1. De Magiër
Heden ten dage heeft een magiër een zeker aanzien. Of het nu een vingervlugge goochelaar, of een talentvolle ‘energiewerker’ is, zijn of haar kunsten roepen ontzag en bewondering op . In de 15e eeuw echter, toen de eerste tarotkaarten het levenslicht zagen, had een magiër niet veel meer status dan de Dwaas; de zwerver op de eerste kaart van de grote arcana. Een magiër was een straatartiest en er hing een zweem van bedrog en oplichting om hem heen.
15e eeuw
Het Visconti-Sforza deck is het oudst bekende tarotspel. Hierop wordt de Magiër afgebeeld met de vier symbolen van de kleine arcana: een staf, een mes (zwaard), een beker en munten. In de eeuwen die volgen zien we op de tafel van de Magiër soms ook gereedschappen en andere voorwerpen. Oswald Wirth (1890) maakt de Magiër weer de hoeder van de vier kleine arcana symbolen. Dit zal de standaard blijven voor vrijwel alle decks die hierna verschijnen.
Op de tafel van de Visconti-kaart ligt ook een raadselachtig wit doek met iets eronder. Volgens sommigen is dit een zogenaamd velum waarmee in de katholieke kerk de geconsacreerde hosties worden afgedekt. Tijdens het hoogtepunt van de katholieke mis verandert gewoon brood (de hostie) in ‘het Lichaam van Christus’ (de transsubstantiatie genoemd).
Dit beeld sluit naadloos aan bij het proces van spirituele transformatie waar de gehele grote arcana voor staat. Het subtiele symbool van een velum past ook bij de wijze waarop esoterische kennis is verwerkt in de andere kaarten van de Visconti-Sforza.
De merkwaardige hoed van de Magiër is een verwijzing naar de vleugels van de caduceus (rechts), het klassieke symbool voor een kundalini-ontwaken. De wit-zwarte randen aan zijn mantel staan voor de twee slangen van de caduceus, welke op hun beurt weer staan voor de twee polaire energiebanen die versmelten in het hoofd.
Deze interpretatie sluit aan bij de wijze waarop de Magiër zijn staf vast houdt. Zowel de staf als de uitgestrekte middelvinger staat voor de wervelkolom met erin stromend de ontwaakte kundalini.
Het symbool van de uitgestrekte middelvinger zien we ook veelvuldig terug in de christelijke kunst uit die tijd, als een verhulde verwijzing naar het kundalini-proces dat Jezus had doorgemaakt. Hieronder drie voorbeelden (klik op de afbeeldingen voor een vergroting).
De Tarot van Marseille
Om de samensmelting van de twee polaire energiekanalen (de twee slangen van de caduceus), d.w.z. de innerlijke realisatie van de eenheid van het goddelijke, uit te drukken, heeft de hoed van de Magiër in de Tarot van Marseille (rechts) de vorm van een lemniscaat (oneindigheidsteken). Dit thema zien we ook bij tarotkaart 11. Kracht.

De rechterhand van de Magiër ligt op zijn onderbuik de plaats waar de kundalini-energie zich bevindt als zij nog niet is ontwaakt. Met zijn linkerhand houdt hij zijn staf – symbool voor de wervelkolom – omhoog: wij worden door hem aangespoord om onze eigen kundalini-energie omhoog te brengen naar het hoofd. De zes knopen op zijn tuniek staan voor de zes chakra’s die de kundalini passeert op weg naar de kruin, waar de verbinding met God plaatsvindt.
In plaats van zijn staf, heft de Magiër van Carlo Della Rocca (rechtsboven) – die de uitstraling en het instrumentarium heeft van een schoenmaker – een glas wijn naar zijn hoofd. Wijn is in de Bijbel een metafoor voor de kundalini. Een alchemist uit die tijd zou het glas wijn hebben geassocieerd met het felbegeerd rode ‘Levenselixer’, dat tevens een metafoor is voor de kundalini-energie.
