van de Bijbel

Door |2022-08-21T07:38:56+00:00juli 22nd, 2022|Paravisie|Reacties uitgeschakeld voor Het einde der tijden?

De rode olifant met de zeven slurven

De rode olifant met de zeven slurven

De diepere betekenis van mythische dieren

De mens heeft altijd geprobeerd het onbeschrijfelijke in beeldtaal uit te drukken. Het onzichtbare, goddelijke, werd begrijpelijk gemaakt met gebruik van wezens en objecten uit de zichtbare wereld. In heilige geschriften en godenmythes wemelt het van de dieren in allerlei soorten en maten. Ze spelen een heldenrol of ze vormen juist een gevaar. Deze dieren vertegenwoordigen bijna altijd aspecten van onze innerlijke wereld. Inzicht krijgen in waar een dier voor staat kan ons helpen op onze spirituele weg. In dit artikel gaan we kijken wat we kunnen leren van de olifant, de slang en de krokodil!

De slang en de olifant

In ons bekken, bij het heiligbeen, bevindt zich een energiebron van goddelijke oorsprong. Als deze energie ontwaakt, en opstijgt door de wervelkolom, is dit het begin van een spiritueel transformatieproces. De kundalini-shakti, zoals de yogi deze energie noemt, heeft een zuiverende en helende werking.

Een bekend symbool voor deze energie is een slang. Een passend beeld, in meerdere opzichten. Een slang vernieuwt (transformeert) zich door te vervellen. Verder heeft de wervelkolom van de mens, vanaf de zijkant gezien, de S-vorm van een bewegende slang. En het vermogen van veel slangen om zich, vanaf de grond, rechtstandig op te heffen, zal ook een rol hebben gespeeld in het feit dat over de hele wereld de slang is terug te vinden als een metafoor voor een kundalini-ontwaken.

Veel minder bekend bij het grote publiek is de olifant als symbool voor een kundalini-ontwaken. Ook hier zijn een aantal goede redenen voor te bedenken. De kundalini is een enorm krachtige energiebron. Als zij ontwaakt in een onvoorbereide spirituele aspirant, kan dit het ontwrichtende effect hebben op lichaam en geest van een spreekwoordelijke olifant in een porseleinkast. Hoewel verleidelijk, gezien de vooruitzichten van het ervaren van God en het verkrijgen van bovennatuurlijke vermogens, maakt dit de kundalini-energie niet iets om lichtzinnig mee te experimenteren!

Onze anatomie roept associaties op met een slang en een olifant

Als we kijken naar de anatomie van de mens zien we nog een mogelijke verklaring voor de keuze van een olifant als symbool voor de goddelijke energie bij ons heiligbeen: de contouren van het bekken en de wervelkolom lijken sprekend op het hoofd en de slurf van een olifant!

De hindoe-god Ganesha. Op zijn slurf is een drietand afgebeeld. Het flesje dat Ganesha vasthoudt met zijn slurf bevat ‘amrita’: de drank der onsterfelijkheid. Amrita is een metafoor voor de verandering van de hersenvloeistof: onder invloed van de kundalini-energie komen opiaten en hormonen vrij die een Godservaring geven.

Ganesha

Het beeld van een olifant past ook bij de bewustzijnsverruiming die een aspect is van het proces van kundalini-ontwaken. De populaire hindoegod Ganesha kan ons hier alles over vertellen. Volgens de mythes heeft hij namelijk niet altijd een olifantenhoofd gehad. Er zijn verschillende versies van dit verhaal, maar het komt meestal hierop neer: de godin Parvati (een personificatie van de kundalini-shakti) maakt tijdens het baden haar zoon Ganesha uit klei (of zeep) en zet hem op wacht terwijl zij haar bad neemt. Als haar man Shiva thuiskomt en bij de deur wordt tegengehouden door Ganesha wordt hij woedend en onthoofdt de jongen met zijn drietand. Als hij er daarna achter komt dat hij zijn eigen zoon heeft gedood, plaatst hij het hoofd van een olifant op zijn schouders en wekt hem weer tot leven.

Shiva en Parvati staan hier voor de mannelijke en vrouwelijke energieën in de mens die moeten versmelten om de eenheid van het goddelijke (samadhi) te ervaren. Tijdens dit heilige huwelijk ‘sterft’ het ego. Dit is wat de mythe ons vertelt in prachtige symboliek.

Het bad van Parvati symboliseert de zuiverende werking van de kundalini-energie. Parvati maakt tijdens het baden Ganesha uit klei: Ganesha staat voor de nieuwe mens die ontstaat door het zuiveringsproces. Shiva wordt bij thuiskomst niet toegelaten tot zijn vrouw (lees: hij kan zich met haar niet ‘verenigen’) en doodt daarom Ganesha. Dit symboliseert het ego dat moet sterven om het heilige huwelijk te kunnen laten plaatsvinden.

Het hoofd is de zetel van het ego. Onthoofding is een klassieke metafoor voor het afleggen van het ego. De drietand (trishula) waarmee de onthoofding van Ganesha plaatsvindt, staat voor de drie energiebanen die betrokken zijn bij een kundalini-ontwaken: de ida-, pingala- en sushumnanadi. In de iconografie wordt vaak op het voorhoofd of de slurf van Ganesha een drietand afgebeeld.

Lees meer over de symboliek van onthoofding in het artikel: ‘De spirituele weg van ontlediging’

Bevrijd van het ego ervaart de mens een verruimd bewustzijn. Het olifantenhoofd staat hier symbool voor. Ook de slurf is heel toepasselijk. Een slurf heeft veel weg van een slang, en reikt bij Ganesha van hoofd naar buik, de weg die de kundalini aflegt naar het kruinchakra.

Niet veel mensen zijn zich ervan bewust dat Ganesha staat voor een proces van kundalini-ontwaken. Hij wordt door de hindoes aanbeden als ‘de verwijderaar van alle obstakels’. Dit beschrijft in feite de werking van de kundalini: het verwijderen van energetische blokkades.

Een drietand staat symbool voor de drie energiebanen die betrokken zijn bij een kundalini-ontwaken.

Ganesha

Een veelzeggende illustratie: de slurf van de olifant is verbonden met een opgerolde (kundalini-) slang, via zeven cirkels (de zeven chakra’s)

Rode olifant

Met name op oudere afbeeldingen is Ganesha vaak rood of oranje van kleur. Dit is een verwijzing naar de kleuren van het eerste (rood) en tweede (oranje) chakra. Deze twee chakra’s bevinden zich in het bekkengebied, waar ook de kundalini verblijft.

Alle puzzelstukjes vallen keurig op hun plaats als we kijken naar de oosterse chakraleer. Deze verbindt elk van de zeven hoofdchakra’s met een specifiek dier. Muladhara (het eerste) chakra wordt geassocieerd met de olifant!

Een roodkleurige Ganesha wordt gebaad door zijn ouders Parvati en Shiva (18e eeuwse miniatuur uit Kangra, India)

Een illustratie van muladhara (het eerste) chakra, met Ganesha, Airavata, met zijn zeven slurven, en de godin Shakti, de personificatie van de kundalini-energie.

Airavata

Een andere mythische olifant, Airavata, heeft maar liefst zeven slurven. Deze verwijzen naar de zeven chakra’s die door de kundalini worden gezuiverd en geactiveerd.

Volgens de legende is Airavata geboren uit het ‘karnen van de oceaan van melk’, hetgeen we mogen lezen als een metafoor voor een kundalini-ontwaken. Het reliëf uit het tempelcomplex Swaminarayan Akshardham in New Delhi laat zien hoe dit in z’n werk ging. Een grote slang met zeven koppen zit gedraaid om een berg (de wervelkolom) en wordt heen en weer bewogen door een team van (half-)goden. We zien Airavata bovenop de golven die ontstaan door de het ‘karnen’. Een mythisch beeld dat zich afspeelt in het bekken van de mens bij het ontwaken van de kundalini.

De olifant Airavata op een reliëf uit het tempelcomplex Swaminarayan Akshardham in New Delhi

Gajendra

Een belangrijke spirituele les kunnen we leren van de olifant Gajendra. Volgens de hindoe-legendes werd Gajendra tijdens het baden gebeten door een krokodil, en deze liet hem niet meer los. Aan het einde van zijn krachten (volgens de legende na meer dan duizend jaar) smeekt hij de god Vishnoe om hulp. Als offer houdt hij hierbij een lotus in de lucht. Vishnoe bevrijdt Gajendra door de krokodil te onthoofden met zijn sudharshana chakra, een ronddraaiende discus met scherpe kartels.

De krokodil staat voor onze meest primitieve driften: de impulsen die komen uit het deel van onze hersenen dat ‘reptielenbrein’ wordt genoemd. Deze dierlijke neigingen zijn een hindernis om het goddelijke te verwezenlijken.

De olifant Gajendra wordt bevrijd door de god Vishnoe. De krokodil wordt onthoofd met een sudharshana chakra.

Een standbeeld van Ganesha in Prambanan, Indonesië. Zijn slurf wordt gepoetst door de vele bezoekers. Er wordt gezegd dat het aanraken van de slurf, en daarna dan je voorhoofd (het zesde chakra), je creativiteit zal vergroten.

Inmiddels weten we al voldoende om de rest van de symboliek te kunnen duiden. Het beeld van Gajendra die wordt vastgehouden door de krokodil, betekent dat zolang als wij ons laten leiden door dierlijke neigingen als agressie, egoïsme, hebzucht en jaloezie, zal de kundalini (Gajendra) niet ontwaken en ‘gevangen blijven’ in het bekken (het meer).

De lotus die Gajendra omhoog houdt met zijn slurf, staat voor het omhoog brengen van de kundalini (slurf) naar het kruinchakra (lotus). De sudharshana chakra waarmee de krokodil wordt onthoofd verwijst naar de spiraalbeweging van de zuiverende kundalini.

De god Vishnoe, die Gajendra te hulp komt, vertelt ons dat als we ons richten op spirituele groei, dan staan we er niet alleen voor. We zullen we hulp krijgen vanuit de goddelijke dimensies!

Dit artikel is gepubliceerd in Paravisie magazine (mei ’22)
Copyright Anne-Marie Wegh 2022

Deel dit artikel

Anne-Marie is auteur van het boek: Kundalini-ontwaken

Door |2022-06-05T08:37:07+00:00april 16th, 2022|Paravisie|Reacties uitgeschakeld voor De rode olifant met de zeven slurven

Tarot 21. De Wereld

21. De Wereld

Het thema van deze tarotkaart heet in de alchemie ‘de bekroning van de natuur’: het goddelijke regeert over de materie; de vervolmaking van de schepping. Vertaald naar de mens, heeft deze ‘de wereld’ en het beest in zichzelf overwonnen.

De goddelijke kracht werkzaam in het spirituele transformatieproces dat hiervoor nodig is wordt in de alchemie gepersonifieerd door, onder andere, Sophia (Wijsheid) en de god Mercurius met zijn slangenstaf de caduceus. Het christendom spreekt over de Heilige Geest en de yogi noemt het de kundalini-shakti.

Uit ‘DE BEKRONING VAN DE NATUUR’ (Coronatio Naturae); een alchemistische serie van 67 illustraties, uit de eerste helft van de 17e eeuw:

De DUIF van de Heilige Geest daalt neer (de KUNDALINI stijgt op) en begint aan een ZUIVERINGSPROCES in de mens.

De fase van de VERENIGING van de polaire energieën. De (kundalini-)slang die in zijn eigen staart bijt (oeroboeros) staat voor deze innerlijke EENWORDING.

Het Magnum Opus is VOLTOOID. De alchemist wordt gekroond door SOPHIA.

De tarot in de 15e eeuw

Op beide onderstaande 15e eeuwse tarotkaarten – het Visconti Di Modrone deck en het Charles VI deck – zien we Sophia die regeert over de wereld. Hoe weten we dat dit Sophia is? Op de Visconti Di Modrone kaart (linksonder) zien we een vrouw die zich bevindt in de lucht; dit geeft haar een ‘hemelse’ status. In haar linkerhand heeft zij een kroon en in haar rechterhand een trompet met vleugels. Tarotkaart 20. Het Oordeel heeft ons geleerd dat een trompet bespeeld door een goddelijke figuur (een engel of Mercurius, bijvoorbeeld) een metafoor is voor de stroming van de kundalini-energie door de wervelkolom.

Op de Visconti kaart is de trompet niet alleen in handen van een ‘hemelse figuur’, maar heeft ook vleugels. Deze staan voor de voltooiing van het proces van kundalini-ontwaken, vergelijkbaar met de vleugels bovenaan de staf van Mercurius/Hermes (rechts).

De CADUCEUS, de staf van de god Mercurius/Hermes.

Visconti Di Modrone Tarot (15e eeuw)

Boven het hoofd van SOPHIA zweeft de DUIF van de Heilige Geest. De TROMPET is van zilver en goud: een verwijzing naar de VERSMELTING van de POLAIRE ENERGIEËN (zon en maan). Illustratie uit David Joris’s Wonder Boeck, 1542.

Naast de Visconti kaart zien we een alchemistische afbeelding van Sophia (rechtsboven) met een aantal attributen die verwijzen naar de werking van de kundalini-energie, waaronder een grote S-vormige trompet. De S-vorm zorgt ervoor dat de lucht die er doorheen stroomt de spiraalbeweging van de kundalini heeft. Sophia zweeft boven een aardbol met een grote slang er doorheen. Deze (kundalini-)slang ligt ook langs de wervelkolom van het skelet (de ‘aan zichzelf’ gestorven mens, de dood van het ego) op de voorgrond.

Op de onderste helft van de Visconti kaart staat een ruiter op een paard centraal. Deze man of vrouw draagt een witte tuniek en een rode broek. Wit en rood zijn de kleuren die in de alchemie staan voor de polaire energieën/dualiteit.

De kleur wit van het paard verwijst naar de uitzuivering van de dierlijke natuur. Boven het landschap met de ruiter, kastelen, waterpartijen en boten, prijkt een gouden kroon, symbool voor ‘de bekroning van de schepping’.

Lees meer over de symbolische betekenis van een WIT PAARD in het artikel: ‘Maak de eenhoorn in jezelf wakker’

De kaart van het Charles VI, of Estensi, deck (rechts) bevat een extra element dat ons op het spoor zet van Sophia. De vrouw op de kaart heeft een zwarte aureool, hetgeen betekent dat zij staat voor een van de vier kardinale deugden: Prudentia (Voorzichtigheid, Wijsheid), Justitia (Gerechtigheid), Fortitudo (Kracht), en Temperantia (Gematigdheid).

De enige van de vier deugden die nog ontbreekt in dit tarot deck is Prudentia; dit is Latijn voor wijsheid. Het Griekse woord voor wijsheid is Sophia. In de Bijbel is Wijsheid/Sophia de benaming voor de kundalini-energie. Voor een onderbouwing van deze stelling lees mijn boek Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie.

In de eeuwen dat er nog niet hardop gesproken kon worden over ‘heidense’ spiritualiteit, verwerkten kunstenaars alchemistische en andere verboden esoterische kennis volop in hun schilderijen. Voor wie er oog voor heeft, zijn er in alle musea en kerken kunstwerken te vinden met verwijzingen naar het proces van kundalini-ontwaken. Hieronder twee illustraties van Prudentia waarin kundalini-symboliek is verwerkt. De slang is een vast attribuut van Prudentia.

Charles VI, of Estensi, deck, eind 15e eeuw.

Prudentia, Marcantonio Raimondi,
1510 – 1527, Rijksmuseum.

Prudentia, Jacob Matham, naar Hendrick Goltzius,
1e helft 17e eeuw, Rijksmuseum.

Een ander element op de Charles VI kaart dat verwijst naar een kundalini-ontwaken is de groene cirkel om het landschap van bergen en gebouwen. De extra brede rand is een verwijzing naar de dubbele cirkel, die in de alchemie, zoals we zagen bij kaart nr 19 De Zon en kaart nr 20 Het Oordeel, symbool staat voor de versmelting van de polaire energieën.

Rechts: de DUBBELE CIRKEL is een alchemistisch symbool dat staat voor de VERSMELTING van de polaire energieën/EENWORDING.
(Afbeelding van de ‘Steen der Filosofen’ uit ‘De Tiende Sleutel’, Basilius Valentinus, 1599)

De bergen op de Charles VI kaart staan voor een verruimd bewustzijn en de rode kasteelachtige gebouwen verwijzen naar het Koninkrijk van God. De kleur rood staat in de alchemie voor het voltooide Magnum Opus (proces van Godsrealisatie). De cirkel met landschap en vrouw bevinden zich in de wolken. Een bevestiging van de bovenstaande interpretatie.

Deze illustratie van het MAGNUM OPUS bevat drie verwijzingen naar de versmelting van de polariteiten: ANDROGYNIE (zowel man als vrouw), de WITTE EN RODE (klik hier) vleugel, en de DUBBELE CIRKEL (click here) met één rand van GOUD en één van ZILVER. In het midden van de cirkel zien we, net als op tarotkaart De Wereld, een LANDSCHAP. (Splendor Solis, embleem 9, 1582.)

Op deze alchemistische illustratie van SOPHIA zien we in haar buik het GODDELIJK KIND (‘figura divina‘). Dit is het WEDERGEBOREN ZELF van de alchemist. (Uit: Gemma Sapientiae et Prudentiae, 18de eeuw)

De eerste gedrukte tarotkaarten

Van de allereerste gedrukte tarot decks zijn alleen enkele ongekleurde, ongesneden drukvellen bewaard gebleven. Een ervan is het Rothshield sheet uit circa 1500 (rechts). Hierop is Sophia vervangen voor de god Mercurius. De scepter en rijksappel in zijn handen moeten ons vertellen dat hij regeert over de wereld, die hier wordt verbeeld door een dubbele cirkel met zegekrans en de vier elementen erin.

Deze vier elementen kunnen ook worden vertaald naar de vier aspecten van de mens. Het element aarde staat dan voor het lichaam met de dierlijke instincten; het element water voor de emoties; het element lucht voor het denken, en het element vuur voor onze spirituele kern, of ziel.

De keuze van Mercurius voor de het Rothshield deck was blijkbaar geen eenmalige bevlieging, want een eeuw later vinden we hetzelfde tafereel op de Tarot van Bologna (helemaal rechts). De scepter is nu vervangen voor het vaste attribuut van Mercurius: de caduceus.

Rothshild sheet, circa 1500.

Tarot van Bologna, 1600.

In de alchemie staan Sophia en Mercurius voor respectievelijk de vrouwelijke en mannelijk pool van het goddelijke. Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk zijn voor het transformerende (kundalini-)vuur in het proces van het Magnum Opus. Op de illustratie linksonder houden Mercurius en Sophia beiden een fakkel onder de kolf van de alchemist (die staat voor de alchemist zelf).

MERCURIUS en SOPHIA vertegenwoordigen in de alchemie de mannelijke en de vrouwelijke pool van het goddelijke (in de mens). Dit kunnen we opmaken uit: 1. de TWEE ROOKKOLOMMEN die tezamen komen, 2. Mercurius staat op de AARDE en Sophia op het WATER, 3. de schelp met WATER van Mercurius en de VUURtoorts van sophia. 4. de ZON en de MAAN, bovenin de afbeelding. (Les Rudiments de la Philosophie Naturelle, Nicolas de Locques, 1665)

Een alchemistische illustratie van SOPHIA/Wijsheid. Op de door ‘Jungfrau’ Sophia gedragen KROON zien we het scheikundige symbool voor MERCURIUS. (Geheime Figuren der Rosenkreuzer, vóór 1785)

De Tarot van Marseille

De Tarot van Marseille is een verzamelnaam voor tarot decks uit een bepaald gebied in een bepaalde tijdsperiode. De kaarten zijn uitgevoerd in een herkenbare stijl, maar iedere ontwerper was vrij om de details naar eigen inzicht uit te werken. Juist deze onderlinge verschillen kunnen helpen de symboliek van de kaarten te duiden.

Hiernaast is afgebeeld de (waarschijnlijk) oudste Tarot de Marseille De Wereld. Het drukjaar wordt geschat op circa 1600. We zien een naakte vrouw (er is nog één borst zichtbaar) met een mantel om haar schouders, staand in een amandelvormige zegekrans. In de hoeken van de kaart zijn afgebeeld, met de klok mee: een engel, een adelaar, een leeuw en een stier. Deze komen uit het visioen van de profeet Ezechiël uit het Oude Testament, waarin vier levende wezens worden beschreven met vier gezichten: een mens, een adelaar, een leeuw en een os. (Ezechiël 1: 5-15)

In het boek Openbaring ziet de apostel Johannes in zijn visioen dezelfde wezens om de troon van God heen:

“En vóór de troon was een glazen zee, als kristal. En in het midden van de troon en om de troon heen waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier leek op een leeuw, het tweede dier leek op een kalf, het derde dier had het gezicht als van een mens, en het vierde dier leek op een vliegende arend. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels rondom, en vanbinnen waren die vol ogen.”  (Openb. 4:6-8)

Tarot van Marseille, circa 1600.

Het wezen met de vier gezichten uit het visioen van Ezechiël.

In de christelijke traditie zijn deze dieren symbool gaan staan voor de vier evangelisten, en zo worden ze op tarotkaart De Wereld ook meestal geduid. De betekenis gaat echter veel dieper. Ezechiël geeft een belangrijke aanwijzing: wat hij ziet zijn wezens met vier gezichten. Deze vier gezichten staan voor de vier aspecten van de mens: het denken (arend), het gevoelsleven/de emoties (leeuw), het lichaam met dierlijke instincten (os), en de ziel (gezicht van mens). Het zijn deze ‘lagen’ van de mens die worden getransformeerd tijdens het proces van spiritueel ontwaken. Hoofd (denken), hart (gevoelens) en buik (instincten) moeten worden bevrijd van de dierlijke driften die ieder mens bezit.

Lees meer over de SYMBOLIEK in de BIJBEL in mijn boek Kundalini-ontwaken

Overigens zien beide profeten een gezicht van een mens en niet van een engel. Dat in de iconografie, en ook op deze tarotkaart, meestal een engel wordt afgebeeld, naast een arend, een stier, en een leeuw, komt waarschijnlijk door de vleugels die de wezens in de twee visioenen hebben.

De amandelvorm van de zegekrans op de Tarot van Marseille kaart is een verwijzing naar de vesica piscis: een universeel symbool voor de versmelting van de tegenstellingen/dualiteit. De amandelvorm is ook in de christelijke kunst uit dezelfde tijd toegepast om heimelijk te communiceren dat Jezus een kundalini-ontwaken had doorgemaakt.

Op het fresco hieronder maakt Jezus het teken van het heilige huwelijk (2 vingers tegen elkaar, 2=1). Dit teken is geplaatst precies op de amandelvormige lijnen. Ook de achtpuntige sterren om Jezus heen zijn een oeroud symbool voor de kundalini-energie.

Vesica Piscis

Christus in Majesteit, fresco uit Santa Maria de Mur, Spanje, midden 12e eeuw.

Tarot van Marseille,
versie Jacques Viéville, 1650.

Jacques Viéville (links) heeft een mannelijke figuur centraal gesteld op zijn kaart. De scepter in zijn hand, die symbool staat voor de wervelkolom met erin stromend de kundalini-energie, is toepasselijk geplaatst ter hoogte van zijn kruis/bekken.

De kleuren rood en blauw van zijn mantel, zijn de klassieke kleuren voor respectievelijk het mannelijke en het vrouwelijke, en verwijzen naar de versmelting van de tegenstellingen. Hetzelfde geldt in de alchemie voor de kleuren goud en zilver (zon en maan) van de zegekrans. Het aureool staat voor een geopend kruinchakra: het kundalini-proces is voltooid. Zijn naaktheid symboliseert vergoddelijking.

De dieren om hem heen verwijzen naar het overwinnen van zijn dierlijke driften. Dit wordt nog duidelijker als we de kaart van het Etteilla III deck, uit 1870, ernaast leggen (linksonder).

De man op de Etteilla-kaart heeft een knuppel in plaats van een scepter in zijn hand. We mogen gerust aannemen dat hij deze heeft gebruikt om de vier dieren op deze kaart, die zich in zijn innerlijk bevinden, te overwinnen. De oeroboeros om hem heen is een symbool van innerlijke eenwording, net als de vesica piscis.

Etteilla III Tarot, 1870.
Etteilla gebruikte andere benamingen en een afwijkende nummering voor zijn deck.

De Allerheiligste Drievuldigheid, Maarten van Heemskerck,
Rijksmuseum, 1550-1599.

Het overwinnen van de dierlijke driften is ook verwerkt in het opmerkelijke en veelzeggende schilderij, rechtsboven, van Christus. Hij zit boven op de dieren die in de iconografie voor de evangelisten staan. Een ongebruikelijk tafereel. De stier, die van de drie dieren specifiek symbool staat voor de seksuele driften, is door de kunstenaar geplaatst tussen de benen van Jezus. De rode kleur (passie) van de stier versterkt zijn symbolische betekenis. Een engel houdt twee vingers van de linkerhand van Jezus tegen elkaar: het teken van het heilige huwelijk, dat staat voor de versmelting van de tegenstellingen (2=1).

Francois Chosson heeft voor zijn kaart (rechts) gekozen voor een vrouw, en dit is het beeld gebleven voor de meeste decks in de eeuwen die volgden.

Deze vrouw kan op twee niveaus worden geduid. Je kunt haar zien als de ziel (die meestal wordt gezien als vrouwelijk) van de mens die de wereld en zichzelf heeft overwonnen. Zij is ook Sophia, God de Moeder, de kundalini-shakti; de werkzame kracht die in de mens het transformatieproces tot stand heeft gebracht.

De vrouw heeft in beide handen een stokje. Dit zijn de twee tegenpolen waaruit de hele schepping is opgebouwd (licht/donker, het goede/het kwade, man/vrouw, etc). Deze interpretatie wordt bevestigd door de alchemistische illustratie linksonder waarop Sophia ook is afgebeeld met twee stokken. In het verlengde van de stokken zien we twee bomen met dualistische kenmerken: de zon en de maan, en de kleuren rood en wit, die in de alchemie staan voor de tegenstellingen. De goudkleurige feniksen op beide bomen staan symbool voor spirituele wedergeboorte.

Op vier verschillende manieren laat Francois Chosson weten dat op zijn tarotkaart de tegenpolen versmolten zijn: de vesica piscis-vorm van de zegekrans; het oneindigheidsteken waarmee de twee helften van de krans aan elkaar zijn bevestigd; de kleuren blauw en rood van de sjaal om het lichaam van de vrouw, en haar lichaamshouding: ze staat op één been.

De symboliek van één been (zitten, staan, of hangen) als verwijzing naar innerlijke eenwording zagen we tevens bij tarotkaart nr 4  De Keizer, nr 11 Kracht, en nr 12 De Gehangene. Ook in de christelijke schilderkunst is deze symboliek veelvuldig gebruikt om op verhulde wijze te communiceren dat Jezus een kundalini-ontwaken had doorgemaakt. Rechtsonder een voorbeeld.