De Etteilla Tarot
De Magiër van de Etteilla Tarot (1890) is gekleed als een Joodse priester, een verwijzing naar de hogepriester Aäron, de broer van de profeet Mozes, uit het Oude Testament. Mozes en Aäron hadden beide een bijzondere staf, die kon veranderen in een slang; een Bijbelse metafoor voor een kundalini-ontwaken.
Als er uit twaalf stamhoofden een priester gekozen moet worden, geeft God de instructie dat alle kandidaten een stok moeten geven aan Mozes. En het zal gebeuren dat de staf van de man die Ik verkies, in bloei zal staan, zegt God daarna (Numeri 17:5).
De volgende dag gebeurde het, toen Mozes in de tent van de getuigenis kwam, dat, zie, de staf van Aäron voor het huis van Levi in bloei stond. Hij bracht bloesem voort en bloeiende bloemen, en droeg amandelen. (Numeri 17:8)
Het in bloei komen en vrucht dragen van de staf is een treffende metafoor voor de wervelkolom van de mens waarin de goddelijke kundalini-energie is ontwaakt. Dit ‘uitlopen’ van de staf van Aaron is een thema dat zijn weg heeft gevonden in de tarot. In veel decks vinden we staven met knoppen en blaadjes eraan, iets wat niet gebruikelijk is voor een staf die gebruikt wordt als hulpmiddel bij het lopen of schapenhoeden.
Op de tafel van de Magiër van het Etteilla deck liggen tien muntstukken, of fiches, in het patroon 1-2-3-4, een verwijzing naar de tetraktys (vierheid) van Pythagoras (rechts). De wijsgeer Pythagoras, die leefde circa 500 voor Christus, zag de tetraktys als de grondslag van de kosmos en als een uitdrukking van het goddelijke. Tien, de som van de getallen een, twee, drie en vier, is een heilig getal voor de Pythagoreeërs; symbool voor harmonie en volmaaktheid.
Het opschrift Maladie (ziekte) verwijst niet naar de Magiër, maar naar de betekenis die de kaart volgens Etteilla heeft bij een legging.
De Oswald Wirth Tarot
Bij Oswald Wirth liggen drie symbolen van de kleine arcana op de tafel van de Magiër: een zwaard, een beker en munten. In zijn hand heeft hij het vierde symbool: een staf.
De munten hebben een dubbele rand. De dubbele cirkel is een alchemistisch symbool dat staat voor de versmelting van de tegenstellingen/polaire energiebanen.
Op alle munten staat een symbool dat tevens staat voor de versmelting van de tegenstellingen/polaire energiebanen: een hexagram, een gelijkarmig (Grieks) kruis, en een achtpuntige ‘Morgenster’.
Aan de staf van de Magiër zit een blauwe en een rode knop. Blauw en rood zijn de klassieke kleuren voor respectievelijk het vrouwelijke en het mannelijke. Nog een verwijzing naar de versmelting van de polaire energiebanen dus.
Château des Avenières
Op de tafel van de Magiër in mozaïek in kasteel Château des Avenières ligt een schotel en twee kleine munten met hexagrammen erop, bestaande uit een witte en een rode driehoek. ROOD en WIT (klik hier) zijn in de alchemie de kleuren van de polaire energiebanen/het heilige huwelijk. Het heft van het zwaard is versierd met een gouden en een zilveren maansikkel. Ook goud en zilver verwijzen in de alchemie naar de polariteiten. De kundalini wordt in veel tradities geassocieerd met maangodinnen.
De Magiër heeft zijn staf op zijn heup/bekken geplaatst; de verblijfplaats van de kundalini. Opvallend is de smalle waterstroom die tussen de voeten van de Magiër door meandert. Dit is een metafoor voor de kundalini-energie, die ontleend is aan het Oude Testament. Als het volk van Mozes door de woestijn doolt, op zoek naar het Beloofde Land, krijgt het dorst en begint te morren. Mozes slaat dan met zijn staf – die ook in een slang kan veranderen – op een rots, en er komt water uit stromen (Exodus 17:6). Jezus noemt dit in het Nieuwe Testament ‘levend water’. Water dat je (spirituele) dorst voor altijd lest:
…wie drinkt van het water dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen. Maar het water dat Ik hem zal geven, zal in hem een bron worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven. (Johannes 4:14)
De Rider-Waite-Smith Magiër
De RWS Tarot legt een verband tussen de Magiër en een alchemist. Rood en wit – de kleding van de Magiër – zijn de kleuren die in de alchemie staan voor de twee polen van de dualiteit, die versmolten moeten worden tot een (goddelijke) eenheid. Op het energetische niveau gaat het hier om twee energiebanen, langs de wervelkolom, die in de yogatraditie ida-nadi (het vrouwelijke, wit) en pingala-nadi (het mannelijke, rood) heten. Het zijn tevens de twee slangen die langs de staf van de god Hermes kronkelen.