Tarot van Marseille, versie Francois Chosson, 1736.

SOPHIA en de versmelting van de polaire energieën.
Miniatuur uit een anoniem alchemistisch manuscript
, 1499.

Slechts EEN BEEN van Jezus is zichtbaar. De kleuren ZWART, WIT, GEEL EN ROOD verwijzen naar de vier fases van het MAGNUM OPUS (klik hier). (Giuseppe Cesari, begin 17e eeuw)

De Oswald Wirth Tarot

De kaart van Oswald Wirth (rechts) bevat weinig nieuwe elementen. De vrouw houdt de twee stokjes nu vast in één hand, waardoor het beeld van versmelting wordt versterkt. De stokjes hebben een rode en een blauwe knop, de klassieke kleuren van het mannelijke en het vrouwelijke. Hiermee wordt bevestigd dat de stokjes staan voor de polariteiten.

De mozaïeken van Château des Avenières (hieronder) zijn grotendeels gebaseerd is op het deck van Oswald Wirth. De ontwerper heeft het aureool boven de dieren, dat Oswald Wirth had weggelaten, weer teruggeplaatst. Je kunt de aureolen zien als een verwijzing naar de vier evangelisten. Je zou het ook kunnen interpreteren als sublimatie/vergoddelijking van de dierlijke driften.

Het lange roodbruine haar van de vrouw zien we vaak op afbeeldingen van Sophia en verwijst naar het vuur van de kundalini-energie.

De zon boven de zegekrans heeft een rode kern en een gouden rand. Dit is een verwijzing naar de dubbele cirkel (eenwording) en het Magnum Opus (de kleuren goud en rood).

Oswald Wirth Tarot (1889)

Château des Avenières (1917)

De TWEE KERSEN in de hand van het kindje Jezus zijn een verborgen verwijzing naar zijn KUNDALINI-ONTWAKEN (2=1). (Antonello da Messina, 1480)

Meesterschap verwerven over onze dierlijke instincten is een belangrijk thema in veel spirituele tradities. Een leeuw vertegenwoordigt onze emoties, een stier onze seksuele driften, en een vogel (vaak aan adelaar) onze geest/denken. Rechts en onder drie voorbeelden. Rechts: het rijtuig van de Griekse god Dionysos wordt getrokken door een stier, een adelaar en een luipaard. Linksonder zien we de hindoegodin Durga, zittend op haar rijdier, een leeuw, en met haar voeten op een demon met het uiterlijk van een buffel. Ze is beide volledige meester. Rechtsonder is de Egyptische god Horus afgebeeld zittend op een koe, of stier, en twee leeuwen. De oeroboeros om hem heen is een symbool van (goddelijke) eenheid.

De Griekse god Dionysos

De hindoegodin Durga

De Egyptische god Horus. (Dama Heroub Papyrus, 11e-10e eeuw voor Chr., Cairo Museum van Egyptische Oudheden)

Rider-Waite-Smith Tarot (1909)

De Rider-Waite-Smith Tarot

Ontwerpster Pamela Colman-Smith getuigt van Bijbelkennis, want in de linker bovenhoek is het hoofd van een mens afgebeeld, in plaats van een engel. Ook heeft zij goed begrepen waar de vrouw op deze kaart voor staat. De sjaal die om haar lichaam is gewikkeld is erg lang en roept associaties op met een slang.

Een lange sjaal om te verwijzen naar de kundalini-energie zien we ook terug in de alchemie. Op het embleem hieronder zien we Sophia die een alchemist de weg (met slangen) wijst naar het innerlijke vuur. Ook haar sjaal lijkt op een opstijgende slang.

SOPHIA wijst een alchemist de weg (met SLANGEN) naar het INNERLIJKE VUUR. (Freymaurerische Versammlungsreden der Gold und Rosenkreutzer des alten Systems, 1779)

Conclusie

De mensheid ziet zichzelf als de kroon op de schepping, maar dat zijn wij Gods ogen nog niet. De spiritueel onbewust levende mens is nog niet af, en wordt gezien als ‘slapend’ of ‘dood’ in de Bijbel, en vele andere heilige geschriften.

In ons bekken bevindt zich een goddelijk potentieel dat ons in staat stelt een volgende stap in de evolutie te maken. Een energiebron die, eenmaal ontwaakt, een proces van zuivering en heling in werking zet: het voorbereidende werk voor een spirituele wedergeboorte en vereniging met onze Schepper.

Wij worden geroepen om onze dierlijke, lagere natuur te overwinnen, om zo onze hogere natuur te verwezenlijken. Op het alchemistische embleem hiernaast wordt dit prachtig verbeeld. De verleidingen van de wereld en onze verlangens (lust) zijn als een brandend vuur dat ons kan verteren en ons als slaven van onze zintuigen en onderbuik kan maken.

Atalanta Fugiens, Michael Maier, embleem 20, 1618.

Op de afbeelding spoort Sophia de krijger (de alchemist) aan om te vechten tegen dit vuur, dat ons niet blijvend gelukkig kan maken. Zij gebaart met haar handen dat wij het goddelijke vuur bij ons heiligbeen, waar zij voor staat, omhoog moeten brengen naar de kruin.

Dit is het thema van de gehele Grote Arcana van de tarot, ook al in de 15e eeuw, en deze laatste kaart De Wereld staat voor de voltooiing van dit proces van spirituele wedergeboorte. Het is een lange, zware weg, maar je wordt bijgestaan door God en zijn engelen. In de Bijbel zegt Jezus, die zelf deze weg ook is gegaan, tegen zijn leerlingen:

“Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed:
ik heb de wereld overwonnen.”
(Johannes 16:33)

Lees meer over de SYMBOLIEK in de BIJBEL in mijn boek Kundalini-ontwaken

The Green Witch Tarot (Kiri Leonard, 2014)

De wereldboom, of levensboom, is een archetype dat we in veel spirituele tradities terugvinden en is een metafoor voor een kundalini-ontwaken. Tussen de wortels van de wereldboom Yggdrasil bevindt zich volgens de Noorse mythes de (kundalini-)slang Nidhogg. De Ibis was een heilige vogel in het Oude Egypte en werd geassocieerd met wijsheid.

Tarot of the 78 Doors (Antonella Platano, Pietro Alligo, 2005)

Rood is in de alchemie de kleur van het voltooide Magnum Opus. De kleur rood van de bebloede baby is dus heel toepasselijk.

Tarot of Musterberg (Cesare Asaro, 2015)

De strook papier met tekst verwijst naar Sophia (Wijsheid). De twee waterstromen staan voor de polaire energiebanen. Sophia is de middelste, door de wervelkolom omhoog stromende, energiebaan. De achtpuntige ster is ook een kundalini-symbool, zie tarotkaart nr 17 De Ster.

Tarot of Jane Austen (Diane Wilkes, Lola Airaghi, 2006)

Het heilige huwelijk en het goddelijke kind. Rode en witte bloemen; de kleuren van de tegenpolen in de alchemie.

Dit artikel is geschreven door Anne-Marie Wegh. Copyright aug 2021.

Het meest recente boek van Anne-Marie is: Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie

Illustrations from the tarot decks, reproduced by permission of U.S. Games Systems, Inc., Stamford, CT 06902. c. by U.S. Games Systems, Inc.  All rights reserved.
Foto’s Châteaux de Avenières: http://hermetism.free.fr/Avenieres

Deel dit artikel

Door |2024-07-22T13:12:42+00:00augustus 6th, 2021|Tarot|Reacties uitgeschakeld voor Tarot 21. De Wereld

Tarot 20. Het Oordeel

20. Het Oordeel

Tarotkaart Het Oordeel lijkt in veel opzichten te verwijzen naar de ‘Dag des Oordeels’. Een dag die wordt genoemd in zowel de zowel joodse, christelijke als islamitische religieuze geschriften en die door vele gelovigen wordt gevreesd. Op deze dag, ergens in de toekomst, zal over alle mensen een oordeel worden geveld door God. Bestudering van de symboliek in deze kaart leert echter dat de (verborgen) esoterische boodschap over iets heel anders gaat, namelijk over het vreugdevolle moment dat wij spiritueel ontwaken, na een lange weg van noeste, innerlijke arbeid.

De Dag des Oordeels wordt op verschillende plaatsen in het Nieuwe testament genoemd en gaat meestal gepaard met een dreigende waarschuwing om ‘rechtvaardig’ te leven, anders…! Het is dus niet zo vreemd dat gelovigen deze dag vrezen. Tarotkaart nummer 20 verwijst echter naar een geheel andere Bijbelpassage. In zijn brief aan de christenen van Korinthe voorspelt de apostel Paulus:

“Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen sterven, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.” (1 Kor. 15:51-52)

Opmerkelijk aan dit citaat is dat Paulus zegt dat voor deze verandering in ‘een onvergankelijke mens’, je niet per se eerst hoeft te sterven. Paulus doelt hiermee op een proces dat hij zelf ook heeft doorgemaakt: een kundalini-ontwaken, waarbij niet alleen een bewustzijnsverruiming plaatsvindt, maar tevens een lichtlichaam wordt gevormd dat onsterfelijk is. De laatste bazuin is een verwijzing naar de opening van de laatste van de zeven chakra’s, die door de kundalini worden gezuiverd en geactiveerd: het kruinchakra.

De Viconti-Sforza Tarot

Welke aanwijzingen zijn er dat we de ook de allereerste tarotkaarten mogen uitleggen als een spirituele opstanding als gevolg van een kundalini-ontwaken? Op de 15e eeuwse Visconti-Sforza kaart (hiernaast) zien we een graf met, vreemd genoeg, maar liefst drie mensen erin, die tot leven worden gewekt door het bazuingeschal van twee engelen.

De man (links) en de vrouw (rechts) staan voor de twee polaire energiebanen die versmelten bij een kundalini-ontwaken (de twee slangen van de staf van de god Hermes/Mercurius, illustratie helemaal rechts). De oude man in het midden is degene die daadwerkelijk wordt opgewekt uit de ‘dood’: een staat van spirituele onbewustheid, waarin het grootste deel van de mensheid verkeerd.

Visconti-Sforza Tarot (15e eeuw)

De Romeinse god MERCURIUS (HERMES bij de Grieken). Zijn staf de CADUCEUS is het klassieke symbool voor een KUNDALINI-ontwaken. Op deze afbeelding blaast hij op een BAZUIN om het stromen van de goddelijke energie (het stijgen van de kundalini-slang), waar hij voor staat, uit te beelden. (Johann Theodor de Bry, circa 1570-1598)

Overigens is deze spirituele onbewustheid ook de ‘dood’ waaruit Jezus in de Bijbel verschillende mensen tot ‘leven’ wekt, waaronder Lazarus. Over Lazarus zegt Jezus duidelijk in het Johannes-evangelie: Hij is niet dood, hij slaapt (Joh. 11:11).

Lees meer over de symboliek in het verhaal over de OPWEKKING VAN LAZARUS in mijn boek Ecce Homo, de beeldtaal van de Bijbel.

De versmelting van de twee polaire energiebanen wordt op de Visconti-Sforza kaart ook gesymboliseerd door de gekruiste trompetten van de engelen, én door het kruis op het vaandel dat aan de trompetten bevestigd zit. Op de vaandels staat tevens een zon afgebeeld, een van de klassieke symbolen voor de kundalini-energie. De kleur rood van het graf verwijst naar de voltooiing van het Magnum Opus (het proces van Godsrealisatie) van de alchemist.

Ook klassiek is het blazen op een blaasinstrument als metafoor voor de werking van God’s Heilige Geest in onze wervelkolom. De Bijbel maakt tevens van deze metafoor gebruik. In het Oude Testament lezen we bijvoorbeeld in het verhaal van de val van Jericho, dat God de zeven priesters van Jozua opdraagt om te blazen op hun zeven ramsbazuinen (Jozua 6:4). De wervelende lucht die door de gedraaide hoorn van de ram stroomt verwijst naar de spiraalbeweging van de kundalini-energie. Het getal zeven in dit citaat staat voor de zeven chakra’s die worden geopend en geactiveerd door de kundalini. Nog altijd wordt op bepaalde joodse feestdagen op een ramshoorn, of shofar, geblazen (illustratie rechtsonder).

Lees over de diepere betekenis van de VAL VAN JERICHO in mijn boek ‘Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie’.

Een schematische weergave van de drie energiebanen die betrokken zijn bij een KUNDALINI-ONTWAKEN

De alchemist heeft het MAGNUM OPUS (klik hier) voltooid en staat op uit het GRAF van de spirituele ‘dood’/onbewustheid. Philosophia reformata, J.D Mylius, 1622.

Het blazen op een RAMSHOORN symboliseert in de Bijbel de SPIRAALBEWEGING van de kundalini-energie.

Een engel met een blaasinstrument versterkt nog meer het beeld van goddelijke energie die in de mens stroomt. Ook de alchemie, die veel invloed heeft gehad op de allereerste tarotkaarten, maakt van deze metafoor gebruik. Hieronder twee alchemistische emblemen van het Grote Werk (Magnum Opus) van de alchemist. Op beide emblemen zien we de alchemist zaaien (de eigen inspanningen) en een engel die op een bazuin blaast (God/de kundalini die Zijn werk doet in ons). De staf in de hand van de engel staat voor de wervelkolom.

Philosophia Reformata, J.D. Mylius, 1622. Op de aarde liggen de twee polaire energiebanen (ZON EN MAAN) die versmelten tijdens het kundalini-proces/Magnum Opus: 2=1. De engel met BAZUIN verbeeldt de middelste energiebaan in de WERVELKOLOM: de sushumna nadi met erin stromend de KUNDALINI.

In het midden vindt de ‘OPSTANDING’ van de alchemist uit de spirituele DOOD plaats. (De Twaalf Sleutels van Basilius Valentinus, sleutel VIII, 1599)

De eerste gedrukte tarotkaarten

Van de allereerste gedrukte tarot decks zijn alleen enkele ongekleurde, ongesneden drukvellen bewaard gebleven. Op zowel het Rothshield deck als het Budapest-Metropolitan deck (hiernaast) is God verdwenen en slechts één engel blaast op zijn bazuin.

Nog steeds verwijst de kaart naar een kundalini-ontwaken. We kunnen dit afleiden uit het esoterische teken van het heilige huwelijk (de versmelting van het mannelijke en het vrouwelijke) dat de engel op beide kaarten met één hand maakt (twee vingers tegen elkaar: 2=1).

Rothshild sheet, circa 1500.

Budapest-Metropolitan sheet, 16e eeuw.

De Tarot van Marseille en familie

De kaart van de Tarot van Marseille (rechts de versie van Jean Dodal) bevat twee nieuwe elementen die ons duidelijk moeten maken dat deze kaart gaat over een kundalini-ontwaken, of in de woorden van de alchemie: het Magnum Opus. De persoon in het midden, om wiens verrijzenis het gaat, is nu blauw van kleur en heeft een kale plek achter op zijn hoofd. Beide verwijzing naar spirituele voltooiing.

Blauw is de kleur van de hemel, van het goddelijke. De vleeskleurige man en vrouw, links en rechts naast hem, staan nog steeds voor de polaire energiebanen.

De kale plek op het achterhoofd van de man geeft het beeld van twee concentrische cirkels; een symbool uit de alchemie (zie twee voorbeelden helemaal rechts) dat, net zoals het kruis op het vaandel van de engel, staat voor het versmelten van het mannelijke en het vrouwelijke (de polaire energiebanen). Dit element stond centraal bij de vorige kaart: De Zon.

Tarot van Marseille,
versie Jean Dodal (1701-1715)

Het Magnum Opus van de alchemist in symbolen. De PASSER, die op de grote en de kleine CIRKEL rust, staat voor de VERSMELTING van beide: 2=1. (Atalanta Fugiens, 1617)

De ‘Steen der Filosofen’. (De Tiende Sleutel, Basilius Valentinus, 1599)

Tarot van Parijs, 17e eeuw.

De invloed van de alchemie op de tarot vinden we ook terug bij de Tarot van Parijs (links). Aan het uiteinde van de gele bazuin (wervelkolom) waarop de engel blaast zien we nog drie kleuren: zwart, wit en rood. Tezamen zijn dit de kleuren van de vier fases van het Magnum Opus: nigredo, albedo, citrinitas en rubedo, die worden aangestuurd door de kundalini-energie (de engel).

Één bloot been van de engel is zichtbaar. Dit is een verwijzing naar het heilige huwelijk: 2=1.

Vermeldenswaard is ook de kaart van het Etteilla deck (rechts). Hierop houdt de engel, terwijl hij blaast op zijn bazuin, twee andere bazuinen gekruist in zijn handen. Een bevestiging voor ons dat de bazuinen op de Visconti-Sforza kaart (boven) niet toevallig gekruist zijn afgebeeld.

Etteilla Tarot (1789)

De Oswald Wirth Tarot

De kaart van Oswald Wirth (rechts) bevat weinig nieuwe elementen. Het symbool van de dubbele cirkel is verhuisd van het achterhoofd van de verrezen mens naar het voorhoofd van de engel. Op deze kaart staan, nog duidelijker dan bij de Tarot van Marseille, de man en de vrouw niet in het graf, maar komen uit het gras omhoog, om duidelijk te maken dat zij een andere (symbolische) betekenis hebben dan de persoon in het midden.

De versmelting van de polaire energieën komt bij Wirth’s kaart ook tot uitdrukking in de kleding van de engel: rood en blauw, de klassieke kleuren voor het mannelijke en het vrouwelijke.

De mozaïeken van Château des Avenières (linksonder) zijn grotendeels gebaseerd is op het deck van Oswald Wirth. Voor deze kaart heeft de ontwerper zich ook laten inspireren door de fresco Het Laatste Oordeel van Luca Signorelli (rechtsonder). De drie verrezen personen op de mozaïek zijn exact overgenomen van het schilderij.

Oswald Wirth Tarot (1889)

Château des Avenières (1917)

Wederopstanding van het vlees, Laatste Oordeel, frescocyclus door Luca Signorelli, 1499-1502.

Rider-Waite-Smith Tarot (1909)

Rechts: een alchemistisch embleem met het MAGNUM OPUS in symbolen. Links een man (de alchemist) die omhoog komt uit het WATER van de spirituele onbewustheid. Rechts vindt in een grot (symbool voor het innerlijk van de alchemist) de VERSMELTING plaats van de polaire energieën (man/vrouw, zon/maan). Boven, in de wolken, wordt het NIEUWE ZELF van de alchemist gebaard door een vrouw met een maan als hoofd. Zij is de universele MAANGODIN, oftewel de KUNDALINI-shakti. (Atalanta Fugiens, Michael Maier, embleem 34, 1618)

De Rider-Waite-Smith Tarot

Op de kaart van Rider-Waite-Smith dobberen de geopende grafkisten in het water. De zee is een symbool voor het onderbewuste. Dit nieuwe element versterkt de symboliek van het ontwaken uit een staat van spirituele onbewustheid. De mensen zijn grijs van kleur. Dit moet ons vertellen dat het gaat om een geestelijke opstanding, niet om een gestorven lichaam van vlees en bloed dat weer tot leven komt. De bergen op de achtergrond staan voor het verruimde bewustzijn van de ontwaakte mens.

Zowel op de voor- als op de achtergrond zien we een man en een vrouw, met in hun midden een kind. Dit kind staat symbool voor het nieuwe zelf, en verbeeldt de heelheid en egoloosheid van de ‘verrezen’, mens.

De zeven dwarsstrepen op de bazuin van de engel staan voor de zeven chakra’s langs de wervelkolom, die door de kundalini worden geopend en gezuiverd.

De hindoegod Krishna met zijn vrouw Radha.

Conclusie

In tegenstelling tot wat de titel en de beelden suggereren, gaat deze tarotkaart niet over God die een eindoordeel velt over hoe een mens heeft geleefd. En ook niet over een Bijbelse verrijzenis van een reeds begraven lichaam. Tarotkaart Het Oordeel staat voor een spiritueel ontwaken; voor een ‘opstanding’ uit het ‘graf’ van de spirituele dood/onbewustheid. Het eindresultaat van een kundalini-proces.

De engel op deze kaart die op een bazuin blaast, is een metafoor voor de stroming van de goddelijke energie in onze wervelkolom. vergelijkbare symboliek zien we terug in de alchemie, maar ook in andere spirituele tradities. Bijvoorbeeld de hindoegod Krishna, die in de iconografie herkenbaar is aan zijn fluit. Hiernaast is hij afgebeeld met zijn vrouw Radha.

Samen staan ze voor de versmelting van de polariteiten in de mens: een belangrijk thema van deze tarotkaart. Sterker nog, het is een belangrijk thema van de gehele Grote Arcana. Op vrijwel elke tarotkaart verwijst een element naar dit zogeheten heilige huwelijk. De volgende en laatste kaart van de reeks, De Wereld, is hierop geen uitzondering!

Tarot Maçonnique (Jean Beauchard, 1987)

De engel zit boven in een ‘kundalini-boom’, met een trap als symbool voor de chakra’s die de kundalini doorloopt. De innerlijke heelheid wordt gesymboliseerd door de oeroboeros (de slang die in zijn eigen staart bijt) in de boom. De driehoek met de punt naar beneden staat voor het bekken/heiligbeen, de verblijfplaats van de kundalini.

Nature Spirit Tarot (Paul Struck, 1981)

De lelie is in, onder andere, het Oude Egypte, het jodendom en het christendom een symbool voor een kundalini-ontwaken. Libellen brengen het grootste deel van hun leven door als larve onder water. Pas in het laatste stadium worden libellen gevleugelde insecten die op het land en in de lucht leven.

Brady Tarot (Emi Brady, 2018)

De adelaar, symbool van geestelijke voltooiing, brengt een (kundalini-)slang vanaf de aarde (het bekken) omhoog, richting de hemel (kruin). De vleermuizen worden wakker en vliegen weg uit de donkere grot waarin ze zich bevinden, naar buiten, naar het licht.

Light Seer’s Tarot (Chris-Anne, 2019)

Nicoletta Ceccoli Tarot (Nicoletta Ceccoli, 2014)

Dit artikel is geschreven door Anne-Marie Wegh. Copyright juli 2021

Het meest recente boek van Anne-Marie is:
Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie

Illustrations from the tarot decks, reproduced by permission of U.S. Games Systems, Inc., Stamford, CT 06902. c. by U.S. Games Systems, Inc.  All rights reserved.
Foto’s Châteaux de Avenières: http://hermetism.free.fr/Avenieres

Deel dit artikel

Door |2022-06-18T15:04:50+00:00juli 29th, 2021|Tarot|Reacties uitgeschakeld voor Tarot 20. Het Oordeel

De Alchemie van Liefde

De Alchemie van Liefde

De alchemisten wisten dat de godin Venus de sleutel in handen had tot het innerlijke goud waar ze zo gepassioneerd naar zochten. De liefde als de weg naar het Magnum Opus, naar Godsrealisatie. Een weg met vele hindernissen en valkuilen. Maar dat zal niemand verbazen, dat weet eenieder wiens levenspad zich met Venus heeft gekruist!

Innerlijk transformatieproces

De alchemie is een relatief onbekende spirituele traditie. Het algemene beeld dat men heeft van een alchemist is dat deze zich bezig hield met het veranderen van lood in goud. Echter, voor de meeste alchemisten was dit slechts een metafoor voor een innerlijk transformatieproces dat zij het Magnum Opus (het Grote Werk) noemden.

Zij waren volledig op de hoogte van spirituele kennis die wij als ‘oosters’ beschouwen. Ze wisten dat zich in ons bekken, bij het heiligbeen, een mysterieuze energiebron bevindt, die voor de mens de poort kan openen naar het goddelijke. De yogi noemt haar de kundalini-shakti. De alchemist zag deze transformerende energie als Venus, de godin van de liefde.

Deze associatie is zo vreemd nog niet, want mystici weten: God laat zich ervaren als een brandende, allesverzengende liefde. Een liefde, zo zuiver en overweldigend, dat lichaam en geest van de mens grondig moeten worden voorbereid om hiervoor een kanaal te kunnen zijn. En deze voorbereiding is waar de alchemisten zich in het verborgene mee bezig hielden.

Symbooltaal

Zij moesten hierbij hun kennis verpakken in symbolen en metaforen, want alles wat inging tegen de leer van kerk was strafbaar, en de consequenties waren in die tijd niet misselijk. Excommunicatie (verbanning uit de kerk) was al gauw het gevolg, en in het ergste geval eindigde je op de brandstapel.

Illustratie 1 (rechts) is een voorbeeld van alchemistische symbooltaal. De drie hazen die achtervolgd worden door honden verbeelden de wervelende beweging van de kundalini, vanaf het bekken omhoog naar de kruin. De oren van de hazen vormen een driehoek; het symbool voor vuur. Dit is het (liefdes-)vuur van Venus.

De dubbele cirkel is het alchemistische symbool voor de eenheid van het goddelijke. Deze wordt ervaren als de dualiteit (twee cirkels) versmelt. Deze innerlijke éénwording wordt ook wel het heilige huwelijk genoemd, en is een onderdeel van het proces van kundalini-ontwaken.

In de tekst van het embleem worden de zeven klassieke planeten van ons zonnestelsel genoemd. Deze staan in de alchemie voor de zeven chakra’s die door het kundalini-vuur worden uitgezuiverd en geactiveerd.

1. Uit een alchemistisch manuscript van Basilius Valentinus, 15e eeuw.

De pijl die door het hart gaat is één van de universele symbolen voor de kundalini. Illustratie 2a (linksonder) is het beroemde meesterwerk van Bernini: De extase van de heilige Theresia van Ávila. In haar boek Mijn Leven (1565) beschrijft Theresia het visioen van een engel die haar hart met een gouden lans doorboorde, waarna zij achterbleef ‘vervuld van vurige liefde tot God’.

2a. De extase van Theresia, Bernini, circa 1650.

2b. De extase van Theresia, Heinrich Meyring, 1697.

Dat deze extase een beeldend verslag is van de kundalini-energie, die met volle kracht door het hart van de heilige stroomde, heeft Bernini verwerkt op een wijze die ‘ingewijden’ onmiddellijk herkennen. Met haar linkerhand maakt Theresia het geheime teken van het heilige huwelijk (twee vingers tegen elkaar: 2=1).

Illustratie 2a (rechtsboven) een vergelijkbaar beeld van kunstenaar Heinrich Meyring. Nu maakt de engel het teken van het heilige huwelijk met de hand waarmee hij de pijl vast heeft.

Bernini detail

Heinrich Meyring detail

Venus versus Cupido

Een belangrijke speler in het spanningsveld tussen het aardse en het goddelijke is Cupido, de zoon van Venus. Cupido (Eros bij de Grieken) is de veroorzaker van de erotische verlangens die opgewekt worden door verliefdheid, en deze vormen een valkuil op de weg naar de God. Seksuele activiteit zorgt ervoor dat de kundalini, na haar ontwaken, blijft ‘hangen’ in de buik en niet verder opstijgt naar het hoofd.