In de alchemie wordt vaak gebruik gemaakt van beelden uit de natuur, bijvoorbeeld bloemen. Op de afbeelding uit het manuscript van Basilius Valentinus (linksonder) zien we een koning – symbool voor de alchemist die het goddelijke heeft verwezenlijkt – wijdbeens staand tussen een roos (rood) en een lelie (wit). Het zijn dezelfde bloemen die we ook zien op de RWS kaart van de Magiër.
Hij houdt een zon en een maan in zijn handen. Ook dit zijn symbolen die de dualiteit uitdrukken. Het alchemistische embleem met de mythische figuur Hermes Trismegistus (rechtsonder) illustreert dat de versmelting van deze polen plaatsvindt door de inwerking van (kundalini-) vuur.
Het lemniscaat, boven het hoofd van de RWS-Magiër, is een universeel symbool dat deze versmelting tot uitdrukking brengt. Om het middel van de Magiër zien we een zogenaamde oeroboros; een slang die zijn eigen staart opeet. De oeroboros is een eeuwenoud symbool, ook uit de alchemie, dat met zijn cirkelvorm staat voor de cyclische natuur van de schepping en de eenheid die hieraan ten grondslag ligt. Deze oeroboros als riem symboliseert dat de dierlijke driften (de onderbuik) overwonnen moeten worden om het goddelijke te kunnen ervaren. De slang is ook een universeel symbool van de kundalini-energie.
Met zijn armen, één omhoog en één naar beneden wijzend, drukt de Magiër de verbinding van hemel en aarde uit. Zijn opgeheven staf vertelt ons hoe deze verbinding tot stand kan komen: door het laten opstijgen van de kundalini. De staf heeft twee kleine knoppen, een subtiele verwijzing naar de versmelting van de polariteit.
Colman-Smith heeft voor de goede speurder nog een extra aanwijzing aangebracht die de diepere betekenis van de deze kaart moet verduidelijken (rechts). Op de rand van de tafel, rechts, zien we een opstijgende vogel. Dit is de duif van de Heilige Geest. In de Bijbel lezen we echter dat de Heilige Geest, in de vorm van een duif, neerdaalt op Jezus:
En het geschiedde, toen al het volk gedoopt was, en Jezus ook gedoopt was en aan het bidden was, dat de hemel geopend werd, en dat de Heilige Geest op Hem neerdaalde in lichamelijke gedaante als een duif. (Lucas 3:21-22)
In het christendom wordt de kundalini-energie de Heilige Geest genoemd. De Bijbel is geschreven in beeldtaal (zie mijn boek Ecce Homo). Innerlijke processen zijn verpakt in beelden die de grote massa kon begrijpen. Een duif die neerdaalt staat voor de kundalini-energie die opstijgt. Colman-Smith wist dit en heeft deze esoterische kennis verborgen in de kaart van de Magiër.
Dit is tevens de verklaring voor de omgekeerde M op de RWS Aas van Bekers (rechts); een mysterieus detail dat tarot-analisten al een eeuw lang bezig houdt. Wat is de betekenis hiervan?
De M staat voor de Romeinse god Mercurius (Hermes bij de Grieken), met zijn staf de caduceus, en verwijst naar het water dat uit de beker stroomt. In de alchemie wordt de kundalini-energie Mercuriaal Water genoemd.
De omgedraaide M geeft aan dat we kaart moeten omkeren om de betekenis ervan te begrijpen. Het water dat uit de beker stroomt en de duif staan beiden voor de opstijgende kundalini-energie.