Een essentieel onderdeel van het Magnus Opus is ervoor zorgen dat de kundalini-energie niet afvloeit via de buikchakra’s. Een opdracht die aanvoelt als een spirituele spagaat: de liefde tussen twee mensen is een krachtige katalysator in het laten ontwaken van de kundalini/Venus, maar de pijlen van Cupido moeten hierbij worden ontweken. Met andere woorden: seksuele onthouding is een voorwaarde voor Godsrealisatie.

Dit is wat de romantische setting van illustratie 3 (rechts) in beelden duidelijk maakt. De godin Venus zit innig omarmd met de god Mercurius, de Romeinse god met de caduceus: de slangenstaf die het klassieke symbool is voor een kundalini-ontwaken (naast Mercurius in het gras).

Caduceus

Als paar symboliseren Venus en Mercurius op deze afbeelding zowel de liefde als de versmelting van het mannelijke en het vrouwelijke (de dualiteit).

Boven het godenpaar zien we het resultaat van dit heilige huwelijk: een androgyne mens, in de alchemie Rebis genaamd. Rechts op de illustratie zien we Cupido. Hij houdt zijn pijlenkoker, die associaties oproept met een penis, naar beneden gericht. De boodschap van dit embleem: romantiek is bevorderlijk voor het Magnum Opus, als de kleding maar aan blijft…

3. Embleem 38 uit het alchemistische manuscript Atalanta Fugiens, 1617.

Ken Uzelf

Illustratie 4 (hieronder) laat zien dat de energie die door Cupido in de onderbuik wordt opgewekt, naar het hoofd moet worden gebracht. Cupido staat op een weegschaal (de dualiteit): hij personifieert de ‘versmelting’ van de polaire energieën. Hij trekt zichzelf omhoog. Het vuur van de begeerte brandt op zijn hoofd. Deze energie moet omhoog gebracht worden, zegt de kunstenaar. De twee linten naast Cupido staan voor de twee energiebanen die ons verbonden houden met de dualiteit. Deze ida-nadi en pingala-nadi versmelten tijdens het kundalini-proces, ter hoogte van het zesde chakra (illustratie 5). De gekruiste palmtakken verwijzen naar deze versmelting. De inscriptie onder de afbeelding is Nosce te ipsum (‘Ken uzelf’): een uitnodiging om de spirituele weg van de zelfkennis te gaan.

4. Een houten paneel uit de basiliek van Santa Maria Maggiore in Bergamo (1524).

5. Een schematische weergave van de drie energiebanen die betrokken zijn bij een kundalini-ontwaken.

Ook illustratie 6 (hieronder) is beeldtaal voor de sublimatie (omhoog brengen) van de seksuele energieën. Eros zit op de arm van zijn moeder Aphrodite (de godin van de liefde bij de Grieken), ter hoogte van haar hoofd. Onder Eros hangt een koord met een tandwiel eraan. Dit is een metafoor voor de wervelbeweging van de opstijgende kundalini.

Het wiel heeft zes spaken; een verwijzing naar het hexagram (zespuntige ster). Een hexagram is een universeel symbool voor de versmelting van de tegenstellingen (twee driehoeken).

Hexagram

De staf van de oppergod Zeus, zittend naast Aphrodite, is bij zijn bekken geplaatst en heeft aan de bovenkant een dennenappel. Deze staf met spiraalmotief staat voor de wervelkolom met erin de kundalini-energie, die in het hoofd de pijnappelklier (de dennenappel) activeert.

6. Oude vaas met Zeus, Aphrodite en Eros (circa 350-340 v. Chr.)

Veelzeggend is ook illustratie 7 (linksonder). De godin Aphrodite weert de erotische avances van de half-god Pan af met haar sandaal. Ze houdt één hand voor haar kruis. Pan heeft het onderlichaam en de hoorns van een geit. Hij staat voor lust en begeerte. De kunstenaar heeft hem afgebeeld met een erectie. Eros houdt lachend een hoorn van Pan vast: beiden vertegenwoordigen de verlangens van de onderbuik.

7. Marmeren beeld van Aphrodite, Eros en Pan (circa 100 v. Chr.)

8. Venus en Cupido, Benjamin West, 1787.

Illustratie 8 (rechtsboven) is een 18e eeuws schilderij van Venus en Cupido. Twee vingers van Venus – het teken van het heilige huwelijk – liggen op het voorhoofd van Cupido, de plaats waar de seksuele energieën, die hij aanwakkert, naartoe moeten. Ook Cupido maakt het teken van het heilige huwelijk. Zijn hand ligt hierbij op het hart van Venus: de plek waar God zijn woning maakt, als de mens hier klaar voor is.

Wie oog krijgt voor alchemistische symboliek zal deze in vele kunstwerken herkennen. Ook esoterische groeperingen als de Vrijmetselaars en Rozenkruisers – kringen waar kunstenaars zich graag ophielden – wisten over de bron van goddelijke energie in ons bekken.

9. Maria Magdalena in extase, Michelangelo Merisi da Caravaggio, 1606.

De vereniging met God

Illustratie 9 (links) is een schilderij van Caravaggio: Maria Magdalena in extase. De symboliek die hierin is verwerkt is eenvoudig en krachtig. Rood en wit zijn in de alchemie de kleuren van de dualiteit (de koning en de koningin).

De in elkaar gevlochten vingers van Maria symboliseren haar wervelkolom, waarin de liefde van God met volle kracht stroomt. De kunstenaar heeft de versmelting van de dualiteit ook verwerkt in haar armen: ze zijn licht en donker geschilderd. In Maria heeft het heilige huwelijk plaatsgevonden. Zij heeft zichzelf bewaard voor God en is nu één met Hem.

Deel dit artikel

Dit artikel is gepubliceerd in Paravisie magazine (febr ’21). Copyright Anne-Marie Wegh 2021

Anne-Marie heeft het boek geschreven:
Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie

Aanvullende illustraties

Een geliefd thema in de kunst is het moment dat Venus uit de zee omhoog komt: haar geboorte. Deze mythische gebeurtenis heeft zelfs een officiële naam: Venus (of Aphrodite) Anadyomene. De geboorte van de godin van de liefde uit de zee is beeldtaal voor het ontwaken van de kundalini in het bekken.

Om deze diepere betekenis (verhuld) weer te geven, wordt Venus vaak afgebeeld met twee natte strengen haar die zij uitwringt. Deze twee strengen haar staan voor de twee polaire energiebanen die langs de wervelkolom stromen en die versmelten in het hoofd tijdens een kundalini-ontwaken.

Aphrodite Anadyomene, 5e-6e eeuw na Chr., Museum het Louvre. Ook het mannelijke en vrouwelijke zeewezen, naast Aphrodite, staan voor de polaire energiebanen.

Aphrodite Anadyomene, eind 2e eeuw v.Chr., Brooklyn Museum, NY.

Aphrodite Anadyomene, 1e of 2e eeuw na Chr. De godin houdt in plaats van twee strengen haar, de twee uiteinden van haar sjaal vast, hetgeen qua symboliek dezelfde betekenis heeft.

Venus, 2e eeuw v. Chr., Syrië of Palestina.

Rechts: De specifieke wijze waarop de mantel van de engel Gabriël omhoog gehouden wordt door een cherubijntje is een verwijzing naar de Aphrodite Anadyomene. Hiermee wil kunstenaar Lucas van Leyden ons laten weten dat de zwangerschap van Maria, die op dit schilderij wordt aangekondigd, staat voor een kundalini-ontwaken. Met zijn staf wijst de engel naar de wervelkolom van Maria. De sjerp om zijn middel verwijst naar kundalini-symbool de KNOOP VAN ISIS (klik hier).

Aphrodite Anadyomene, circa 1e-2e eeuw, Nationaal Museum, Beiroet.

Venus neemt een bad, mozaïek uit een Romeinse villa, 5e eeuw na Christus, Limassol Museum, Cyprus. De specifieke wijze waarop de godin de strengen haar omhoog houdt verwijst naar de KNOOP VAN ISIS (klik hier), een symbool voor het heilige huwelijk en de activering van de pijnappelklier.

Aphrodite Anadyomene, Aphrodisias Museum, Turkije. De driepuntige staart (onder de schelp) is een verwijzing naar de drie energiebanen die betrokken zijn bij een kundalini-ontwaken. De gekruiste benen verwijzen naar de versmelting (2=1).

De Besnijdenis van Jezus, Tintoretto, 16e eeuw. De omhoog gehouden mantel van de Joodse priester roept associaties op met de geboorte van Venus. De kunstenaar wil hiermee zeggen dat de geboorte van Christus een gevolg is van een kundalini-ontwaken. Lees meer hierover in mijn boek ‘Ecce homo, de beeldtaal van de Bijbel’.

Wie oog krijgt voor de symbooltaal waarmee kunstenaars door de eeuwen heen ‘ketterse’ spirituele kennis hebben gecommuniceerd, ziet in vrijwel alle klassieke kunstwerken verwijzingen naar de diepere betekenis van de geboorte van Venus/Aphrodite terug. Hieronder een aantal voorbeelden.

‘Venus ontwapent Cupido’, Guillaume Seignac, circa 1900. Venus wijst met haar linkerhand naar de wervelkolom van Cupido: de seksuele energieën moeten omhoog gebracht worden naar hart en hoofd.

Cupido, Guillaume Seignac, circa 1900. De uitgestrekte MIDDELVINGER (klik hier) van de vrouw verwijst naar de ontwaakte wervelkolom. De energie van Cupido is naar haar kruinchakra gebracht (de rozenkrans om het hoofd).

De alchemist draagt de kroon van het voltooide Magnum Opus. Hij staat in de schelp van Venus: zij is in hem geboren. Hij is bedekt met vijfbladige ‘Rozen van Venus’: de kundalini-energie stroomt door zijn hele lichaam. Zijn STAF (klik hier) verbeeldt zijn ontwaakte wervelkolom met bovenaan de geactiveerde pijnappelklier. Het heilige huwelijk heeft in hem plaatsgebonden; hij is nu androgyn (hij heeft borsten).

De schelp waarop Aphrodite zit, en boven haar hoofd, heeft de vorm van een driehoek met de punt omhoog, het alchemistische symbool voor (kundalini-)vuur. Met haar beide handen maakt de godin het teken van het heilige huwelijk (2=1) en wijst naar haar hoofd, de plaats waar zij de mens verbindt met God. (Sétif Museum, Algerije)

Aphrodite en Ares verbeelden samen het heilige huwelijk (het samengaan van het mannelijke en het vrouwelijke). Ares (Mars bij de Romeinen) maakt met zijn hand het teken van het heilige huwelijk (2=1). Het doek dat omhoog wordt gehouden verwijst naar de KNOOP VAN ISIS (klik hier), en symboliseert de weg die de kundalini-energie aflegt naar de pijnappelklier. Slechts EEN BEEN (klik hier) van Aphrodite is zichtbaar, ook dit verwijst naar het heilige huwelijk (2=1), net als de gekruiste ketting op haar bovenlichaam. (Fresco uit Pompeii, nu in het Nationaal Archeologisch Museum in Napels)

Venus en cupido, Frans Floris. De vreemde lichaamshouding van Venus, in combinatie met het optillen van een beentje van Cupido, heeft als boodschap dat de energie van Cupido omhoog gebracht moet worden van het bekken naar het hoofd.

Venus and Cupid, Pontormo. De merkwaardige lichaamshoudingen van Cupido en Venus moeten ons vertellen dat de energie van Cupido naar het hoofd gebracht moet worden. Venus wijst met haar linkerhand dat zij een innerlijke ervaring vertegenwoordigen. De versmelting van de mannelijke en vrouwelijke energieën tijdens het HEILIGE HUWELIJK (klik hier) wordt gesymboliseerd door het gezamenlijk vasthouden van de pijl, en door hun gezichten, die één gezicht lijken te vormen. Van zowel Cupido als Venus is slechts EEN BEEN (klik hier) volledig te zien. Ook dit verwijst naar het heilige huwelijk (2=1).

Iconisch is de ‘GEHURKTE VENUS/APHRODITE’.
Deze lichaamshouding weerspiegelt de SPIRAALBEWEGING van een (kundalini-) SLANG vanaf het bekken naar de kruin.

Aphrodite Anadyomene, 1e eeuw v. Chr., Archeologisch Museum van Rhodos.

Gehurkte Aphrodite, 2e eeuw na Christus, Archeologisch Museum van Napels.

Gehurkte Venus, Marcantonio Raimondi, 1506, Museum Boijmans Van Beuningen. De uitgestrekte MIDDELVINGER (klik hier) verwijst naar de ontwaakte wervelkolom.

De vijf wijze en vijf dwaze maagden

De Bijbel sluit zich volledig aan bij het uitgangspunt van de alchemisten.
Een citaat uit mijn boek Kundalini-ontwaken (pagina 153):

Om de kundalini-energie het voorhoofd te laten bereiken zal de spirituele aspirant elk moment opnieuw waakzaam moeten zijn. Waaraan wordt de energie besteed die zich opbouwt in het lichaam? Jezus geeft hierover de prachtige en alleszeggende gelijkenis van de tien meisjes.