Ook in de schilderkunst kunnen we deze diepere betekenis van Bijbelverhalen terugvinden. Altijd subtiel, want esoterische kennis kon niet openlijk worden getoond of uitgesproken. Op het schilderij van Bartolomeo Passarotti, uit de 16e eeuw (links), wordt op inventieve wijze een verband gelegd tussen de duif van de Heilige Geest, de opstijgende kundalini-slang, de opstanding van Jezus, en de Heilige Graal. Voor meer achtergrondinformatie en uitleg verwijs ik de lezer graag naar mijn boeken.
Het pentagram
Het pentagram, op de RWS kaart de Magiër, is een symbool dat bijna zo oud is als de mensheid zelf. In veel tradities is het een hoog gewaardeerd esoterisch teken. Onder andere vanwege zijn bijzondere mathematische eigenschappen staat de vijfpuntige ster voor de volmaakte mens; voor de mens die het goddelijke heeft verwezenlijkt (zie illustratie linksonder).
In de loop van de tijd kreeg het omgekeerde pentagram, met de punt naar beneden, de betekenis van satanisme. Met één punt omhoog staat de ster nu voor het heersen van het goddelijke over de materie (vier elementen). Met twee punten naar boven zijn het de lagere, dierlijke driften (satan) die regeren.
Op de illustratie uit het boek van Jean Michault staan om het pentram heen de letters YGEIA (middenboven). Dit verwijst naar het Griekse hugieia dat heelheid/gezondheid betekent, en naar Hygieia, de godin van gezondheid en zuiverheid (hygiëne). Hygieia heeft als attribuut, net als haar vader Asclepius, de god van de geneeskunst, een staf met een slang (rechtsboven). De diepere betekenis hiervan is dat een kundalini-ontwaken leidt tot (spirituele) heelheid en zuiverheid.
De draak op de illustratie van Michault staat voor de dierlijke driften in de mens die een bedreiging vormen voor Godsrealisatie (‘hugieia’).
De symbolen van de kleine arcana
Arthur E. Waite is met zijn tarot deck, in 1909, de eerste die alle kaarten van de kleine arcana van afbeeldingen voorziet. Ook vóór die tijd al werden de kaarten pentakels (of munten), bekers, staven en zwaarden, geassocieerd met de vier elementen: aarde, water, vuur en lucht. Nu is deze connectie zichtbaar terug te vinden in de illustraties van het Rider-Waite-Smith (RWS) deck.
De symboliek houdt echter niet op bij de klassieke vier elementen. De vier symbolen van de kleine arcana, die op de tafel voor de Magiër liggen, verwijzen ook naar het goddelijke en naar diverse aspecten van een kundalini-ontwaken. De vier azen van het deck, met de Hand van God die de symbolen vasthoudt, zijn hiervan een sprekend voorbeeld (hieronder).
De azen van de Rider-Waite-Smith Tarot
Kunstenares Pamela Colman-Smith heeft zich voor deze kaarten laten inspireren door de Tarot van Marseille (hieronder). Het zwaard, de staf en de beker zijn eeuwenoude symbolen die in veel tradities worden gebruikt om te verwijzen naar een kundalini-ontwaken. Verrassend genoeg, ook al in de 17e eeuwse Tarot van Marseille. We zien een goddelijke hand en goddelijk (kundalini-)vuur op de Azen van Zwaarden en Staven.
De kasteelachtige bovenkant van de kelk op de Aas van Bekers (linksboven) verwijst naar het Koninkrijk van God. De mysterieuze vloeistof die in drie golfjes over de rand van de kelk stroomt, staat voor de goddelijke energie die uitstroomt naar lichaam, hart (voelen) en hoofd (denken); een klassieke driedeling van de mens, die we ook in de Bijbelse symboliek terug zien (lees hierover in mijn boek Ecce Homo, de beeldtaal van de Bijbel).
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
U maakt voor mij de tafel gereed
voor de ogen van mijn tegenstanders;
U zalft mijn hoofd met olie,
mijn beker vloeit over.