Dan zal het Koninkrijk der hemelen gelijk zijn aan tien meisjes, die hun lampen namen en op weg gingen, de bruidegom tegemoet.
Vijf van hen waren wijs en vijf waren dwaas.
Zij die dwaas waren, namen wel hun lampen maar geen olie met zich mee.
De wijzen namen met hun lampen ook olie mee in hun kruikjes.
Toen de bruidegom uitbleef, werden zij allen slaperig en vielen in slaap.
En te middernacht klonk er een geroep: Zie, de bruidegom komt, ga naar buiten, hem tegemoet!
Toen stonden al die meisjes op en maakten hun lampen in orde.
De dwazen zeiden tegen de wijzen: Geef ons van uw olie, want onze lampen gaan uit.
Maar de wijzen antwoordden: In geen geval, anders is er misschien niet genoeg voor ons en u. Ga liever naar de verkopers en koop olie voor uzelf.
Toen zij weggingen om olie te kopen, kwam de bruidegom; en zij die gereed waren, gingen met hem naar binnen naar de bruiloft, en de deur werd gesloten.
Later kwamen ook de andere meisjes, die zeiden: Heer, heer, doe ons open!
Hij antwoordde en zei: Voorwaar, ik zeg u: ik ken u niet.
Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal.
(Matt. 25:1-13)

De meisjes met hun lampen staan voor de eerste vijf chakra’s. Als deze niet genoeg ‘olie’ hebben als de bruidegom (God) komt, zal er geen heilig huwelijk plaatsvinden bij het zesde chakra, waarschuwt Jezus. Interessant is dat het Griekse parthenos inderdaad meisjes kan betekenen, maar in de Bijbel bijna altijd wordt gebruikt voor maagden. Mattheüs gebruikt parthenos bijvoorbeeld ook voor Maria, de moeder van Jezus (Matt. 1:23). Een subtiel advies om de seksuele energie te ‘bewaren’ voor de Goddelijke bruidegom!

De bovenstaande interpretatie van de parabel van de tien maagden is (uiteraard) niet de traditionele exegese. Ook in dit geval kunnen we in de christelijke kunst verborgen symboliek terugvinden die verwijst naar een ‘alchemistische’ uitleg.

Uit de rode en witte kleding van Jezus (de bruidegom) en de ‘wijze maagd’ kunnen we afleiden dat zij staan voor het alchemistische koningspaar. De twee PILAREN (klik hier) naast het bruidspaar staan voor de twee energiebanen die versmelten tijdens het heilige huwelijk. (Baron Ernest Friedrich von Liphart, 1886)

‘De Eerste Dwaze Maagd’, Martin Schongauer, 1470-1490. De lange sjaal staat voor de weg die de kundalini-energie aflegt vanaf bekken naar het hoofd. De KNOOP (klik hier) in de sjaal staat voor de pijnappelklier. De MIDDELVINGER (klik hier) die de maagd uitsteekt (een esoterisch handgebaar) verwijst naar de ontwaakte wervelkolom (het ‘midden’ van het lichaam). De lege olielamp wordt gehouden ter hoogte van het bekken.

Een olielamp wordt gehouden bij het bekken en bij het hoofd van de twee maagden. Dit mogen we zien als een verwijzing naar een kundalini-ontwaken. (De Wijze en Dwaze Maagd, Friedrich Wilhelm von Schadow, 1838-42)

Een bijzondere afbeelding van de kruisiging, met de vijf wijze en vijf dwaze maagden opgesteld als de eerste vijf chakra’s naast het kruis. De fleur-de-lis, bovenaan, is een esoterisch symbool voor de pijnappelklier, die geactiveerd wordt als de kundalini is aangekomen bij het zesde chakra. Maria, de moeder van Jezus, en de apostel Johannes, staan aan weerszijde van het kruis en vertegenwoordigen het bruidspaar (het mannelijke en het vrouwelijke) van het heilige huwelijk. De boodschap van deze illustratie is: als er genoeg ‘olie’ is in de lampen van de vijf maagden/chakra’s, vindt ter hoogte van het zesde chakra zowel het heilige huwelijk als de dood van het ego (de kruisiging) plaats. (Volger van Hans Schilling, 1469)

Lees meer hierover in mijn boek ‘Ecce homo, de beeldtaal van de Bijbel’.

Door |2022-07-05T07:46:53+00:00februari 10th, 2021|Spiegelbeeld|Reacties uitgeschakeld voor De Alchemie van Liefde

Tarot 19. De Zon

19. De Zon

De altijd schijnende zon, die met haar licht en warmte leven op aarde mogelijk maakt, is al sinds de verre oudheid een symbool voor het goddelijke. Tarotkaart nummer 19 staat voor spirituele voltooiing, en vertelt ons hoe de mens de zon/het goddelijke in zichzelf kan verwezenlijken. De allereerste tarot decks maakten hiervoor gebruik van symboliek uit de alchemie.

De Viconti-Sforza Tarot

Alle elementen op de Visconti-Sforza kaart (linksonder) verwijzen naar een spirituele wedergeboorte, als gevolg van een kundalini-ontwaken. De engelachtige figuur op een wolk in de lucht, staat voor de mens die zich heeft losgemaakt van de wereld, en het ego heeft afgelegd. De vleugels staan voor vergoddelijking van het aardse/materiële. Staan op één been verwijst naar de versmelting van de polaire energieën: het heilige huwelijk (2=1). De drie bergen staan voor de drie energiebanen die betrokken zijn bij een kundalini-ontwaken.

Door een intensief zuiverings- en helingsproces is deze mens teruggekeerd naar de pure, ongeschonden staat van een jong kind; in de alchemie Filius Philosophorum (Filosofenkind), of Infans Solaris (Zonnekind) genaamd.

Visconti-Sforza Tarot (15e eeuw)

Alchemistisch manuscript Rosarium Philosophorum (18e eeuw). Jezus maakt met zijn rechterhand het TEKEN VAN HET HEILIGE HUWELIJK: 2=1 (klik hier).

In heldere beelden maakt deze illustratie duidelijk dat de weg van de ZUIVERING, waar de alchemist voor kiest, leidt tot VERJONGING (terugkeer naar de heelheid van een kind) en VERGODDELIJKING (vleugels). (Cabala Mineralis, 17e eeuw)

Zowel de halsketting van rood koraal als het rode lint verwijst naar de kundalini-energie. Rood is de kleur van (kundalini-)vuur en van het eerste chakra, de verblijfplaats van deze goddelijke energie vóór het ontwaken. De twee wapperende uiteinden van het lint staan voor de innerlijke dualiteit, die versmelt tot een goddelijke eenheid.

Een afgehakt hoofd is een universele metafoor voor het afleggen, of de dood, van het ego. De kleur rood van het hoofd verwijst in dit geval naar het Magnum Opus (voltooid spiritueel proces) van de alchemist. Voor het Magnum Opus wordt zowel de kleur rood als goud gebruikt. Op de illustratie linksonder uit het alchemistische werk Splendor Solis is het afgehakte hoofd goudkleurig.

Het witte, in stukken gehakte lichaam verwijst naar het zuiveringsproces dat de alchemist heeft doorgemaakt. Het GOUDEN HOOFD symboliseert dat hij zijn ego heeft afgelegd. De man met het ZWAARD (klik hier) staat voor het kundalini-proces zelf. De kleuren ZWART, WIT EN ROOD staan voor de drie alchemistische fasen: NIGREDO, ALBEDO EN RUBEDO (klik hier). De DRIE, van het hoofd afstaande, STRENGEN KRULLEND HAAR staan voor de drie energiebanen die betrokken zijn bij dit proces. (Splendor Solis, embleem 10, 1535).

Vóór de alchemist staat het FILIUS PHILOSOPHORUM, zijn wedergeboren zelf. Rechts een FENIKS, die herrijst uit zijn as, en links TWEE BOMEN die zijn samengegaan en VRUCHTEN dragen; een metafoor voor een voltooid kundalini-proces. (Testamentum Der Fraternitet Rosae et Aurae Crucis, begin 17e eeuw)

De alchemist vist ROOD KORAAL (de kundalini) uit het water (zijn onderbewuste). De BLAZENDE ENGEL (linksboven) moet ons vertellen dat het koraal staat voor iets goddelijks. (Atalanta Fugiens, 1617)

De laatste illustratie van het alchemistische manuscript Splendor Solis (1535). De RODE ZON die opkomt boven de stad staat voor voltooiing van het Grote Werk (Magnum Opus).

Het Filius Philosophorum (het KIND MET VLEUGELS) is het resultaat van het samengaan van KONING EN KONINGIN (de dualiteit) in de alchemist (de kolf). De DRIE BLOEMEN staan voor de drie energiebanen die betrokken zijn bij dit proces.

De ketting van ROOD KORAAL, die van het BEKKEN naar het HOOFD van het kindje Jezus loopt, is een (verhulde) verwijzing naar een kundalini-proces. Idem dito de doorzichtige SJAAL die Maria vast houdt. Maria maakt subtiel met beide handen het TEKEN VAN HET HEILIGE HUWELIJK: 2=1 (klik hier). Ook de GEKRUISTE BENEN (klik hier) van het kindje Jezus verwijzen naar het HEILIGE HUWELIJK. (Bernardo di Stefano Rosselli, circa 1500)

De Tarot van Marseille en familie

De Tarot van Marseille gebruikt andere elementen om hetzelfde te vertellen. Op de kaart van Francois Chosson (linksonder), zijn twee identieke jongens afgebeeld die elkaar aanraken. Dit symboliseert dat ze verbonden zijn. De twee jongens staan voor de dualiteit die versmelt tot een goddelijke eenheid in de spirituele aspirant. Tezamen staan ze voor de wedergeboren mens. De muur om de jongens heen moet ons vertellen dat het hier gaat om een innerlijke ervaring.

De rode streep om hun hals is de roodkoralen ketting van de Visconti-Sforza kaart (hierboven), die staat voor een kundalini-ontwaken. De verticale streep op het bovenlichaam van de jongens verwijst naar de wervelkolom. De jongen links raakt met zijn hand de jongen rechts aan op deze plek. Dit is een aanwijzing voor ons dat de werkende kracht de kundalini-energie is, die ook gesymboliseerd wordt door de vlammen die van de zon afkomen. Deze vlammen zien we ook op tarotkaart De Maan, waar ze verwijzen naar ‘neerdalende vuurtongen van de Heilige Geest (de kundalini)’.

Op de Italiaanse Piedmontese kaart (helemaal rechts), van ruim een eeuw later, staan beide jongens op één been. Ook dit element verwijst naar de (goddelijke) eenheid die ze samen vormen.

Vergelijkbare elementen vinden we ook terug op de onderstaande drie alchemistische emblemen uit dezelfde tijdsperiode, met (fases van) het Magnum Opus.

Tarot van Marseille,
versie Francois Chosson (1736)

Piedmontese deck (1865)

Op de bovenstaande tarotkaarten manifesteert de energie van de zon zich als licht en warmte (rechte en gebogen stralen). Op beide kaarten is het aantal rode en gele stralen precies acht. Dit is een verwijzing naar de Morgenster, die sinds oudsher een symbool is voor de kundalini-energie (zie ook tarotkaart De Ster). Deze symboliek is passend, want de zon van ons zonnestelsel is immers ook een ster!

Het KUNDALINI-VUUR zuivert de alchemist, en zijn innerlijke dualiteit versmelt tot een (goddelijke) eenheid. (Atalanta Fugiens, 1617)

De alchemist heeft het Magnum Opus voltooid. De DRIE BLOEMEN staan voor de drie energiebanen die bij het proces van kundalini-ontwaken zijn betrokken. Hij houdt zijn KNIEËN tegen elkaar. Dit symboliseert, net zoals TWEE VINGERS tegen elkaar, de (goddelijke) eenheid in zijn innerlijk. (Clavis Artis, 1738)

Het Magnum Opus in symbolen. Onder in de glazen kolf ligt de alchemist; hij wordt gezuiverd door (kundalini-)VUUR. Ook de waterdruppels om hem heen staan voor reiniging. De FENIKS boven hem is een symbool voor wedergeboorte. Boven de vogel zit het FILIUS PHILOSOPHORUM: de wedergeboren alchemist. De MAN EN VROUW, die verbonden zijn via een STOK (de WERVELKOLOM), staan voor het versmelten van de innerlijke dualiteit. (Illustratie uit Circle of the Gold and Rosicrucians)

Op de Tarot van Marseille-kaart van Jacques Viéville (rechts) zit het Filius Philosophorum, of Zonnekind, op een paard. Dit symboliseert het overwinnen van de emoties en dierlijke driften; een belangrijk aspect van het Magnum Opus, dat je zou kunnen zien als een onderdeel van het zuiveringsproces.

Het vaandel is een element dat overwinning uitdrukt. De twee verschillende kleuren van het vaandel verwijzen naar de versmelting van de dualiteit, net zoals het rode kruis op de achterhand van het paard. Op de kaart van Nicolas Bodet (rechtsonder), een afgeleide van Jacques Viéville, is het vaandel zelf voorzien van een kruis.

Zeker in die tijd werd een vaandel met kruis geassocieerd met de verrijzenis van Christus. Op het symbolische niveau gaat het Bijbelverhaal van Jezus die opstaat uit de dood over een spirituele wedergeboorte.

Lees meer over de symboliek in de Bijbel in mijn boek ‘Ecce Homo, de beeldtaal van de Bijbel’.

Het Filius Philosophorum, of ZONNEKING, zit op een STOKPAARD; symbool voor meesterschap over de emoties en dierlijke driften. De jongen draagt de VERRIJZENISVLAG van Christus, die staat voor de overwinning op de (spirituele) dood. De MUUR moet ons vertellen dat dat het hier gaat om een weergave van het innerlijk van de alchemist. Om de muur heen staan personificaties van de PLANETEN. Deze staan voor de ZEVEN CHAKRA’S die gezuiverd en geactiveerd zijn. De engel met Bijbel verwijst naar GODDELIJKE WIJSHEID = Sophia = de kundalini-energie. (Traité d’Astrologie, Johannes Hartlieb, circa 1540)

Jacques Viéville Tarot (circa 1650)

Nicolas Bodet Tarot (Angers, 1739)

Door de eeuwen heen is er altijd een groep mensen geweest die wist dat de meeste Bijbelverhalen ook gelezen kunnen worden als symboliek, die ons wil vertellen hoe we het ‘Koninkrijk van God’ innerlijk kunnen verwezenlijken: door middel van een kundalini-ontwaken, net als Jezus. Kunstenaars hebben deze kennis, die inging tegen de leer van de kerk, verhuld gecommuniceerd in hun schilderijen. Hieronder drie voorbeelden waarbij een specifieke positionering (achter het hoofd) van de verrijzenisvlag is gebruikt om ons te vertellen dat in het hoofd van Jezus een versmelting van de dualiteit heeft plaatsgevonden.