(Psalm 23: 4-5)
Ook de kaart Bekers Zeven van het RWS deck (rechts) is zeer veelzeggend. Elke kelk op deze kaart laat een karakteristiek zien van de kundalini-energie:
- Een slang => een klassiek symbool voor de kundalini-energie
- Een draak => als de kundalini-energie gebruikt wordt voor het voeden van de dierlijke driften, is het een draak die overmeesterd moet worden
- Het hoofd van een engel => een engel is een metafoor voor de (goddelijke) kundalini-energie
- Een kasteel op een berg => het Koninkrijk van God
- Juwelen => de innerlijke rijkdom/overvloed die het goddelijke brengt
- Iemand verborgen onder een doek => door de zuiverende werking van de kundalini-energie wordt de mens onzichtbaar (ego-loos)
- Een lauwerkrans met een doodshoofd (op de kelk zelf)=> overwinning op de dood
Net als de staf, is ook het zwaard een metafoor voor de wervelkolom met hierin stromend de kundalini-energie (zie illustratie rechts). Het beeld van een zwaard verwijst naar het innerlijke gevecht en de zuivering – het ‘weghakken’ van alles wat in de weg staat van God – die bij het proces van ontwaken horen.
Op deze illustratie uit de alchemie zien we de kundalini-energie gepersonifieerd door een gevleugelde vrouw (engel/Sophia), staand op de maan (symbool voor het vrouwelijke), met een ZWAARD in haar geopende BUIK. Haar zwarte huidskleur symboliseert dat zij verborgen/opgesloten zit in het bekken van de mens (het thema van de ‘Zwarte Madonna’). Uit: Aurora consurgens, 15e eeuw.
De staf van Hermes
Tarot decks die voortkomen uit, of geïnspireerd zijn door, de 19e eeuwse occulte groepering The Golden Dawn (hieronder) brengen de Magiër in verband met de Griekse god Hermes (Mercurius bij de Romeinen). Door aanraking met zijn slangenstaf, de caduceus, kon Hermes mensen laten inslapen en wakker laten worden. Met andere woorden: spiritueel onbewuste mensen laten ontwaken.
Op de kaart van de Classic Golden Dawn (linksboven) heeft de magiër een caduceus op zijn borst. Met zijn handen maakt hij, ter hoogte van zijn bekken, de figuur van een driehoek met de punt naar boven; het symbool voor het element vuur. Dit is een verwijzing naar het ‘kundalini-vuur’ bij het heiligbeen. Deze kaart is zonder kleur. Traditioneel werden de leden van de Golden Dawn geacht zelf hun tarotkaarten in te kleuren.
De speer op de tafel is een verwijzing naar de ‘Lans van Longinus’, waarmee Jezus is doorstoken aan het kruis (een kundalini-metafoor, zie mijn boek Maria Magdalena). De kubus staat in de alchemie voor de materie/mens. De vier voorwerpen op de tafel liggen in de vorm van een pentagram.
Bij de Knapp-Hall Tarot (boven, tweede vanaf links) is de staf van de Magiër een caduceus. Geoffrey Dowson (Hermetic Tarot, boven, derde vanaf links) heeft gekozen voor het afbeelden van de gehele figuur van Hermes/Mercurius. De Magus van de Thoth Tarot (rechtsboven) is als het ware zelf een caduceus. Achter hem langs loopt een lange staf en ter hoogte van zijn hoofd zien we twee slangen. Aan zijn voeten zitten de vleugels van de god Hermes. Bovenaan de kaart zien we een kleine, neerdalende duif.
Conclusie
Tarotkaart De Magiër staat voor spirituele transformatie en zelfverwezenlijking. De Magiër is een alchemist. Zijn Magnum Opus is het realiseren van het innerlijke goud (het goddelijke). Zijn staf, waarmee hij magie bedrijft, is de staf van Hermes/Mercurius: zijn wervelkolom met erin stromend de Geest van God.
Dragons Tarot
(Lo Scarabeo 2004)
Het innerlijke werk van de Magiër wordt in prachtige beelden duidelijk gemaakt. De brandende kaars op tafel heeft de vorm van een pijnappelklier. Als het kundalini-vuur (de brandende staf) is aangekomen bij de pijnappelklier, midden in het hoofd, worden hormonen en opiaatachtige stoffen aangemaakt die een Godservaring geven. Vóór die tijd is het de taak van de magiër om de dualiteit (wit en rood van schaakbord) in zichzelf tot een eenheid te brengen (het beeldje van omhelzing man en vrouw). Op het schaakbord vindt het gevecht plaats tussen zijn hogere natuur (de witte engelen) en zijn lagere, dierlijke natuur (de rode duiveltjes). De dreigende draak staat voor de dierlijke driften van de magiër die het goddelijke licht zullen doven als hij niet oplet!
Tarot of Mermaids
(Lo Scarabeo 2003)
Behalve een caduceus, zien we op deze kaart ook een zogenaamde ‘drietand’, het attribuut van de zeegod Poseidon/Neptunus. De drietand heeft als symbool dezelfde betekenis als de caduceus. De drie tanden staan voor de drie energiebanen die betrokken zijn bij een kundalini-ontwaken. Klik hier voor ROOD KORAAL (op voorgrond kaart) als symbool voor de kundalini.
Golden Tarot of the Tsar
(Lo Scarabeo 2003)
© of images belong to Lo Scarabeo
De keuze van Jezus als Magiër is zeer toepasselijk. Het hier afgebeelde verhaal van Lazarus, die uit de dood wordt opgewekt, is een metafoor voor een innerlijke ‘opstanding’, of spiritueel ontwaken. Het gebaar dat Jezus met zijn rechterhand maakt is wat ik noem ‘het teken van het heilige huwelijk’: het samengaan van het mannelijke en het vrouwelijke in de mens, waarna een vereniging met God volgt. Voor een volledige analyse van dit Bijbelverhaal, verwijs ik de lezer graag naar mijn boeken Ecce Homo en Kundalini-ontwaken.
The Working Tools Freemason Tarot
(Ralph DeSiano, 2014)
Tarot of the Angels
(Lo Scarabeo 2008)
© of images belong to Lo Scarabeo
De Magiër/alchemist wordt geholpen door een engel. Eenieder die kiest voor deze weg ontvangt leiding en steun vanuit de goddelijke dimensies!
Arcus Arcanum Tarot
(AGM Müller 1987)
De grote witte boog op deze kaart van de Duitse striptekenaar Hansrudi Wascher vat het werk van de Magiër kernachtig samen: het versmelten van de dualiteit van de schepping – de Alpha en Omega, in Bijbelse termen – tot een eenheid (het lemniscaat).
Mona Lisa Tarot
(Lo Scarabeo 2008)
© of images belong to Lo Scarabeo
Een Magiër/alchemist in zijn laboratorium. Op zijn tafel zien we waar het in de alchemie werkelijk om draait: werken aan hart en hoofd (hersenen).
Dark Exact deck
(Coleman Stevenson 2016, self published)
http://colemanstevenson.wixsite.com/projects
Een originele invalshoek: het werk van de magiër helder weergegeven in de taal van de alchemie. De kolf is de alchemist zelf, waarin het Magnum Opus plaatsvindt. Het plantje is een saffraankrokus (crocus sativus). Saffraan is een zeer kostbare specerij, met een geneeskrachtige werking. Iedere bloem heeft drie stampers die met zorg geplukt en behandeld moeten worden om saffraan te verkrijgen. Een mooie metafoor voor het ontluiken van de innerlijke ‘kundalini-bloem’, waarbij drie energiebanen zijn betrokken.
Rechts het symbool voor het einddoel van de alchemist: de ‘Steen der Wijzen’ (lapis philosophorum) – het innerlijke goud. Links het symbool voor platina, dat staat voor volharding, vastbeslotenheid en voltooiing.
Dit artikel is gepubliceerd in Paravisie Magazine (mrt ’19). Copyright Anne-Marie Wegh 2019
Het meest recente boek van Anne-Marie:
Maria Magdalena, auteur van het vierde evangelie

© of images belong to Lo Scarabeo.
Foto’s Châteaux de Avenières: http://hermetism.free.fr/Avenieres