Kunstenaar Bernardo Bitti (linksonder) heeft het zelfs gedurfd om af te wijken van de traditionele witte vlag met rood kruis, en heeft gekozen voor een tweekleurige vlag: rood en wit. Deze kleuren staan in de alchemie voor de dualiteit (rode koning en witte koningin), die versmelt tijdens het Magnum Opus.

Bernardo Bitti (1603)

Giulio Campi (1547)

Bernardino Butinone (circa 1500)

De Oswald Wirth Tarot

Oswald Wirth (linksonder) heeft gekozen voor een jongen en een meisje in plaats van twee identieke jongens om de dualiteit in beelden uit te drukken. De kleur van hun lendendoek bevestigt dat ze voor de dualiteit staan: rood en blauw zijn de klassieke kleuren van respectievelijk het mannelijke en het vrouwelijke.

Oswald Wirth Tarot (1889)

Rosenwald Tarot (circa 1500), met dubbele cirkel en een verwijzing naar de achtpuntige Morgenster.

Château des Avenières (1917)

De twee concentrische cirkels in het gras zijn een element van het Rosenwald Tarot, een van de eerste gedrukte decks, waarvan alleen onvoltooide drukvellen bewaard zijn gebleven (midden-boven). Het symbool van de dubbele cirkel komt uit de alchemie en verwijst naar de versmelting van de dualiteit (twee cirkels). Hieronder vind je drie voorbeelden van alchemistische illustraties met een dubbele cirkel.

Een bevestiging van deze interpretatie krijgen we door de wijze waarop de voeten van de jongen en het meisje geplaatst zijn. Beide staan met één voet in de grote cirkel en met één voet in de kleinere cirkel.

De goddelijke eenheid wordt op deze kaart dus gesymboliseerd door zowel de jongen en het meisje die elkaar vasthouden, als de twee cirkels die elkaar overlappen.

De jongen en het meisje op de mozaïek van Château des Avenières (hierboven, rechts) zijn naakt. Dit benadrukt hun (seksuele) onschuld en roept associaties op met Adam en Eva voordat zij door God uit het paradijs werden weggestuurd. Een onderdeel van het proces van kundalini-ontwaken is de sublimatie (transformatie) van de seksuele energieën. Zie ook mijn artikelen ‘Van Aapmens tot Godmens‘ en ‘Tijdloosheid ervaren kost tijd‘.

Het meisje op de mozaïek van Château des Avenières heeft rossig haar met een lengte tot haar bekken. Dit verwijst naar het kundalini-vuur, dat stroomt van het bekken naar de kruin.

De mythische figuur Hermes Trismegistus toont de vervaardiging van de ‘Steen der Filosofen’, het eindproduct van het Magnum Opus. Op de rechterpagina versmelten TWEE ZONNEN (de dualiteit) tot ÉÉN. (De Chemia Seniores, 1566)

De ‘Steen der Filosofen’. De DUBBELE CIRKEL staat voor het ‘Ei der Filosofen’: één van de vele alchemistische metaforen voor Godsrealisatie. (De Tiende Sleutel, Basilius Valentinus, 1599)

Het Magnum Opus van de Alchemist. De PASSER, die op de GROTE en de KLEINE CIRKEL is geplaatst, verwijst naar de versmelting van beide. (Atalanta Fugiens, 1617)

Onder en rechts: verborgen alchemistische symboliek, waaronder een DUBBELE CIRKEL, in twee schilderijen van Maria Magdalena.

Lees meer over het spirituele proces van Maria in mijn boek ‘Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie’.

Beide vrouwen maken met hun hand HET TEKEN VAN HET HEILIGE HUWELIJK (2=1). De hand van Maria Magdalena ligt hierbij op een SPIEGEL die de vorm heeft van een DUBBELE CIRKEL. De vierkante LICHTREFLECTIE op de spiegel verwijst naar het adagium van de alchemist: ‘SQUARING THE CIRCLE’ (klik hier), een metafoor voor het volbrengen van het Magnum Opus. De kleuren ZWART, WIT, GEEL EN ROOD van de kleding van Maria verwijzen naar de VIER FASES VAN HET MAGNUM OPUS (klik hier). (Caravaggio, 1598)

De DEKSEL van de zalfpot heeft de vorm van een DUBBELE CIRKEL. Met de hand waarmee Maria Magdalena deze vast houdt maakt ze HET TEKEN VAN HET HEILIGE HUWELIJK (2=1). De rode bloem verwijst naar het HEXAGRAM (klik hier), ook een symbool voor het heilige huwelijk. De kleuren ZWART, WIT, GEEL EN ROOD van de kleding van Maria verwijzen naar de VIER FASES VAN HET MAGNUM OPUS (klik hier). (Antwerpse School ,1532)

De Rider-Waite-Smith (RWS) Tarot

Pamela Colman-Smith heeft zich voor haar kaart laten inspireren door Jacques Viéville (Tarot van Marseille, zie hierboven). Haar Zonnekind zit zonder zadel en teugels op een groot wit paard: de krachten van de lagere natuur staan volledig ter beschikking van de hogere natuur. De kleur wit verwijst naar de uitzuivering van de dierlijke energieën.

Lees meer over de symbolische betekenis van een WIT PAARD in het artikel: ‘Maak de eenhoorn in jezelf wakker’.

De rode veer op het hoofd van het Zonnekind en de grote rood-oranje vlag zijn beide een symbool voor de kundalini-energie, die het kruinchakra heeft bereikt. De rode veer is ook een element (met dezelfde betekenis) van RWS-kaart nummer 0 De Dwaas en kaart nummer 13 De Dood. De krans om het hoofd van het kind is een universeel symbool voor een geopend kruinchakra.

De krans is gemaakt van granaatappels. Deze vruchten, vol met zaad, staan ook afgebeeld op de tuniek van de Dwaas en op het doek achter de Hogepriesteres (kaart nummer 2), en zijn ook een klassiek symbool voor de kundalini-energie. Een krans van granaatappels om het hoofd wil zeggen dat de kundalini succesvol omhoog is gebracht naar het zevende chakra.

De zonnebloemen zijn een nieuw element en staan voor een voltooid proces van Godsrealisatie. Zie de illustratie linksonder uit het Hermetisme (een spirituele traditie verwant aan de alchemie).

Rider-Waite-Smith Tarot (1909)

De ZONNEBLOEM op deze gravure krijgt water uit de Hand van God en lucht/zuurstof van een engel. De zonnebloem verwijst naar het innerlijke proces van Godsrealisatie. (Die Lehren der Rosenkreuzer, 1785)

Rechts: St Rosa van Lima. Esoterisch staat een BLOEMENKRANS om het hoofd voor een volledig geopend KRUINCHAKRA; het gevolg van een versmelting van de innerlijke dualiteit (2=1).

Het grote RODE VAANDEL (in plaats van het traditionele witte vaandel met rode kruis) is een verwijzing naar de kundalini-energie, de werkzame kracht bij een spirituele verrijzenis/wedergeboorte. De kleuren WIT EN ROOD staan in de alchemie voor de dualiteit. (Simon de Vos, 17e eeuw)

Book of Hours, MMW 10 F 33 Frankrijk, 1524, Koninklijke Bibliotheek.

Conclusie

Tarotkaart De Zon staat voor een spirituele wedergeboorte. Het ‘Zonnekind’ op deze kaart verbeeldt de heelheid en egoloosheid van de nieuwe, of ‘verrezen’, mens. Het proces van zuivering en heling dat hiervoor nodig is, vindt plaats door inwerking van Gods Heilige Geest (de kundalini-energie), gesymboliseerd op deze kaart door de zon.

Jezus verwijst naar dit proces met zijn raadselachtige uitspraak in de Bijbel dat alleen wie wordt ‘als een kind’ het Koninkrijk van God zal ontvangen:

“Laat de kinderen bij Mij komen en verhinder hen niet, want voor zodanigen is het Koninkrijk van God. Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet binnengaan.” (Marcus 10:14-15)

Emblemata Tarot (Morena Poltronieri, 2018)

Het pentagram op dit alchemistische embleem staat voor de voltooide mens. De drie bloemen staan voor de drie energiebanen die betrokken zijn bij een kundalini-ontwaken (de slang)

Anasata Tarot (Paul Struck, 1981)

De zodiak is een symbool voor heelheid. Een boom is een universeel symbool voor de ontwaakte kundalini. De witte duiven in de alchemistische kolven staan voor de Heilige Geest; de christelijke benaming voor de kundalini-energie.

Tarot of the Saints (Robert M. Place, 2001)

De kleuren ROOD EN WIT (klik hier) staan in de alchemie voor de polaire energieën en het heilige huwelijk.

El gran tarot esoterico (Luis Pena Longa, Maritxu Erlanz de Güle, 1976)

De drie slangen zijn een symbool uit de alchemie. Ze staan voor de zuivering van hoofd (denken), hart (gevoelsleven) en buik (lichaam) door de kundalini.

Art Nouveau Tarot (Antonella Castelli, 2002)

Het kind staat voor het wedergeboren zelf.

Dit artikel is geschreven door Anne-Marie Wegh. Copyright december 2020

Het meest recente boek van Anne-Marie is:
Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie

Illustrations from the tarot decks, reproduced by permission of U.S. Games Systems, Inc., Stamford, CT 06902. c. by U.S. Games Systems, Inc.  All rights reserved.
Foto’s Châteaux de Avenières: http://hermetism.free.fr/Avenieres

Deel dit artikel

Door |2022-06-20T11:35:13+00:00december 27th, 2020|Tarot|Reacties uitgeschakeld voor Tarot 19. De Zon

De Tempeliers en de Heilige Graal

De Tempeliers en de Heilige Graal

De legendarische Orde van Tempeliers was actief tijdens de kruistochten in de 12e en 13e eeuw. De christelijke ridder-monniken zouden volgens de legendes in het Heilige Land allerlei mythische voorwerpen hebben buitgemaakt, waaronder de Heilige Graal, de beker waarin tijdens de kruisiging het bloed van Jezus was opgevangen. Ook werden zij verdacht van gnostische sympathieën. Dit is nooit bewezen. Niettemin eindigden vele Tempeliers op de brandstapel wegens ‘ketterij’. Tijdens hun gevangenschap hebben de Tempeliers religieuze afbeeldingen gekrast op de muren van hun kerkers. Historici denken dat ze niets bijzonders betekenen. De zeven eeuwen oude reliëf-tekeningen blijken ons echter te leiden naar het geheim van de Heilige Graal!

Opkomst en ondergang

De Orde van de Tempeliers werd in 1118 opgericht door de Franse edelman Hugo van Payns en bestond aanvankelijk uit negen mannen. Het doel van de orde was pelgrims te beschermen tegen overvallers op hun reis naar Jeruzalem. De ridders wilden tevens leven in navolging van Christus en legden de monastieke geloftes af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid.

De voor die tijd volledig nieuwe combinatie van militair en monnik sprak tot de verbeelding van de Fransen. De orde groeide al gauw in aantal, rijkdom en macht. Ze ontvingen geld, goederen en land van burgers en machthebbers. Hun moed was legendarisch. De goed getrainde ridder-monniken vochten door tot de dood. Ze gaven zich alleen over als hun bevelhebber dit besliste en dat gebeurde niet snel. Naast het beschermen van pelgrims namen zij ook deel aan kruistochten tegen de moslims, om Jeruzalem te behouden voor de christenen.

Rond 1300 werd Jeruzalem veroverd door de moslims. De Tempeliers trokken zich definitief terug uit het Heilige Land. De Franse koning Filips IV verkeerde in geldnood en bedacht een complot om de rijkdommen van de Tempeliers te vergaren. Op 13 oktober 1307 werden in het hele land Tempeliers opgepakt wegens beschuldiging van ketterij, homoseksualiteit en corruptie. Filip had geen bewijzen voor deze aantijgingen, maar de martelmethodes van de Inquisitie leverden hem de ‘bekentenissen’ die hij nodig had om de bezittingen van de orde te confisqueren. Veel Tempeliers eindigden op de brandstapel. In 1312 werd de orde door de paus officieel ontbonden.

In 2007 zijn de Tempeliers alsnog vrijgepleit en in ere hersteld door paus Benedictus. Dit naar aanleiding van de vondst van documenten waaruit onder andere blijkt op welke wijze de bekentenissen tot stand waren gekomen.

Gnostische opvattingen

Veel van de beschuldigingen tegen de Tempeliers kwamen uit de duim van koning Filip, maar de geruchten over gnostische opvattingen zijn nooit verdwenen, mede gevoed door de waas van geheimzinnigheid die rond de initiaties en rituelen van de orde hing. Was hier misschien toch iets van waar?

Als we het schaarse materiaal dat bewaard is gebleven van de Tempeliers nader bestuderen, valt op dat er een thema lijkt van (goddelijke) eenheid tegenover (aardse) dualiteit: een mystiek concept dat we ook in de gnostiek terugvinden. Een voorbeeld is het befaamde Tempelierzegel met twee ruiters op één paard (illustratie 1). De betekenis hiervan is niet bekend. Is het een uiting van verbondenheid en broederschap, of een teken van armoede? Had niet elke ridder een eigen paard? Er zijn diverse argumenten die beide antwoorden onwaarschijnlijk maken.

1. Zegel van de Tempeliers

2. Wapen van de Tempeliers

3. Vlag van de Tempeliers

4. Graf van een Tempelier (Temple Church, Londen)

Aannemelijker lijkt dat de twee ruiters op één paard een metafoor zijn voor het innerlijk versmelten van de polariteiten, als de weg naar een Godservaring. Zeker als we andere voorwerpen naast dit zegel plaatsen. Het wapenschild van de Tempeliers, bijvoorbeeld, is een rood kruis op een zwart met witte achtergrond (illustratie 2). Het gelijkarmige, of Griekse, kruis is een klassiek symbool voor de versmelting van de tegenstellingen. De esoterische betekenis van het kruis wordt bevestigd en versterkt door de strategische plaats in het midden van de zwart-witte (yin en yang) achtergrond. De zwart-witte vlag van de Tempeliers, de Beauceant genaamd, sluit qua symboliek naadloos bij het zegel en wapenschild aan (illustratie 3).

En dan zijn er nog de graven van de Tempeliers. Op een aantal hiervan is de overledene afgebeeld met gekruiste benen (illustratie 4), een merkwaardig detail waarvoor historici geen verklaring hebben. Eén van de theorieën is dat de gekruiste benen verwijzen naar deelname aan een kruistocht, maar deze verklaring is niet sluitend voor alle gevallen waarbij een ridder op dergelijke wijze is afgebeeld. In de esoterische tradities staan gekruiste benen symbool voor de versmelting van de tegenstellingen tot een goddelijke eenheid.

Op het zegel met de twee ruiters op één paard (illustratie 1) vinden we nog twee verwijzingen naar de versmelting der tegenstellingen: de twee speren naast elkaar en het dubbele kruis op de wapenschilden van de ruiters. De twee kruisen op elkaar vormen een achtpuntige ster, de zogenaamde Morgenster, een oeroud symbool voor het goddelijke.

De Morgenster

De achtpuntige ster is een symbool van de Soemerische godin Inanna en haar Akkadische tegenhangster Ishtar. Deze godinnen werden tevens geassocieerd met de planeet Venus, die de Morgenster wordt genoemd omdat Venus, na de zon en de maan, de helderste is van alle hemellichamen en kort voor zonsopgang zichtbaar is in het oosten. Venus kondigt als het ware de zon aan en werd daarom al in de verre oudheid geassocieerd met het goddelijke. In het verlengde hiervan staat de achtpuntige ster in esoterische tradities voor de sluimerende goddelijke energie in het bekken van de mens; de kundalini-shakti genoemd door de yogi (illustratie 5). Zie ook mijn artikel over tarotkaart De Ster.

5. (rechts) Alle symbolen op deze alchemistische illustratie verwijzen naar de kundalini-energie: de slang, de vrouw op de maan (Sophia) en de achtpuntige ster. Uit: Clavis Artis, laat 17e/begin 18e eeuw.

De Tempeliers hebben de achtpuntige Morgenster geplaatst op munten, op zegels en op muren in door hen gebouwde kerken en kathedralen. Een intrigerend voorbeeld vinden we tussen de diverse fresco’s in de Tempelierkapel van Cressac-Saint-Genis, in Frankrijk (illustratie 6). Mijn interpretatie is dat alle symbolen in de cirkel verwijzen naar het goddelijke in de mens, oftewel de kundalini-energie. De kleine cirkel met een punt in het midden is het symbool voor de zon en voor goud. De A(lpha) is de eerste letter van het alfabet en verwijst naar het goddelijke beginsel van onze schepping. De mysterieuze kronkellijn op de bovenkant van de A is de (slangen)beweging van de kundalini-energie, opstijgend door de wervelkolom.

Een tweede esoterisch symbool, ook veelvuldig gebruikt door de Tempeliers, is de Roos van Venus. Tijdens een cyclus van acht jaar maakt de planeet Venus een baan om de aarde die het patroon heeft van een vijfbladige bloem (illustratie 7). Deze Roos van Venus is sinds oudsher een symbool voor het vrouwelijk aspect van God. Het patroon kan ook gezien worden als een pentagram. Zowel de Roos van Venus, als het pentagram, vinden we terug bij de Tempeliers. Illustratie 8 en 9 zijn voorbeelden hiervan.

7. De baan die de planeet Venus om de aarde maakt in 8 jaar.

8. Het ornament boven de ingang van Tempelierkerk Santa Maria dos Olivais in Tomar, Portugal.

9. Een munt, uitgegeven door de Tempeliers.

De Coudray Toren in Chinon

Een van de plaatsen waar de Tempeliers gevangen hebben gezeten, voorafgaand aan hun veroordeling en terechtstelling, is de Toren van Coudray in de Franse plaats Chinon. Op de muren van de toren hebben de mannen religieuze tekeningen achtergelaten (illustratie 10). Deze verschaffen ons veel duidelijkheid over de gnostische kennis die zij bezaten. De monniken hebben aan de kalkstenen muren van hun gevangenis toevertrouwd waarover ze tijdens de folteringen door de Inquisitie hebben gezwegen. De ruwe tekeningen bevatten symboliek waarvan alleen ‘ingewijden’ de betekenis begrijpen.

Op illustratie 11 staat links de heilige Catharina afgebeeld, herkenbaar aan haar attribuut: het wiel waarop zij is gemarteld. Het wiel op deze gevangenismuur heeft acht spaken, die duidelijker zijn uitgewerkt dan de heilige zelf. Dat we dit mogen zien als een verwijzing naar de achtpuntige Morgenster, en daarmee naar de kundalini-energie, kunnen we afleiden uit de planeet Venus (cirkel met kruis eronder), links naast Catharina.

10. Graffiti achtergelaten door de Tempeliers in de Toren van Coudray in Chinon.

Pijnappelklier

Fleur-de-lys

11. (Deel)tekening van 10.

12. (Deel)tekening van 10.

Illustratie 12 sluit prachtig aan bij de symboliek van 11. Rechts zien we het hoofd van een monnik met een aureool. Dit aureool is het gevolg van de activering van de pijnappelklier, die is afgebeeld links naast de man, als een grote uitholling met stralen er omheen. De fleur-de-lys onder de uitholling, bevestigt onze interpretatie. De fleur-de-lys is een oeroud symbool van de pijnappelklier. Tussen de fleur-de-lys en de monnik is een trap met zes treden gekerfd: dit zijn de de zes chakra’s die de kundalini doorloopt om bij de pijnappelklier te komen.

Innerlijke kruisiging

Uit de achtergelaten graffiti in torens van de Franse Bastide-stad Domme, waar ook Tempeliers gevangen zaten in afwachting van hun proces, kunnen we afleiden dat zij wisten dat veel verhalen in de Bijbel een symbolische laag hebben. Zo staat de kruisiging van Jezus op het symbolische niveau voor het sterven van het ego tijdens het proces van spiritueel ontwaken. Op illustratie 13 (hieronder) staat een kruisingsscène uit de gevangenis van Domme afgebeeld. Wat opvalt is dat om het kruis en de twee bijstanders heen een huis is gekerfd. De boodschap hiervan is dat de kruisiging, op een dieper niveau, zich afspeelt in de mens.

13. Kruisigingsscène, Domme.

Op het hoofd van de gekruisigde Jezus is een klein kruisje geplaatst. Dit is een tweede aanwijzing, achtergelaten voor ons, dat de dood van Jezus staat voor een innerlijk proces. Het ego sterft als de kundalini-energie is opgestegen tot in het hoofd, en de mannelijke en vrouwelijke energieën (de innerlijke dualiteit) versmelten tot een eenheid. Dit zogenaamde heilige huwelijk wordt op illustratie 13 uitgebeeld door de man en de vrouw (de apostel Johannes en Maria) naast het kruis.

Op de gevangenismuur van Chinon is deze innerlijke betekenis van de kruisiging op een andere wijze uitgebeeld. Naast de heilige Catharina zien we op illustratie 11 de berg van Golgotha met een kruis erop. De stapel stenen, waaruit de berg bestaat, lijkt veel op hersenen. Het kruis bevindt zich in een uitholling, hetgeen we mogen zien als een tweede aanwijzing dat de kruisiging zich in het hoofd afspeelt. Deze symboliek is geheel in overeenstemming met de Bijbeltekst, die expliciet zegt dat Golgotha ‘Schedelplaatsbetekent: En zij brachten Hem naar de plaats Golgotha, dat is vertaald: Schedelplaats. (Marcus 15:22)

Voor een uitgebreidere uitleg, met onderbouwing, van de kruisigingssymboliek in de Bijbel verwijs ik de lezer graag naar mijn boek Ecce Homo, de beeldtaal van de Bijbel.

Heilige Graal

Op de muren in Domme staat ook illustratie 14: een afbeelding van de Heilige Graal. Mijn interpretatie is dat dit een beker met een levensboom voorstelt, en dat dit een metafoor is voor het bekken van de mens (de beker), met de ontwaakte kundalini die omhoog stroomt naar het kruinchakra (de levensboom).

De beker is octogonaal (achthoekig), een verwijzing naar de Morgenster. De boom heeft zeven takken: dit zijn de zeven chakra’s die gereinigd en geactiveerd worden door de kundalini. Een bevestiging van deze interpretatie kunnen we vinden in de Tempelierkerk van Montsaunès: de levensboom die is afgebeeld op een van de muren is op precies dezelfde wijze uitgevoerd (illustratie 15)!

14. Graffiti in de gevangenis van Domme.

15. Fresco van levensboom in de Tempelierkerk van Montsaunès.

De Tempeliers wisten dus dat de mythische Heilige Graal geen fysiek voorwerp is, maar een metafoor voor de goddelijke energie in ons bekken. Volgens de legendes zou drinken uit de Heilige Graal genezing en eeuwig leven geven. Dit zijn eigenschappen van de kundalini-energie die, als zij ontwaakt, de mens zuivert, heelt en herenigt met God.

Rechts: Jezus hangend aan een (levens)boom. De zeven ‘takken’ verwijzen naar de zeven chakra’s. Gravure uit: Hermetische schriften, Vincentius Koffsky, 1786.

Spiritueel testament

De Tempeliers spreken nog altijd zeer tot de verbeelding. Regelmatig verschijnen er goedverkopende boeken met de meest ongeloofwaardige en ongefundeerde hypotheses en complottheorieën. Al deze eeuwen is de waarheid over de spiritualiteit van de Tempeliers zichtbaar geweest op Franse gevangenismuren: door historici niet op waarde geschat en onbekend bij een groot deel van de wereld. Een ontroerend spiritueel testament, voor ons achter gelaten door heldhaftige mannen, die gemarteld en gedood werden door dezelfde paus en koning die ze zo trouw en gepassioneerd hadden gediend.

Dit artikel is gepubliceerd in Spiegelbeeld magazine (dec ’20)
Copyright Anne-Marie Wegh 2020

Deel dit artikel

De Tempeliers hadden een grote verering voor Johannes de Doper en Maria Magdalena.

Zij waren op de hoogte van de geheimen rond Jezus, waarover ik mijn vier boeken heb geschreven.

Zij wisten dat Johannes de Doper, nadat hij een proces van Godsrealisatie had doorgemaakt, de Messias was geworden waarop de Joden al zoveel eeuwen wachtten. De evangelieschrijvers gaven hem postuum een nieuwe naam en identiteit: Jezus de Nazoreeër. Lees hierover in mijn boek: Johannes de Doper die Jezus de Christus werd.

Zij wisten ook dat Maria Magdalena de geheimzinnige, onbekende schrijver is van het Johannes Evangelie, en dat zij een centrale rol heeft gespeeld in het leven van Jezus. Hierover heb ik het boek geschreven: Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie.

Aanvullende illustraties

De innerlijke betekenis van de Heilige Graal was niet alleen bekend bij de Tempeliers. Hieronder een aantal voorbeelden uit de christelijke schilderkunst waarin (verhuld) een verband wordt gelegd tussen de HEILIGE GRAAL en het proces van kundalini-ontwaken.

Onder: op beide onderstaande afbeeldingen maakt Jezus met zijn rechterhand – waaruit ook bloed stroomt dat wordt opgevangen in een beker – het teken van het heilige huwelijk (2=1, de versmelting van de polariteiten).

Rechts: dit schilderij legt op inventieve wijze een verband tussen de duif van de Heilige Geest (de christelijke benaming voor de kundalini-emergie), de opstijgende kundalini-slang, de opstanding van Jezus, en de Heilige Graal. Ook de doorzichtige sjaal die – nauwelijks zichtbaar – om het kruis gewikkeld is, vanaf het bekken tot het hoofd van Jezus, verwijst naar de kundalini-slang. (Bartolomeo Passarotti, 16e eeuw)

Met zijn linkerhand wijst Jezus naar zijn bekken, de plaats in de mens waar zich de Heilige Graal  bevindt. Precies vóór de beker (Heilige Graal) naast Jezus wordt een brandende kaars gehouden. Deze kaars verwijst naar het goddelijke vuur (kundalini) in de wervelkolom. (Bernardino di Mariotto dello Stagno, circa 1520)

De apostel Johannes houdt een beker (Heilige Graal) bij het hoofd van het kindje Jezus: de plek waar de opgestegen kundalini-energie een Godservaring geeft. Zowel Johannes als het kindje Jezus maakt met zijn hand het teken van het innerlijke heilige huwelijk (2=1). (Boccaccio Boccaccino, circa 1507)

Door |2022-06-14T08:26:16+00:00november 15th, 2020|Spiegelbeeld|Reacties uitgeschakeld voor De Tempeliers en de Heilige Graal